Getuige wijzigt verklaring in zaak van fentanyldode in Oostende

Redactie KW

De man verklaarde eerst dat de beklaagden samen met het slachtoffer drugs gebruikten, maar komt daar nu dus op terug. Volgens het Openbaar Ministerie werd de getuige in de gevangenis wellicht beïnvloed door één van de beklaagden.

Op maandag 9 april lieten Mike D. (30) en Bo H. (30) aan een medewerker van het Medisch-Sociaal Opvangcentrum (MSOC) weten dat er een lijk zou liggen in een kraakpand in de Paulusstraat. Bij het levenloze lichaam van F.V. (33) werden maar liefst 39 verpakkingen gevonden van Durogesic, een sterke pijnstillende pleister die fentanyl bevat. Het goedje is sterker dan morfine en wordt vaak gebruikt door heroïneverslaafden.

Mike D. en Bo H. moesten toegeven dat ze het slachtoffer al op woensdag of donderdag hadden zien liggen. De verdediging legde zich neer bij een veroordeling voor schuldig verzuim, maar betwist dat de beklaagden de fentanylpleisters leverden. Meester Jan Dekersgieter, advocaat van Bo H., merkte op dat het slachtoffer op 16 maart zelf ook de sterke pijnstillende pleisters kocht. Bovendien kon de afkomst van meerdere lege verpakkingen eerst niet achterhaald worden.

Volgens een getuige gebruikten de beklaagden wel degelijk samen met het slachtoffer drugs. In een brief gaf de man echter aan dat die verklaring niet helemaal klopte, waardoor hij opnieuw werd verhoord. Opvallend genoeg wijzigde hij zijn verklaring enkel op dat punt. “Hij was bij zijn eerste verhoor zogezegd onder invloed, maar we mogen niet vergeten dat ze elkaar ondertussen in de gevangenis waren tegengekomen”, aldus procureur Fien Maddens.

Het OM wees nogmaals op de lege verpakkingen, die zo goed als allemaal afkomstig bleken van de beklaagden. “We hebben daar in november en december geslapen, maar we hadden echt geen contact met F.”, reageerde Mike D. Op de vorige zitting vorderde de procureur al 36 maanden effectieve celstraf. De rechter doet uitspraak op 26 november.

(Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier