Lang niet al onze ‘slimme’ camera’s praten met elkaar

© BELGA
Olivier Neese
Olivier Neese Editieredacteur Brugsch Handelsblad Brugge - Torhout

Daar is het winteruur, daar zijn de donkere dagen en helaas, ook de inbrekers. In de strijd tegen rondtrekkende dievenbendes worden deze winter 162 ‘slimme’ camera’s ingezet, camera’s die nummerplaten herkennen. Een probleem: 8 van de 19 West-Vlaamse politiezones zijn nog niet aangesloten op het West-Vlaamse cameraschild, dat alle gegevens met elkaar uitwisselt. Gouverneur Carl Decaluwé wil die gaten in het schild zo snel mogelijk gedicht zien.

ANPR-camera’s, de ‘slimme’ toestellen die nummerplaten kunnen herkennen, schieten als paddenstoelen uit de grond. Waar er vier jaar geleden nog maar 22 toestellen in West-Vlaanderen waren, zijn er nu al 162. Wegens de grenscriminaliteit staat het zuiden van de provincie veel verder dan het noorden, dat de komende maanden een inhaalbeweging plant. Zo telt politiezone VLAS (Kortrijk/Kuurne/Lendelede) al 45 slimme camera’s, politiezone Brugge zal de komende maand de eerste vijf in gebruik nemen.

Tijdsverlies

Gouverneur Carl Decaluwé investeerde in 2013 in een PIT-server (Provinciale Interface voor Targetbeheer, red.), waardoor alle camera’s en databanken met elkaar verbonden kunnen worden: het West-Vlaams cameraschild. Daarmee is onze provincie nog steeds de enige waarbij er over de grenzen van de politiezones gewerkt wordt. Maar opvallend: 8 van de 19 West-Vlaamse politiezones, of 53 van de 162 slimme camera’s, zijn nog niet aangesloten op het schild. Zij werken autonoom en wisselen dus geen gegevens uit met de omliggende zones. Als de recherche een voertuig wil vatten, moet ze nu het schild én de acht zones apart contacteren. Bovendien wordt het schild dagelijks geüpdatet met de recentste ‘black lists’, terwijl de acht andere zones daar een eigen handeling voor moeten doen. Kostbaar tijdsverlies voor de speurders, voor wie elke seconde telt.

“Dat komt vooral wegens technische problemen”, legt gouverneur Carl Decaluwé uit, de bezieler van het provinciale cameraschild. “De concurrentiestrijd tussen de leveranciers van zulke camera’s en de achterliggende technologie mogen niet onderschat worden. Niet iedereen blijkt happig om hun gegevens en technologie te delen met concurrerende firma’s. Maar daar komt stilaan een einde aan. Onder impuls van PZ Westkust hebben we zopas een provinciale aanbesteding gedaan, en daarbij hebben we de zones al verplicht om technologie aan te kopen die aangesloten kan worden op het provinciale netwerk. Ook alle verouderde of defecte toestellen die vervangen moeten worden, zullen in de toekomst moeten kunnen samenwerken. Voor mij is de oplossing: lease! Dan ben je zeker dat je altijd mee bent met de laatste technologie.”

Lang niet al onze 'slimme' camera's praten met elkaar
© BELGA

“Het is soms ook de politiek van bepaalde korpschefs om niets te delen. Informatie is macht. In de strijd tegen criminaliteit moet de kracht van onze negentien zones samenwerking zijn. Ik stel vast dat bepaalde mensen daar moeite mee hebben… Het zal in de toekomst toch gebeuren, want de regering kondigde al de komst van een nationaal schild aan. De gaten in het provinciale schild – we kunnen nog niet iedere invalsweg controleren – dichten we nu met mobiele camera’s. Op het schild zitten er nu 77 vaste en 29 mobiele camera’s, goed voor 106 toestellen. Tegen eind 2018 zullen we de kaap van de 200 provinciaal aangesloten ANPR-camera’s overschrijden. Elke zone zal dan minstens één ANPR-camera hebben.”

Neen, we zijn niet klaar om alle mogelijkheden uit de camera’s te halen

Om een wildgroei te voorkomen, werd een provinciaal plan opgemaakt. “Dat heeft, over de zonegrenzen heen, alle plaatsen in kaart gebracht waar er politioneel gezien het beste ANPR-camera’s worden gezet”, legt verbindingsofficier en ANPR-specialist van de provincie Dirk Bogaert uit. “Het zou zinloos zijn dat twee politiezones camera’s zetten op een weg die door beide gebieden loopt. Maar vaak ontbreekt het de politiezones nog aan een camerabeleid. Met het aankopen van zulke toestellen verandert de werking. Als er een verdacht voertuig wordt gesignaleerd, hoe zullen we dit als politie aanpakken? Het is geen voetganger die je staande moet houden. Daarvoor heb je aangepast materiaal en personeel nodig. Sommige zones hebben het nu al moeilijk om hun interventie- en piekploegen in te vullen. Willen we verder gaan, dan moeten we veel meer techneuten en analisten hebben, die de interventieploegen aansturen.”

Inbraken voorspellen

Gouverneur Decaluwé: “Tegen eind dit jaar zal ons schild 70 miljoen nummerplaten gelezen hebben. Vier jaar geleden was dat nog 1,8 miljoen. Je voelt meteen aan dat we selectief zullen moeten zijn. Welk voertuig hou je tegen en welk pak je pas later aan? De politiezones en het West-Vlaamse parket moeten hun prioriteiten leggen. Nu zijn we nog niet klaar om alle mogelijkheden uit de technologie te halen.”

“Een gouverneur heeft geen macht en geen geld. Mijn taken zijn coördineren en faciliteren. Zo financier ik nu een softwarepakket dat misdaadscenario’s kan ontdekken. Bij een inbrakenplaag kan het systeem de wagens die in de buurt waren in kaart brengen. Blijkt dat telkens dezelfde wagen een tijdje stilstond en dan terugkeerde, heb je een sterke aanwijzing. In Nederland zijn de ladingdiefstallen dankzij dit systeem bijna verdwenen. Maar daarvoor is samenwerking de kritieke succesfactor. Ik wil dat alle data voor iedereen beschikbaar zijn, en dat zo snel mogelijk.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier