Urbanus brengt zaalshow Trecto Pnix : “Ik lach met alles wat deel uitmaakt van de samenleving”

Urbanus in Kursaal Oostende. © FODI
Patrick Depypere
Patrick Depypere Medewerker KW

2019 is een belangrijk jaar voor Urbanus alias Urbain Servranckx uit Tollembeek. De bekende komiek viert zijn 70ste verjaardag op 7 juni en dat gaat niet onopgemerkt voorbij.

Alhoewel 7 juni nog ver weg is, zie je nu al vijf weken na elkaar op tv een special Urbanus 70 (iedere dinsdag om 21.30 uur op Eén), waarin bekende vrienden en collega’s over Urbanus spreken. Urbanus blijft verbonden met zijn strips en natuurlijk zijn er ook de vele optredens, waaronder nu zijn zaalshow Trecto Pnix. Die show brengt hem naar heel wat locaties, waaronder zijn West-Vlaamse optredens op zaterdag 26 januari in CC De Steiger in Menen, op zaterdag 2 februari in GC De Bunder in Moorslede, op zaterdag 13 april in Kursaal Oostende, op donderdag 16 mei in de Kubox in Kuurne (al uitverkocht, enkel nog tickets voor vrijdag 17 mei) en zopas aangekondigd op donderdag 11 april in De Cultuurfabriek in Sijsele.

Na drie jaren toeren met een luidruchtig rockbandje De Fanfaar langs de zomerfestivals heeft Urbanus weer zin in het knusse van de theaters. Zijn nieuwe zaalshow is over heel Vlaanderen bijna helemaal uitverkocht. Ook Brugge scoort al goed. Urbanus is een van de weinige artiesten die meermaals het Brugse Concertgebouw kan vullen. De godfather van de Vlaamse comedy heeft dan ook een bijzondere band met deze stad. Zijn eerste twee platen Leevend en In de Weide – Op de Vijver zijn beiden opgenomen in Brugge.

Of de wereld plots beter wordt van zijn nieuwe show valt te betwijfelen, maar dat het publiek met een goed gevoel naar buiten gaat, staat vast. Absurde verhalen, grove leugens en gênante situaties worden afgewisseld met een broos of kinderlijk naïef liedje.

De zaal in duiken en over rugleuningen van de stoelen lopen, dat zit er niet meteen meer in… Urbanus kwam over zijn show praten in Kursaal Oostende. Maanden op voorhand was hij er al van de partij. “Als je mijn fans zo vroeg een ticket laat kopen, dan zijn er waarschijnlijk al een hoop dood tegen dat ik er moet optreden“, lacht Urbanus, die blij zou zijn met een uitverkocht Kursaal Oostende.

“Voor ons is dat dan de grootste show van zijn tournee, want er kunnen 2.000 mensen in en dan scoren we beter dan Antwerpen en Gent”, zegt Pieter De Wulf van Comedyshows. Urbanus knikt. Wat mogen de mensen verwachten van zijn zaalshow Trecto Pnix? “Zoals altijd, onnozelheden. Lachen met dingen waarvan sommige bezoekers hun tenen krullen. Meestal wordt dat afgerond met een super gaaf liedje of iets ontroerend. Het is nog altijd een show met nieuwe liedjes en grappen. De vorige tour Urbanus was een Best of, een verlengstuk van mijn vier optredens in het Sportpaleis. Daarna heb ik nog drie jaar getoerd met dezelfde show voor alle mensen die een slechte plaats hadden in het Sportpaleis”, lacht Urbanus. “Iedere show duurt drie jaar, waaronder twee jaar Nederland. Vlaanderen is bezig aan een inhaalbeweging. Nu is Nederland blij met één seizoen Urbanus, ik denk dat Philippe Gheubels het daar van mij heeft overgenomen. Wat ik hier doe, is een verlengstuk. In deze show zitten een achttal liedjes.”

Is iedere show anders?

Urbanus: “De show wordt langer en langer, naargelang ik verder optreed. Als ik iets zing en er komt geen reactie op, dan vliegt dat eruit. Actualiteit? Ik steek dat erin met een omweg. Kinderen zijn met hun gsm bezig. Buiten spelen. Buiten niets te doen ? Jawel, hét klimaat. Daar kan je niet mee spelen? Toch wel, want binnenkort komt de zee tot aan de voordeur (lacht). Steek maar vlug wat autobanden en paletten in brand, dat is goed voor het klimaat … Als humorist kan je straffe dingen zeggen, maar je bent ook beschermt omdat je een humorist bent. Je kan de mensen laten denken wat je wilt, bijvoorbeeld een onnozel mopje… Moest ik vandaag optreden, dan kan ik over Marrakesh praten. Dat is zo’n beladen woord… Als humorist kan je het vanuit een andere hoek bekijken. Mijn bompa zit al jaren in een rolstoel. Niets hielp, we zijn dan maar naar Lourdes getrokken. We zijn wel zonder rolstoel teruggekeerd. Mensen denken aan een mirakel, maar de rolstoel was gepikt… Dat zijn plezante grapjes.”

(Lees verder onder de foto)

Urbanus, samen met onze showbizzmedewerker PADI.
Urbanus, samen met onze showbizzmedewerker PADI.© FODI

Is het moeilijker geworden om grappen uit te vinden en om die vooral te vertellen ? Er is wel altijd iemand ongelukkig met één of andere uitspraak?

Urbanus: “Je kan veel dingen vertellen, terwijl je wel binnen de lijntjes blijft. Ik heb altijd gelachen met de pastoors. Ik ben zo groot gebracht. Ons huis stond op tien meter van de kerk. Ons tuintje, mijn vader huurde dat van de kerk. Wij dachten dat die kerk van ons was, omdat die in onze hof stond. Mijn kieken- en hondenkot was er tegen gebouwd. …. De pastoor was met alles aan het lachen. Hij zat liever in ‘t café, nabij die kerk, dan in zijn biechtstoel te zitten wachten. Als klein manneke – zeven jaar – riep hij: Urbaanke, opletten hé. De pastoor ging de zieken bezoeken die thuis Gueuze hadden staan. Ik dacht : de kerk is iets om mee te lachen, de pastoor lachte er ook mee. Toen ik naar West-Vlaanderen kwam, dacht ik dat ze dat hier nog niet gewoon waren van met de pastoor te lachen. Maar ik lach niet enkel met de pastoor of Paus. Ik zou mij een lafaard vinden als ik niet met de Joden en de Moslims lach, maar ik weet waaraan ik mij moet houden. Vroeger zeiden ze dat ik lachte met iedereen, ook andersvaliden. Die mensen straal negeren, is duizend keer erger. Ik lach met niemand zijn handicap, maar die rolstoel, dat hoort erbij. Zoals: een nonneke ging mij naar een optreden brengen. Ik zeg: rij een keer een beetje rapper, straks zijn de gehandicapten weer weg met de dichtste parkeerplaatsen. Iedereen lacht daar dan me. Soms krijg ik wel eens een brief: je zou zelf een keer in een rolstoel moeten zitten. Dan reageer ik daar wel op, leg ik uit wat ik precies bedoel. Ik lach gewoon met alles wat deel uitmaakt van de samenleving. Ik lach met de pastoors, maar rij je door Antwerpen dan kom je een rabbijn met zo’n hoge hoed tegen. Dan zeg ik: ik vind dat ze daar een zonnepaneel moeten opzetten, zodat de jonge gasten hun gsm kunnen opladen. Dat is op ‘t randje, maarja… Moslims die naar mijn optreden komen kijken, zijn toffe mensen die geïntegreerd zijn in onze cultuur en die dat kunnen inschatten. Mensen die dat niet begrijpen en niet kunnen lachen, komen ook niet naar mijn shows kijken. Of ik al bedreigd ben geweest? Neen, ik denk het toch niet. Ik zit ook niet op sociale media. Misschien ben ik toch al tien keren met de dood bedreigd dat ik het niet weet (lacht). Helpt er achter de schermen een allochtone man, dan vraag ik na de show of hij met iets problemen had. Ik vraag dat ook wel eens aan een pastoor.”

Ergert er je wel eens iets in de zaal ? Iemand die niet aandachtig is of die te laat komt?

Urbanus: “In Nederland maakte ik eens mee dat iemand enorme stuiptrekkingen had. Hij had ook een gigantische badhanddoek mee. Regelmatig kreeg hij zo’n aanval. Ik heb dat als volgt opgelost. Als hij zo’n aanval kreeg, dan nam ik mijn zakdoek en deed ik mee. Toen die man dat dan kreeg, deed plots heel de zaal mee met hun zakdoek. Sommige dachten dat ik die persoon had ingehuurd, maar dat was helemaal geen waar. Iedereen kon daarmee lachen. Een storend element in de zaal, dan moet je dat gezien hebben. Gheubels zegt dat ook als er iemand te laat toekomt: steek dat licht eens aan, uwe coiffeur is zeker gestorven?

Hoe goed ken je Oostende?

Urbanus: “Ik weet hoe ik hier naartoe moet rijden. Ik ken Hotel Andromeda… Ik heb de kust in de zomer altijd vermeden. Ik heb dan ook vakantie, maar ik toon mij hier dan niet. Waarom niet? Wanneer ik hier wandel, dan ben ik een wandelende attractie voor alle toeristen die zich hier steendood vervelen (lacht). En ‘t Kursaal, ‘t is groot hé! Ik ben hier al veel geweest, waaronder met De Eregalerij van Radio 2. Ik weet het podium staan, maar de toiletten of de backstage? Ik moet nog altijd op zoek gaan.”

Is het West-Vlaams publiek een tof publiek?

Urbanus: “Je hebt mensen die zich amuseren, andere mensen die stil zitten. Ik ben ook zo’n type. Het is niet met mij dat ze de lachband gaan volkrijgen. Ik treed op in regio’s dat de mensen niet veel zeggen of lachen, maar dan moet je wel op zo’n plaatsen vier bisnummers geven. Je hoort mij niet klagen over mijn publiek. Ik doe ook vooraf geen tien of twintig try-outs. Ik doe er twee, weet dan al hoe het publiek reageert. Wat ik best eruit haal, wat erin mag blijven. De mensen willen ook altijd mijn bekendste liedjes horen. Dat is maar logisch hé. Na zoveel jaren optreden weet ik al wat het publiek graag van mij hoort. Een grap mag niet langer duren dan ze mag duren. Je moet het niet nodeloos rekken. De mensen moeten het probleemloos kunnen verwerken en zich amuseren.”

(PADI)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier