Huiskat levert Oostendse gifmengster alsnog vijf jaar effectieve celstraf op

Redactie KW

Een Oostendse verpleegster, die in oktober 2015 vijf jaar voorwaardelijke celstraf kreeg omdat ze een bijna fatale dosis insuline toediende aan haar zoontje, zag haar straf vandaag effectief worden. Sophie S. schond immers haar voorwaarden, onder meer omdat ze een kat hield.

Op 3 januari 2014 spoot de Oostendse verpleegster Sophie S. (40) haar dertien maanden oude zoontje opzettelijk bijna dood met een dosis insuline. De vrouw lijdt aan het syndroom van Münchhausen by proxy, waardoor ze bewust anderen ziek maakt om zelf aandacht te krijgen. Het openbaar ministerie vroeg tijdens het proces vijf jaar effectieve celstraf voor S., maar de strafrechter ging daar niet op in en verleende S., tot ongeloof bij de burgerlijke partijen, de gunst van het uitstel. “Maar je krijgt wel zware voorwaarden. Houd dat heel goed in uw achterhoofd. Anders belandt u alsnog in de gevangenis”, waarschuwde de rechter haar.

De voorwaarden hielden onder meer in dat S. vijf jaar lang geen enkel contact meer mocht hebben met haar kinderen. Ze moest zich laten behandelen bij een psychiater en – opvallend – ze mocht ook geen huisdieren meer houden. In haar ziekelijke schreeuw om aandacht zou ze immers ook al eens haar hondje ziek hebben gemaakt. Maar S. sloeg de waarschuwing van de rechter in de wind. Ze zocht immers geen adequate psychiatrische hulp, stal ze een broek van een collega op haar werk én hield ze een kat als huisdier. “Dat is vastgesteld tijdens een huisbezoek door de politie”, stelde de procureur. “Er stonden een eetbak en een krabpaal.”

Koenraad Stubbe, de advocaat van S., is niet te spreken over de herroeping van de voorwaarden en gaat in beroep. “Die diefstal heeft zij altijd ontkend en die kat was een zwerfkat die ze af en toe eten gaf. Mijn cliënte heeft sinds de feiten nog geen dag achter de tralies gezeten. De onderzoeksrechter liet haar destijds meteen gaan onder voorwaarden. Er was toen niet meteen een psychiater beschikbaar waardoor ze hulp zocht bij een psycholoog. Maar intussen is de psychiatrische hulp wel degelijk opgestart. Dat zij liefst vijf jaar na de feiten toch nog naar de cel moet is totaal onbegrijpelijk. Deze vrouw heeft psychiatrische hulp nodig, maar in de cel kan ze die niet krijgen.” Door het beroep zal S. normaal gezien nog niet meteen naar de cel moeten. De rechter beval ook haar onmiddellijke aanhouding niet.

(AFr)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier