Tijd om te hamsteren

Wim Lybaert
Wim Lybaert Moestuinier

Televisiemaker, moestuinier en Bruggeling Wim Lybaert laat zich inspireren door mensen die zijn hart verwarmen, momenten die hij nooit wil vergeten en het goeie West-Vlaamse leven.

Zo moet het gevoeld hebben toen Mozes en zijn volk in de woestijn het manna uit de hemel zagen vallen. Ik loop scharrelend door de tuin en sprokkel de herfst bij elkaar. Moeder Natuur strooit nog een laatste keer genereus voedsel in het rond. Een bak kastanjes staat al te drogen, stoofperen en -appels popelen om in moes te veranderen en walnoten liggen te wachten op gretige handen. Mijn moestuin is klaar om in zijn winterbedje gestoken te worden en na een laatste krachtinspanning ga ik straks ook in winterslaap. Zwetend en puffend haal ik nog zo’n honderd kilogram late aardappelen uit de grond en breng ze naar de kelder. De pompoenen die een hele zomer verstoppertje speelden onder hun grote bladeren zijn nu gezien, overal liggen ze gewoon voor het oprapen. Ik verzamel er zeventien, variërend van groot tot gigantisch. In mijn serre sprokkel ik nog de laatste tomaten en een verdwaalde aubergine. Niets gaat verloren. Het seizoen van de overvloed is gepasseerd, het hamsteren is begonnen. Hét moment om in te maken: ons huis ruikt naar soepen, compote en chutney.

Uit Engeland bracht ik enkele jaren geleden een oud kookboek mee vol inmaakrecepten. Pompoen- of perenchutney, ingemaakte rode biet, zoetzure witte kool, kweeperengelei, zilveruitjes en augurken in het zuur…

Natuurlijk kan je alles gewoon in de diepvriezer bewaren, maar dat inmaken vind ik gezellig en nostalgisch. Pekelen, fermenteren en opleggen in azijn was vroeger een noodzaak, toen de koelkast nog niet bestond. Zo legde men een wintervoorraad aan om de karige maanden te overbruggen, maanden waarin er niets meer groeide op het land. Doordat verse groenten nu het hele jaar verkrijgbaar zijn, is het inmaken een beetje op de achtergrond gesukkeld. Men is het vergeten en verleerd. En dat is jammer, want dat zijn unieke smaken die we opnieuw moeten ontdekken volgens mij.

Bovendien zijn het smaken en geuren die perfect bij de herfst passen. Als je met je neus boven een pot chutney hangt, ruik je zuur, zoet en kruidig allemaal door elkaar. Een beetje chutney bij een stevige boterham met kaas, of bij een stukje wild, veel lekkerder kan de herfst niet worden. Bovendien geeft die goedgevulde voorraadkast vol ingemaakte groenten en fruit mij een geruststellend gevoel. Laat de winter maar komen, de Lybaerts zullen niet van de honger omkomen! 😉

(Foto Flickr)