Een vals eindpunt

Redactie KW

Ik sta op de parking van een kruidenierswinkel in Rose Lodge, slechts een kleine dertig kilometer verwijderd van Neskowin. Daar wacht de Pacific, mijn tweede oceaan van deze trip. De eerste, de Atlantische, zag ik op dag een en ligt helemaal aan de andere kant van dit gigantische land. Ik ben gestopt om nog wat suikers in te slaan en ik vertel aan iedereen die het wil horen dat mijn tocht er bijna op zit. Enkele dorpelingen delen mijn enthousiasme, maar tegelijk merk ik een soort nuchterheid die ik voordien amper tegenkwam. Ook het trage, eenzame leven dat de voorbije weken kenmerkte, lijkt plots een paar versnellingen hoger geschakeld te zijn.

“Pas nadat ik mijn fiets voorbij een hoop rotsen heb geduwd, zie ik de oceaan voor mij blinken”

Toch lijkt van nu af aan alles bevattelijk en doenbaar. Ik geniet en snuif mijn longen vol met een mengeling van bos- en zeelucht. Ik voel me moe en tegelijk springlevend.

Op het moment dat ik in Neskowin aankom, is nog enig bochtenwerk vereist om daadwerkelijk te zien waar ik nu al zo lang naar uitkijk. Heel bewust sla ik mijn ogen neerwaarts. Alsof ik het moment suprême zo lang mogelijk wil uitstellen. Pas nadat ik mijn fiets voorbij een hoop rotsen heb geduwd, zie ik de oceaan voor mij blinken. De zon schijnt fel, maar de zeebries zorgt voor de perfecte gevoelstemperatuur. Op het strand stoeien kinderen en schuiven amoureuze koppels voorbij. Overenthousiaste honden jagen op ongrijpbare meeuwen. Een ordinair strandtafereel, dat me nu danig ontroert. Ik gooi mijn helm in de lucht en strek mijn armen ten hemel.

“Hier in Oregon waait duidelijk een andere wind dan in the heartland”

Een ferme vrouw en haar schriele man die de lijn van het water afwandelen zien me staan en komen naar me toe. Laura en Dave heten ze, en het zijn duidelijk geen heartlanders. Ze stralen rijkdom uit. Na de klassieke kennismaking en de al even klassieke uitingen van bewondering aan mijn adres, leg ik hun uit waarom ik deze reis per se wilde maken. “Onze berichtgeving over jullie land kan soms zeer negatief zijn en daarom…” “Tja, onze president helpt daar natuurlijk niet echt bij”, onderbreekt Laura driftig. “Gelukkig is niet heel Amerika fan van Trump. Wij absoluut niet!”

Hier in Oregon waait duidelijk een andere wind dan in the heartland. Daar bliezen ze vaak de loftrompet voor Trump. Tot het zelfs pijn deed aan de oren.

Laura zet haar boodschap nog wat extra kracht bij. “Ik ben er zeker van dat de buitenwereld ons sinds zijn verkiezing anders bekijkt. Hij wordt verondersteld te vertegenwoordigen waar de meerderheid van de bevolking voor staat. Niet dus. “He’s a horrible man. He really is a horrible person.” Zes keer herhaalt ze het uiteindelijk.

De zomerse strandsfeer is intussen helemaal omgeslagen. Ik verander het geweer even van schouder en pols bij Dave naar bezienswaardigheden op de rest van mijn route. Wanneer we samen boven mijn stafkaart hangen, overvalt me het besef dat ik er eigenlijk helemaal nog niet ben. Dit is een vals eindpunt, hoe echt de euforie daarnet ook leek. Als iemand die ontzettend blij is om thuis te komen, maar zijn sleutel vergeten is en de echte thuiskomst nog even moet uitstellen. Een goede 180 kilometer meer bepaald, want zo ver is het tot Astoria.