Politie : “Geert Vanweehaeghe was oprecht bezorgd toen hij aangifte kwam doen”

Thomas Couvreur en Geert Vanweehaeghe © BELGA
Redactie KW

Op het assisenproces over de moord op Caroline Vyncke (42) zijn de politiemensen die de eerste vaststellingen deden, aan het woord gekomen.

Volgens de getuigen kwam Geert Vanweehaeghe (37) oprecht bezorgd over toen hij aangifte deed van de verdwijning van zijn partner.

Caroline Vyncke verdween tijdens de avond van 8 februari 2011. De volgende ochtend sloeg haar vriend alarm. “De wijkagente is aan de school aangesproken door meneer Vanweehaeghe. Toen we bij hem thuis aankwamen, zat hij in zijn rolstoel in de deuropening te wachten”, aldus Jacques Dupont. Al snel werd de hond van het slachtoffer in de buurt van de woning aangetroffen. Verder buurtonderzoek leverde niet veel op.

Geert Vanweehaeghe reageerde emotioneel op de verdwijning van zijn vriendin. “Hij was heel bezorgd, zoals iemand anders die aangifte doet van de verdwijning van een familielid.” Toch kwamen de eerste vaststellingen niet helemaal overeen met het verhaal van de beschuldigde. “Volgens haar huisarts had ze geen alcoholprobleem of zelfmoordneigingen, maar waren er wel relatieproblemen.”

Ze viel hem aan met een aardappelmesje en hij zou zich verweerd hebben met een aantal ferme slagen in haar gezicht

Twee dagen later zocht Geert Vanweehaeghe opnieuw zelf contact met de politie. “Hij had het vermoeden dat haar lichaam in een visputje lag, omdat de hond daar eigenaardig had gedaan”, zei Koen Durnez. “Toen we aankwamen, zat Geert al aan het visputje. Hij was emotioneel. Toen we te lang op de brandweer moesten wachten, wilde hij zelf in het water springen.” De zoekactie in de visput leverde uiteindelijk niets op.

Terug in zijn woning in de Rozenstraat in Moorsele begon de beschuldigde spontaan te vertellen over het zware alcoholmisbruik van het slachtoffer. “Hij zei dat ze agressief kon zijn als ze haar zin niet kreeg. We voelden aan onze ellebogen dat er de avond van haar verdwijning ruzie moest zijn geweest.” Daarop legde Vanweehaeghe uit dat ze die avond had gedreigd hem te verlaten. “Ze viel hem aan met een aardappelmesje en hij zou zich verweerd hebben met een aantal ferme slagen in haar gezicht. Ze zou achter de zetel gevallen zijn, met bloed uit haar neus en mond. Dat was precies een cassette die aframmelde, we hebben hem niet onder druk gezet.”

Onmiddellijk daarna ging de beschuldigde weer aan het vertellen over zijn zoektocht naar Caroline Vyncke. “Hij werd terug een heel andere persoon en begon te roepen dat hij geen moordenaar is.”

Tot op vandaag ontkent Vanweehaeghe dat hij zijn partner heeft vermoord. Het onderzoek wees trouwens uit dat Vyncke niet door slagen, maar door messteken om het leven kwam.

(BELGA)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier