Dries Vermeesch: “Oud-burgemeester Goekint noemde me ooit een masochist”

Dries Vermeesch: "Ik denk dat ik een beetje te braaf ben. Niet radicaal genoeg." © Davy Coghe
Hannes Hosten

Ereschepen Dries Vermeesch (76) is al 18 jaar weg uit de actieve politiek, maar blijft het op de voet volgen. Meer zelfs, hij windt zich nog regelmatig op over zaken die hij hoort en leest. En dat hij op een haar na de burgemeesterssjerp miste, blijft een open wonde. “Niet omdat ik zo veel ambitie had, maar omdat niemand mij eerlijk durfde zeggen wat de reden was.”

Dries Vermeesch wachtte niet op de kade, hij zit al klaar op het dek voor zijn Mercatorgesprek. Voor de foto’s poseert hij goedlachs aan het grote en kleine roer. “Ik heb genoeg geroerd in Oostende”, komen de woordspelingen vanzelf naar boven. En: “Zo sta ik toch nog eens aan het roer. Van een schip dat niet meer vooruit gaat.”

Heb je maritieme voorouders?

“Mijn schoonvader was visser, zelf kom ik uit landbouwmiddens. Mijn vader woonde op de Meiboom en was veehouder-melkventer. Ik ontdekte Oostende door elke ochtend mee te gaan op melkronde. Als snotneus van een jaar of twaalf schreef ik mijn eerste kritische lezersbrief aan De Zeewacht. We zagen dat de watertoren in ‘t Bosje werd gebouwd en ik vond het geldverspilling om er gevelsteentjes tegen te plaatsen. De brief is gepubliceerd, maar de gevelsteentjes staan er toch. Er is niet naar mij geluisterd.”

Je was toen al een kritische burger.

“Het is ongeneeslijk hé. Ik ben er nog veel te veel mee bezig. Dat is niet goed. Ik ben al van het jaar 2000 uit de actieve politiek, maar ik kan nog altijd niets lezen of horen zonder emoties. Trek het je niet aan, zegt mijn vrouw dan. Of soms doet ze mee, in de hoop dat ze me zal kunnen afleiden.”

Had je van jongs af politieke ambitie?

“Eigenlijk niet. Maar het lag in het verlengde van wat ik graag deed: spreken, schrijven, veel contact hebben met mensen. En het sloot aan bij mijn beroep. Ik was secretaris bij middenstandsvereniging NCMV, het huidige Unizo, dat toen heel sterk gelinkt was aan de CVP. Dries, je moet op de lijst, zei burgemeester Jan Piers. Ik nam tien keer deel aan verkiezingen, in eerste instantie om mijn organisatie te dienen. Ik moest stemmentrekker spelen.”

Vandaag heb je er spijt van dat je politiek en middenstandsorganisatie moest combineren.

“Dat was niet gezond. Vandaag is het ook niet meer toegelaten, iets wat ik nog geadviseerd heb aan toenmalig Unizo-topman en huidig minister Kris Peeters. Ik vind dat mijn middenstandsstempel misbruikt is binnen de CVP. Er is die pijnlijke ervaring waar ik nog altijd mee zit, dat ik in 1997, tegen alle verwachting in, Julien Goekint niet mocht opvolgen als burgemeester omdat er een rechtszaak tegen mij liep. Ik vermoed dat het ACW de doorslag gaf, omdat ik met mijn Unizo-stempel voor hen niet aanvaardbaar was.”

Maar dat weet je niet zeker?

“Het is nog altijd een vraagteken. Niemand durfde me eerlijk zeggen hoe de dingen in elkaar zaten. Vonden ze mij niet bekwaam? Of wilden ze mij net redden of sparen? Dat zou kunnen, want de SP was op dat moment al de grootste partij. We zouden maar weinig meer te zeggen hebben gehad. Na het schrijven van mijn memoires kwam ik in contact met een dame die het gesprek had gehoord waar beslist werd mij politiek te liquideren. Dat was in het achterzaaltje van een horecazaak, maar je kon het horen tot in de gelagzaal. ‘Je zal voor de rest van je leven ongelukkig zijn als je weet wie jou geliquideerd heeft’, zei ze me. Van politieke tegenstanders kan je zoiets verwachten. Dat zou me zo ongelukkig niet maken. Blijkbaar waren het dus ‘vrienden’.”

Wou je zo graag burgemeester worden?

“Het is niet daarom dat ik in de politiek ben gestapt. Maar als je op die trein zit, wil je machinist worden. Mensen staan achter je en sporen je aan het te doen. Maar wat me echt op de lever ligt, is dat mensen binnen en buiten de partij tot op vandaag nooit verduidelijking gaven. Het burgemeesterschap ging naar SP’er Jean Vandecasteele in ruil voor compensaties, 200 miljoen Belgische frank extra die de CVP aan beleid mocht spenderen. Maar daar kwam niets van terecht.”

Ben je nog dikwijls bezig met die hele zaak?

“Het komt weer naar boven als ik uitgelokt word door een journalist.” (lacht)

Vreemd vind ik dat je de partij niet de rug hebt toegekeerd.

“Juist ik, die zo’n klop heb gekregen, ben de enige mandataris van die tijd die nog CD&V-vergaderingen bijwoont. Oud-burgemeester Julien Goekint noemde me daarom ooit een masochist. Maar ik ben zo overtuigd van de formule van een volkspartij. Een mixte van links en rechts. Natuurlijk, in de oppositie hebben wij het moeilijk. En ook als we besturen in combinatie met een heel sterke SP.A-burgemeester, een dictator met de beste bedoelingen, met een heilig geloof dat hij het best weet.”

Die burgemeester kiest nu zelf ook voor zo’n mixte.

“Maar dan wel onder de naam ‘Stadslijst’. Tot zondag 14 oktober toch. Vanaf maandag 15 oktober bestaat er geen Stadslijst meer. Dan zal het weer SP.A zijn. Hoe kunnen mensen zo naïef zijn om daarin te geloven? Een partij waar iedereen welkom is? Vergeet het. De burgemeester dicteert.”

Hebben gewone CD&V-leden dan wel veel inspraak?

Ook te weinig. Maar ik ben een oude zaag hé. Inspraak is een mooi ideaal, maar ik merk dat het niet veel verschil uitmaakt. Ik zit in het ‘open bestuur’ bij CD&V, dat is niet het kernbestuur. Maar de kern is op dat open bestuur zelfs niet aanwezig.”

Was je genoeg machtspoliticus?

Ik denk dat ik een beetje te braaf ben. Niet radicaal genoeg. Ten tijde van die burgemeesterskwestie had ik kunnen zeggen: nu stop ik ermee! Niet met mij! Maar zo’n ziekelijke, geobsedeerde machtswellusteling ben ik niet. Johan Vande Lanotte, toen minister van Binnenlandse Zaken, zei mij op een bepaald moment dat hij mij niet kon benoemen als burgemeester omdat er rechtszaken tegen mij liepen. Dat was een grove leugen. Ik kon wel benoemd worden. Maar als het zo ver ging, hoefde het voor mij niet meer. Daaraan zie je dat mijn ambities toch niet de grootste waren.”

“Die rechtszaak was verschrikkelijk. ‘Wat heeft Dreten uitgestoken?’, zeiden ze op de Konterdam”

Die rechtszaak ging over vermeende belangenvermenging bij de publicatie van een fotoboek over Oostende. Hoe zwaar woog dat op je?

“Dat was verschrikkelijk. Je doet van alles, velen vinden dat goed en magnifiek, maar anderen gebruiken het om je een proces aan te doen. Ik raak nog altijd opgewonden als ik eraan denk. Op mijn wijk, de Konterdam, zeiden ze: wat heeft Dreten uitgestoken? Ik ben over de hele lijn vrijgesproken, maar zeven jaar na datum. En met zo’n erge gevolgen!”

Zou je opnieuw in de politiek stappen?

“Ja. Het einde was verschrikkelijk, maar ik heb een mooie loopbaan gehad. Het meest trots ben ik op Theater aan Zee, dat ik als Toerismeschepen mee uit de grond stampte en waarmee we voor het eerst de stap zetten naar cultuur als toeristisch promotiemiddel. Mijn belangrijkste beslissing, al is die minder bekend, was om Toerisme Oostende op te richten, waarin mensen van de stad en uit de privé samen beslissen. Daarvoor heb ik echt moeten onderhandelen en mensen overtuigen. Maar met resultaat. Heel trots ben ik op de aanstelling van Toerismedirecteur Geert Declerck, zijn opvolger Peter Craeymeersch en evenementencoördinator Vincent Drouard. Zij speelden en spelen een heel positieve rol.”

Wat betekent de C Christen van CD&V nog voor jou?

“In de partij zie ik dat verdwijnen, waardoor we ons nog moeilijker kunnen profileren. Voor mij betekent het nog iets. Het maakt me duidelijk dat ik alle mensen graag moet zien. Ik ga niet elke zondag naar de mis, maar toch regelmatig. In mijn vroegere thuisparochie op de Konterdam of, sinds we in het centrum wonen, in het Kapucijnenkerkje. Het is een bron van inspiratie en van een rustig moment.”

“De C van CD&V betekent voor mij nog iets. Het maakt me duidelijk dat ik alle mensen graag moet zien”

Zou het socialisme jouw inspiratiebron kunnen zijn?

“Nee. Ik vind dat ze te weinig geloven in de kracht van de mens.Plus est en vous, dat ontbreekt. Ze willen alles zelf doen. Ik denk aan de Seniorenadviesraad, die zelf activiteiten organiseert voor senioren en zo het mij zo dierbare middenveld uitschakelt. Of het Centrummanagement, dat de Verenigde Handelaarsbonden overbodig maakte. Verenigingen brengen mensen samen. Ik denk dat dat ooit nog terugkeert. Maar je kan me dus wel eerder bleekblauw dan bleekrood noemen.”

Hoe zal CD&V het doen bij de gemeenteraadsverkiezingen?

“Ik kijk uit naar de voorstelling van de lijst. Als er geen ondernemers, te weinig vrouwen of te weinig jongeren op staan, is het mijn lijst niet. In mijn tijd hadden we 14 verkozenen, nu nog drie. En de neergang begon met de troubles rond mijn persoon. Maar onzeschepenen doen het heel goed: Bart Plasschaert is een heel goede Cultuurschepen, Krista Claeys haalt echt het maximum uit haar beperkte bevoegdheden. Ik hoop dat we vooruit gaan. En misschien halen we een score die nog nuttig zal zijn voor een meerderheid.”

Als Dries voor lange tijd op reis zou gaan…

Iets goed te maken: “Een lange reis zou ik niet maken. Ik zou niet weten wat er bij CD&V gebeurt! (lacht) Maar als we met de Mercator op reis zouden gaan, dan neem ik mijn familie mee. Ik weet wel dat ik nog iets goed te maken heb. Ook al heeft mijn familie mijn drukke bezigheden goed aanvaard, soms realiseer ik me wel dat ik hier of daar niet bij ben geweest of te weinig tijd aan heb besteed. We zouden gewoon de zee op trekken, niet naar een speciale bestemming.”

Schildersezel: “Ik zou zorgen dat ik elke dag de krant kan lezen. Ik wil weten wat er in mijn stad en land gebeurt. Al moeten ze hem met een parachute neerlaten. Of online natuurlijk. Als we echt lang op reis gaan, neem ik ook mijn schildersezel mee. Ik schilderde in mijn jonge jaren en pikte dat weer op na mijn pensioen. Ik ben nu volop met marineschepen bezig, maar schilderde ook al de honden van mijn kleinkinderen. Het mooiste cadeau dat ik hen kan geven.”

Stadscentrum: “Ik zou het moeilijk hebben om de evenementen in Oostende te missen. En de sfeer in het stadscentrum. Ook al woonde ik het grootste deel van mijn leven op de Konterdam, nu wil ik niet meer weg uit het centrum. En om mijn vrouw te plezieren: ik zou ook het strand en de zee missen. Daar is vooral zij dol op, maar het vraagt van mij geen grote inspanning om mee te gaan.”

Toerismebureau: “Ik ben benieuwd wat er met het Toerismebureau op het Monacoplein zal gebeuren. Dat wil ik volgen. Hotel Terminus, wordt nu gezegd, maar ik zie dat nog veranderen. Ik vind het Monacoplein nog altijd de beste locatie. Mochten we weg zijn met de gemeenteraadsverkiezingen, dan ga ik niet mee op bootreis. Dat wil ik niet missen. Wie burgemeester wordt? Ik durf het echt niet zeggen.”

Nieuwpoort: “Mocht ik na de reis niet naar Oostende kunnen terugkeren, zou ik me in Nieuwpoort installeren. Ook een stad aan zee, waar heel wat te beleven is.”

Bio

Privé: Geboren in Oostende op 16 februari 1942. Getrouwd met Jacqueline Clybouw. Drie kinderen, ‘allen ondernemers’, Steven, Tine en Peter. Negen kleinkinderen, een achterkleinkind.

Opleiding en loopbaan: Maatschappelijk assistent. Van 1968 tot 2002 regiosecretaris van middenstandsorganisatie NCMV, later Unizo. Gemeenteraadslid (1980-2000) en schepen (1983-2000) stad Oostende, onder meer van Toerisme.

Vrije tijd: Schrijven, onder meer zijn memoires en boek over de historiek van NCMV en Unizo in de regio Oostende. Schildert met olieverf.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier