Bert Cosemans speelt ‘Emile’ in 40-45 : “Ik ben maar een middelgroot radertje in deze musical”

Bert in actie. © FODI
Patrick Depypere
Patrick Depypere Medewerker KW

Op 7 oktober 2018 werd de spektakel-musical 40-45 losgelaten op het grote publiek. Het concept van Gert Verhulst met muziek van Will Tura en Steve Willaert sloeg in al een bom, want de tickets vlogen de deur uit. Tot begin december staat deze musical al geprogrammeerd in het Studio 100 Pop-Up Theater in Puurs. Sinds kort speelt Bert Cosemans ook mee in 40-45. Hij speelt de rol van Emile.

Bert Cosemans is geen onbekende naam in Vlaanderen. Hij deed al in heel wat producties mee. Kan deze productie 40-45 hem nog iets bijleren?

Bert : “Absoluut! Ik deed nog nooit mee aan een musical. Dat was voor mij heel nieuw en dus heel spannend, nog altijd. Misschien is het meest spannende dat die scène hier ontzettend groot is en dat je op tijd op je plekje moet geraken. Zeker met die openingssong is het van moet ik versnellen?, “moet ik vertragen?” Ik ben in een systeem terecht gekomen dat zodanig geolied loopt. Ik ben daar als een puzzelstukje in gezet, omdat ik op zich niet zoveel repetities meemaakte, wel heel goed werd begeleid, maar toch is het spannend. Om hier in mee te mogen doen in zo’n groot ding, ja absoluut, ik leer nog bij.”

Je was niet bij de eerste lichting van acteurs die mochten meespelen in 40-45. Heb je toch auditie moeten doen of hebben ze je gevraagd?

Bert : “Ze hebben mij gevraagd omdat Lucas Van den Eynde ging stoppen. Ze vroegen of ik wilde komen zingen. Ik vermoed dat de mensen van Studio 100 mij wel kennen van Amika en van andere dingen die ik bij hen gedaan heb. Ik ben dus gaan zingen. Maar ik ben voornamelijk een theateracteur, eigenlijk alleen maar theater of tv. Ik heb dus die auditie gedaan en ik zong daar de eerste keer. Toen vroegen ze : heb je het spektakel al gezien ? Ik zei : neen. Toen vertelden ze over bepaalde scènes – ik mag geen spoiler zijn uiteindelijk – of je kan breken op dat moment. Ik ben acteur dus dat kan ik wel, dus ben ik beginnen zingen en na twee lijnen liepen de tranen over mijn wangen en toen was het in orde. Ik vroeg toen ook : wie zijn de andere mensen die auditie doen ?” Toen zeiden ze : eigenlijk is er niemand anders. Toen dacht ik van okee, wat druk op mijn schouders maar laat maar komen.”

Hoelang duurden de voorbereidingen, de repetities?

Bert : “Ik denk dat ze mij ergens in februari hebben gecontacteerd. Ik ben twee keren komen kijken en ik heb drie à vier keren komen meelopen achter de scène om te zien hoe alles verliep. Ik had een boekje bij en ik schreef alles op. Eigenlijk hebben we niet zoveel gerepeteerd omdat er hier niets meer uitgevonden moest worden. Ik heb mijn tekst geleerd, de songs kende ik al maar daar werd ook met de vocal coaches aan gewerkt, maar ik krijg soms wel nog wat opmerkingen maar dat vind ik fijn omdat dat nog vrij nieuw is voor mij. Ze zeggen dan : daar kan je nog dit en daar kan je nog dat… Ik vind dat aangenaam. Maar die speelscènes als je die bij elkaar legt, dan is dat op zich niet zo heel veel. Het is een gigantisch groot spektakel met heel veel mensen en ik ben maar een klein – enfin – een middengroot radertje in dit ding. Dat spelen ging eigenlijk vrij vlug goed.”

Bert, samen met Jo Hens (links) en Michiel De Meyer.
Bert, samen met Jo Hens (links) en Michiel De Meyer.© FODI

Je speelt de rol van de vader. Was dat een moeilijke rol, moest je op bepaalde zaken letten?

Bert : “Waar moet ik op letten als vader ? Da’s een moeilijke vraag, de situatie is zoals ze is. Ik denk hierin terug aan verhalen die ik hoorde van mijn grootouders over vroeger de Leuvense stoof en over de sfeer die ook nog in de jaren ’70 en ’80 nog lang heeft doorgewerkt. De situatie is op zich heel duidelijk dat de vader door zijn verleden als soldaat zelf in die situatie heeft gezeten. Dat zijn zoon – zijn lievelingszoon uiteindelijk – kiest voor het Vlaams nationalisme in de foute vorm van de jaren veertig..”

Is dat heel grote podium een probleem om te acteren ? Moeilijk om te weten waar je moet staan?

Bert (laat een gelamineerd papiertje zien) : “Ik heb opgeschreven wat ik moet doen. (Toont op papiertje) Dat is dus de proloog, hier moet ik op door poort 2, af door poort 2, stofjas af, jas en sjaal goed aan en boekentas, hier heb ik 4 pagina’s, hier zelf 17 pagina’s rust. Ik heb voor mezelf een parcours opgetekend. Op dit blaadje moet ik gelukkig minder en minder kijken. Nu begin ik meer te weten van aah nu is het dit en straks dat. Ik weet toen ik in het publiek zat dat ik me probeerde te focussen op waar zitten we nu, maar dat kan je niet bijhouden. Achter de scène is dat veel duidelijker van nu staat dat daar. Het spelen op zich – doordat we met micro’s werken – is ook wel aangenaam omdat je heel klein kan spelen. Ik maak me wel geregeld kwaad, maar omdat je in de mensen hun oren bijna zit kan je heel klein spelen. Je hebt eigenlijk de mogelijkheid om beiden te doen. Dat is eigenlijk een mix tussen theater spelen en voor tv werken.”

In hoeveel opvoeringen speel je nog mee?

Bert : “Ik denk dat ik in het totaal – tot de reeks in december – aan 90 voorstellingen zal zitten.”

Wat is je nu al het meest bijgebleven van alle voorstellingen of repetities?

Bert : “Dat ik mij hier ongelofelijk welkom voel en dat ik ook voel dat dat echt gemeend is. Van die kleine petotters tot de figuranten tot iedereen eigenlijk. Dat het hier een zeer aangename plek is om te vertoeven én om te mogen spelen. Dat is voor mij het mooiste.”

Een sfeerbeeld.
Een sfeerbeeld.© FODI

(PADI)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier