Pukkelpop was het perfecte einde van een eivolle festivalzomer

Thomas Dubois
Thomas Dubois Editieredacteur De Weekbode Roeselare – Izegem – Tielt

Redacteur Thomas Dubois was afgelopen weekend aan zijn achtste editie van Pukkelpop toe, de eerste als journalist. Een aparte ervaring, maar zeker voor herhaling vatbaar. “Het is verrassend hoe West-Vlaams dit festival wel niet is”, klinkt het.

Mijn eerste Pukkelpop was in 2009, het was tevens mijn eerste festival op mijn eentje. Voordien zei het festival mij weinig. Als Werchter-addict leek het me altijd het kleiner broertje met minder grote namen, bovendien lag het in Kiewit. En dat is ver, heel ver! Maar plots stonden er met Snow Patrol en Placebo twee van mijn persoonlijke favorieten op dat moment, aangevuld met enkele leukere kleine bands en was de verleiding groot genoeg om aan mijn toenmalige vriendin door te steken dat ik toch wel erg graag eens richting Pukkelpop zou trekken. Subtiel genoeg, zo bleek, want enkele weken later stond ik daar op die weide. Het begin van een haat-liefde verhouding.

Memorabel

Mijn enthousiasme van die Pukkelpopontmaagding was alvast voldoende om ook heel wat vrienden te motiveren om het jaar erop mee te gaan. Voor het eerst drie dagen. Opnieuw een topeditie. Opnieuw ook met Placebo en Snow Patrol, maar goed, als je Werchter-addict bent, dan kun je wel tegen wat herhaling. Het was wellicht de beste affiche die ik hier gezien heb, naar mijn smaak.

Over het jaar 2011 kunnen we kort zijn. Een editie om nooit te vergeten, maar om andere redenen dan een goed optreden of een memorabel moment. Maar voor mij stond het wel meteen vast: volgend jaar sta ik hier opnieuw. Voor de Foo Fighters, maar ook omdat ik terug wou naar die ene plaats. Maar geen heel weekend. Enkel die ene dag, een jaar later. Samen met bijna iedereen die er in 2011 bij was. Een heel emotioneel terugzien.

“Ieder jaar denk ik te oud te zijn voor de ‘deze shit’, maar uiteindelijk loop ik er het jaar daarna opnieuw rond”

Sindsdien ben ik telkens drie dagen aanwezig. Omdat het nu eenmaal een traditie geworden is en ik een gewoontedier ben. Maar met het vorderen van de edities, voelen we ook de leeftijd meer spelen. Eigenlijk is het al een paar jaar dat ik op het einde tot de conclusie kom: “I’m getting too old for this shit.” Het zal wellicht de laatste keer zijn dat ik hier rond loop, denk ik dan telkens. Al van heel vroeg op de dag muziek checken, erg grote wandelafstanden en de nachten die ook een stuk korter zijn dan op gelijk welk ander festival. Na de gewone optredens heb je hier nog een Boiler Room en ook een levendige camping met heel veel jong volk en die hebben nog een stuk meer energie naar het einde van de dag toe. Ik heb er geen enkel probleem mee. Ik ben zelf nog iets jonger geweest en herinner me nog goed onze nachtelijke tochten door de camping en feestjes met Samson en Gert en Preuteleute op de radio. Ongetwijfeld waren er toen ook ‘oudere’ buren die zich aan ons ergerden. Maar ideaal is het niet.

Bovendien ben ik zelf niet de grootste fan van more is better. Hoe meer podia, hoe beter. Geef mij maar een festival met slechts enkele podia, op relatief korte afstand van elkaar, waar je toch goeie groepen ziet. Het is de reden waarom ik ieder jaar twijfel, maar er uiteindelijk toch voor ga. Het kriebelt te veel om die ene of andere band te zien.

Dit jaar was ik hier niet direct als festivalganger, maar wel voor kw.be. Een heel andere benadering en beleving van het festival. Overdag werken om dan ‘s avonds te genieten. Lange dagen, maar eigenlijk voor mij de perfecte combinatie. Schrijven en muziek zijn de twee belangrijkste dingen in mijn leven, toch wat het niet-menselijke betreft, los van familie en vrienden. Ook al loopt er hier dit jaar heel wat familie rond. Als je ondertussen ook nog eens erg leuke babbels kunt hebben met verschillende mensen, dan is dat mooi meegenomen.

Honger

Pukkelpop was het perfecte einde van een eivolle festivalzomer

Zeker als je ziet hoeveel West-Vlamingen er zijn en hoe ze vol trots op de eigen provincie richting andere kant van het land trekken. We hebben geprobeerd om hen zoveel mogelijk aan bod te brengen, maar eigenlijk zijn er nog heel veel zaken die we niet konden doen. Voor een volgende editie dan maar.

Nu gaan we huiswaarts. Genieten van een warm bed. En tien maanden zonder festivals. Want festivals zijn plezant, maar te veel is ook niet goed. Na deze zomer met de Werchter-festivals, Cactus, Dranouter en Pukkel leunen we alvast met een achterover met een voldaan gevoel. Tijd om opnieuw honger te krijgen naar muziek.