Onze West-Vlaamse kampioenen

Bert Vanden Berghe

Vanaf woensdag 20 december speelt ‘F.C. De Kampioenen 3 – Forever’ in de bioscoopzalen, waarbij onze favoriete amateurvoetballers zelfs in Afrika terechtkomen. Wij polsten even naar het kampioenengehalte bij Niels Destadsbader (Ronaldinho) uit Deerlijk, Ann Tuts (Doortje) met roots in Zwevegem en Johny Voners (Xavier), die op vandaag in Waregem woont.

En deze vijf West-Vlamingen kan je ook spotten…

Onze West-Vlaamse kampioenen

Jean-Marie Dedecker als judocoach annex bullebak. Hij is de enige West-Vlaming in de film die met een goed hoorbaar accent praat.

Justine Dejonckheere als stewardess. Zij verbleef tijdens de opnames overigens in dezelfde streek, op vakantie.

Guga Baúl als gevangene. In de vorige film was hij ook al te zien. Hij is een notoire fan van de Kampioenen en maakte op school zelfs zijn thesis over de reeks. In de beginjaren van de reeks was hij ook al eens figurant.

Gunter Lamoot als gevangene. Hij was ook al in de vorige film te zien in het gezelschap van zijn stand-upcomedy-collega’s Xander De Rycke en William Boeva.

Jeroen Maes als laborant. De theatermaker, die al sinds begin jaren 90 opduikt in televisieseries, maakt hiermee zijn filmdebuut. Eerder sprak hij wel al de stem in van een… lama in de film K3 Dierenhotel.

Niels Destadsbader: “De kapiteinsband! Veel beter kan het toch niet worden?”

Onze West-Vlaamse kampioenen

Hoe heb je de opnames ervaren?

“Het was heel tof. Wat mij ongelooflijk is bijgebleven, is dat we doorkregen dat we al om half vier ‘s morgens moesten vertrekken om tegen acht uur op de set te staan. Het waren bij momenten korte nachten. Voor sommigen die al een jaartje ouder zijn, was het wat recupereren. Dan stop je na zo’n lange rit en denk je dat je er bent, maar blijkbaar waren we gewoon gestopt voor een kudde overstekende zebra’s. Als dan even later giraffen passeren op de plek waar je aan het draaien bent én dat ook heel normaal blijkt te zijn… best grappig eigenlijk. Ik ben heel blij met de film, ook al omdat ik met Tranen met Tuiten de titelsong mocht maken. Een eerbetoon aan De Kampioenen en tegelijkertijd ook een echte cafésong, zo eentje die om drie uur ‘s nachts speelt, waarbij je er nog één drinkt met je maten en zegt dat je hen graag ziet. Maar een van de tofste dingen aan deze film is dat ik de kapiteinsband aan kreeg. ‘Dit meen je niet’, zei ik tegen Jan Verheyen. Als fan van het eerste uur, is dat toch echt het hoogste dat je kan bereiken.”

Waarin ben je zelf kampioen?

“Sowieso in dingen vergeten. Voor de première moest ik op tijd inschrijven om extra plaatsen te reserveren, maar dan vergeet ik dat en moet ik op het laatste moment nog in allerijl telefoontjes doen. Of vier dagen weg zijn van huis en mijn moeder die dan vaststelt dat de lichten en de verwarming nog aan zijn… Ongelooflijk stom, maar ik ben met zoveel bezig, dat ik dan zoiets vergeet. En als je het aan mijn moeder zou vragen, dan zegt ze vast ook dat ik kampioen ben in het brengen van de was.” (lacht)

Wat is je favoriete personage in ‘F.C. De Kampioenen’?

“DDT. Wat alles te maken heeft met mijn voorliefde voor Jacques Vermeire. Grappig dat ik pas in deze film ook een scène had met hem.”

Had je graag eens een andere rol gespeeld in ‘F.C. De Kampioenen’?

“Xavier speel ik al elke donderdagavond, in mijn stamcafé. (lacht) Ik zou zeggen: Balthazar Boma, maar niemand kan die rol zo goed spelen als hij. Zot als je weet dat ze die rol ooit eerst aan Bart Peeters hebben voorgelegd…”

Heb je een favoriete grappige film(scène) aller tijden?

“Nog choco! Een hilarische scène uit Koko Flanel met Urbanus. Heerlijk!”

Een favoriete comedyacteur?

“Will Smith. Ik ben een grote Fresh Prince of Bel-Air-fan, dus ik hoop hem ooit eens te mogen ontmoeten.”

Is er nog een rol die je wil spelen?

“Ik heb altijd gedroomd van een dramatische rol en onlangs kreeg ik daar een aanbieding voor. Maar ik zit in een periode waar alles te veel onder een vergrootglas wordt bekeken. Ik voel me nog niet zeker genoeg. Er zijn ook heel wat andere zaken waarmee ik bezig ben. Zo baal ik enorm dat ik moest passen voor een aanbieding voor voetbalverslaggever. Soms maak ik me de bedenking dat ik al blij mag zijn dat de mensen het oké vinden dat ik én zing, én acteer én presenteer.”

Wat staat er in 2018 nog op het programma?

“Eind januari zijn er de MIA’s, waarvoor ik drie nominaties heb, zelfs eentje in dezelfde categorie als Bart Peeters, wat ik geweldig vind. Vanaf mei toeren we met Niels & Wiels langs enkele grote zalen in Vlaanderen, terwijl ik ondertussen werk aan een nieuwe plaat. Ik ben volgend voorjaar veel te zien op tv, in onder meer De Wensboom, Liefde voor Muziek en Belgium’s Got Talent, maar het meeste daarvan werd al opgenomen. En deze zomer treed ik op, maar met een uitgebreidere bezetting en nog betere omkadering. Daar kijk ik ook heel hard naar uit.”

Wat mogen we je wensen voor 2018?

“Ik heb altijd gezegd dat als ik ooit in grote zalen zou spelen mijn grootouders, die nog leven, erbij zouden mogen zijn. En dat ik wat meer bij mijn petekinderen kan zijn. Dat is een beetje mijn voornemen ook, want ze groeien zo snel.” (lacht)

En deze vijf West-Vlamingen kan je ook spotten…

Onze West-Vlaamse kampioenen

Jean-Marie Dedecker als judocoach annex bullebak. Hij is de enige West-Vlaming in de film die met een goed hoorbaar accent praat.

Justine Dejonckheere als stewardess. Zij verbleef tijdens de opnames overigens in dezelfde streek, op vakantie.

Guga Baúl als gevangene. In de vorige film was hij ook al te zien. Hij is een notoire fan van de Kampioenen en maakte op school zelfs zijn thesis over de reeks. In de beginjaren van de reeks was hij ook al eens figurant.

Gunter Lamoot als gevangene. Hij was ook al in de vorige film te zien in het gezelschap van zijn stand-upcomedy-collega’s Xander De Rycke en William Boeva.

Jeroen Maes als laborant. De theatermaker, die al sinds begin jaren 90 opduikt in televisieseries, maakt hiermee zijn filmdebuut. Eerder sprak hij wel al de stem in van een… lama in de film K3 Dierenhotel.

Ann Tuts – “Ik ben de kampioen in de chaos”

Onze West-Vlaamse kampioenen

Hoe heb je de opnames ervaren?

“Ik heb als een van de enigen van de cast op een neutrale manier kunnen kijken naar de film, omdat ik niet in Zuid-Afrika zat. Dat was nu eenmaal zo volgens het scenario. Dju toch, dacht ik, ze hebben mij gestraft! (lacht) Maar ik ben toch heel blij, ik heb een aantal toffe scènes gedaan. Wie in Vlaanderen kan zeggen dat hij nog in Boma’s worstenmachine heeft gezeten? Dat was een… speciale ervaring. (lacht) En er was één scène waarbij ik op een bureau moest kruipen. Jan (Verheyen, red.) gaf mij veel vertrouwen om daar ver in te gaan. Op den duur kroop hij letterlijk mee op dat bureau. Best wel boeiend, eigenlijk.”

Waarin ben je zelf kampioen?

“In de chaos. Een gps volgen is heel moeilijk voor mij. In mijn gedachten loopt het vaak verkeerd, maar uiteindelijk komt het altijd wel goed.”

Wat is je favoriete personage in F.C. De Kampioenen?

“Marcske. Omdat hij nog wat dat kinderlijke heeft. Daardoor komen die grappen van hem ook zo goed over.”

Had je graag eens een andere rol gespeeld in ‘F.C. De Kampioenen’?

“Ik heb in één aflevering eens in de huid mogen kruipen van Carmen Waterslaeghers. Doortje moest meer assertiviteit kweken. Ik nam alles over van Carmen, inclusief de oneliners. Dat was heel leuk om te doen.”

Heb je een favoriete grappige film(scène) aller tijden?

“Ik heb onlangs nog een aantal zaken teruggezien van Jiskefet(een Nederlandse absurd-satirische reeks, red.). Ik heb dat altijd hilarisch gevonden. Zo is er een scène waar Sinterklaas langsgaat in een rusthuis en die is zo straf én grof, dat je je afvraagt hoe ze daar ooit mee zijn weggeraakt.”

Wat staat er in 2018 nog op het programma?

“Van januari tot en met april brengen we met theatergezelschap Het Ongerijmde het stuk Cyrano. Dat doe ik samen met Jenne Decleir en met Danny en Machteld Timmermans. In de zomer repeteer ik voor de musical 40-45, waarin ik de moeder van Jonas Van Geel en Jelle Cleymans vertolk. Een rol die ik afwisselend speel met Marleen Merckx, overigens.”

Niels Destadsbader: “De kapiteinsband! Veel beter kan het toch niet worden?”

Onze West-Vlaamse kampioenen

Hoe heb je de opnames ervaren?

“Het was heel tof. Wat mij ongelooflijk is bijgebleven, is dat we doorkregen dat we al om half vier ‘s morgens moesten vertrekken om tegen acht uur op de set te staan. Het waren bij momenten korte nachten. Voor sommigen die al een jaartje ouder zijn, was het wat recupereren. Dan stop je na zo’n lange rit en denk je dat je er bent, maar blijkbaar waren we gewoon gestopt voor een kudde overstekende zebra’s. Als dan even later giraffen passeren op de plek waar je aan het draaien bent én dat ook heel normaal blijkt te zijn… best grappig eigenlijk. Ik ben heel blij met de film, ook al omdat ik met Tranen met Tuiten de titelsong mocht maken. Een eerbetoon aan De Kampioenen en tegelijkertijd ook een echte cafésong, zo eentje die om drie uur ‘s nachts speelt, waarbij je er nog één drinkt met je maten en zegt dat je hen graag ziet. Maar een van de tofste dingen aan deze film is dat ik de kapiteinsband aan kreeg. ‘Dit meen je niet’, zei ik tegen Jan Verheyen. Als fan van het eerste uur, is dat toch echt het hoogste dat je kan bereiken.”

Waarin ben je zelf kampioen?

“Sowieso in dingen vergeten. Voor de première moest ik op tijd inschrijven om extra plaatsen te reserveren, maar dan vergeet ik dat en moet ik op het laatste moment nog in allerijl telefoontjes doen. Of vier dagen weg zijn van huis en mijn moeder die dan vaststelt dat de lichten en de verwarming nog aan zijn… Ongelooflijk stom, maar ik ben met zoveel bezig, dat ik dan zoiets vergeet. En als je het aan mijn moeder zou vragen, dan zegt ze vast ook dat ik kampioen ben in het brengen van de was.” (lacht)

Wat is je favoriete personage in ‘F.C. De Kampioenen’?

“DDT. Wat alles te maken heeft met mijn voorliefde voor Jacques Vermeire. Grappig dat ik pas in deze film ook een scène had met hem.”

Had je graag eens een andere rol gespeeld in ‘F.C. De Kampioenen’?

“Xavier speel ik al elke donderdagavond, in mijn stamcafé. (lacht) Ik zou zeggen: Balthazar Boma, maar niemand kan die rol zo goed spelen als hij. Zot als je weet dat ze die rol ooit eerst aan Bart Peeters hebben voorgelegd…”

Heb je een favoriete grappige film(scène) aller tijden?

“Nog choco! Een hilarische scène uit Koko Flanel met Urbanus. Heerlijk!”

Een favoriete comedyacteur?

“Will Smith. Ik ben een grote Fresh Prince of Bel-Air-fan, dus ik hoop hem ooit eens te mogen ontmoeten.”

Is er nog een rol die je wil spelen?

“Ik heb altijd gedroomd van een dramatische rol en onlangs kreeg ik daar een aanbieding voor. Maar ik zit in een periode waar alles te veel onder een vergrootglas wordt bekeken. Ik voel me nog niet zeker genoeg. Er zijn ook heel wat andere zaken waarmee ik bezig ben. Zo baal ik enorm dat ik moest passen voor een aanbieding voor voetbalverslaggever. Soms maak ik me de bedenking dat ik al blij mag zijn dat de mensen het oké vinden dat ik én zing, én acteer én presenteer.”

Wat staat er in 2018 nog op het programma?

“Eind januari zijn er de MIA’s, waarvoor ik drie nominaties heb, zelfs eentje in dezelfde categorie als Bart Peeters, wat ik geweldig vind. Vanaf mei toeren we met Niels & Wiels langs enkele grote zalen in Vlaanderen, terwijl ik ondertussen werk aan een nieuwe plaat. Ik ben volgend voorjaar veel te zien op tv, in onder meer De Wensboom, Liefde voor Muziek en Belgium’s Got Talent, maar het meeste daarvan werd al opgenomen. En deze zomer treed ik op, maar met een uitgebreidere bezetting en nog betere omkadering. Daar kijk ik ook heel hard naar uit.”

Wat mogen we je wensen voor 2018?

“Ik heb altijd gezegd dat als ik ooit in grote zalen zou spelen mijn grootouders, die nog leven, erbij zouden mogen zijn. En dat ik wat meer bij mijn petekinderen kan zijn. Dat is een beetje mijn voornemen ook, want ze groeien zo snel.” (lacht)

En deze vijf West-Vlamingen kan je ook spotten…

Onze West-Vlaamse kampioenen

Jean-Marie Dedecker als judocoach annex bullebak. Hij is de enige West-Vlaming in de film die met een goed hoorbaar accent praat.

Justine Dejonckheere als stewardess. Zij verbleef tijdens de opnames overigens in dezelfde streek, op vakantie.

Guga Baúl als gevangene. In de vorige film was hij ook al te zien. Hij is een notoire fan van de Kampioenen en maakte op school zelfs zijn thesis over de reeks. In de beginjaren van de reeks was hij ook al eens figurant.

Gunter Lamoot als gevangene. Hij was ook al in de vorige film te zien in het gezelschap van zijn stand-upcomedy-collega’s Xander De Rycke en William Boeva.

Jeroen Maes als laborant. De theatermaker, die al sinds begin jaren 90 opduikt in televisieseries, maakt hiermee zijn filmdebuut. Eerder sprak hij wel al de stem in van een… lama in de film K3 Dierenhotel.

Johny Voners: “Heel wat verdikt tijdens de opnames”

Hoe heb je de opnames ervaren?

“Ik ga elk jaar naar Kaapstad met mijn vrouw. We konden ons verblijf koppelen aan de opnames, voor mij kon het dus niet beter. Vooral omdat het in een heel andere streek was, waar de uitgestrektheid echt imposant was. Wat wel lastig was, was het verschrikkelijk uitgebreide… ontbijt. Er was altijd van alles om te eten. Filmen is ook veel wachten, heel veel wachten. Ik denk dat ik zo’n 7 kilo ben bijgekomen in die weken.”

Waarin ben je zelf kampioen?

“Dat is een heel lastige vraag, omdat ik in heel veel kampioen ben. (lacht) Nee, het enige wat ik wel heb, is dat ik altijd graag goed voorbereid ben. Ik kan ‘s morgens, voor ik vertrek, niet alles vlug samenrapen. Dat moet al van de avond ervoor netjes klaarliggen.”

Wat is je favoriete personage in ‘F.C. De Kampioenen’?

“Balthazar Boma. Wellicht omdat die er het meest uitspringt.”

Heb je een favoriete grappige film(scène) aller tijden?

“Wie mij altijd is bijgebleven is Donald O’Connor die Make ‘Em Laugh zingt (in ‘Singin’ in the Rain’ uit 1952, red.). Hoe hij loopt, springt en de muren op loopt… schitterend.”

Een favoriete comedyacteur?

“Voor mijn twintigste was ik een grote fan van Jerry Lewis, alleen al omdat hij zo’n smoelentrekker was, maar gaandeweg zocht ik iets meer inhoud in een acteur.”

Is er nog een rol die je wil spelen?

“Er zijn er nog heel veel. Maar het is heel lastig om nog een goeie rol te vinden, want tegenwoordig maken ze vooral politiefilms of -series, waarin er veel gevochten wordt of een inspecteur nogal ongeloofwaardig overal rondgaat om van alles te onderzoeken. Ik zou doodgraag een schone grote rol in een serie spelen, maar ik kan al dat geweld niet meer uitstaan.”

Wat staat er in 2018 nog op het programma?

“Straks gaan we van start met Et alors… en dan… Voners!. Ik heb van 2000 tot 2014 rondgetoerd met het repertoire van Charles Aznavour en nu hebben we een vijftiental liedjes vertaald naar het Nederlands. Samen met Betty Mellaerts, Sabine Tiels en mijn dochter Els ga ik optreden. Vanaf januari gaan we aan het try-outen om uiteindelijk in het najaar overal rond te toeren.”

Ann Tuts – “Ik ben de kampioen in de chaos”

Onze West-Vlaamse kampioenen

Hoe heb je de opnames ervaren?

“Ik heb als een van de enigen van de cast op een neutrale manier kunnen kijken naar de film, omdat ik niet in Zuid-Afrika zat. Dat was nu eenmaal zo volgens het scenario. Dju toch, dacht ik, ze hebben mij gestraft! (lacht) Maar ik ben toch heel blij, ik heb een aantal toffe scènes gedaan. Wie in Vlaanderen kan zeggen dat hij nog in Boma’s worstenmachine heeft gezeten? Dat was een… speciale ervaring. (lacht) En er was één scène waarbij ik op een bureau moest kruipen. Jan (Verheyen, red.) gaf mij veel vertrouwen om daar ver in te gaan. Op den duur kroop hij letterlijk mee op dat bureau. Best wel boeiend, eigenlijk.”

Waarin ben je zelf kampioen?

“In de chaos. Een gps volgen is heel moeilijk voor mij. In mijn gedachten loopt het vaak verkeerd, maar uiteindelijk komt het altijd wel goed.”

Wat is je favoriete personage in F.C. De Kampioenen?

“Marcske. Omdat hij nog wat dat kinderlijke heeft. Daardoor komen die grappen van hem ook zo goed over.”

Had je graag eens een andere rol gespeeld in ‘F.C. De Kampioenen’?

“Ik heb in één aflevering eens in de huid mogen kruipen van Carmen Waterslaeghers. Doortje moest meer assertiviteit kweken. Ik nam alles over van Carmen, inclusief de oneliners. Dat was heel leuk om te doen.”

Heb je een favoriete grappige film(scène) aller tijden?

“Ik heb onlangs nog een aantal zaken teruggezien van Jiskefet(een Nederlandse absurd-satirische reeks, red.). Ik heb dat altijd hilarisch gevonden. Zo is er een scène waar Sinterklaas langsgaat in een rusthuis en die is zo straf én grof, dat je je afvraagt hoe ze daar ooit mee zijn weggeraakt.”

Wat staat er in 2018 nog op het programma?

“Van januari tot en met april brengen we met theatergezelschap Het Ongerijmde het stuk Cyrano. Dat doe ik samen met Jenne Decleir en met Danny en Machteld Timmermans. In de zomer repeteer ik voor de musical 40-45, waarin ik de moeder van Jonas Van Geel en Jelle Cleymans vertolk. Een rol die ik afwisselend speel met Marleen Merckx, overigens.”

Niels Destadsbader: “De kapiteinsband! Veel beter kan het toch niet worden?”

Onze West-Vlaamse kampioenen

Hoe heb je de opnames ervaren?

“Het was heel tof. Wat mij ongelooflijk is bijgebleven, is dat we doorkregen dat we al om half vier ‘s morgens moesten vertrekken om tegen acht uur op de set te staan. Het waren bij momenten korte nachten. Voor sommigen die al een jaartje ouder zijn, was het wat recupereren. Dan stop je na zo’n lange rit en denk je dat je er bent, maar blijkbaar waren we gewoon gestopt voor een kudde overstekende zebra’s. Als dan even later giraffen passeren op de plek waar je aan het draaien bent én dat ook heel normaal blijkt te zijn… best grappig eigenlijk. Ik ben heel blij met de film, ook al omdat ik met Tranen met Tuiten de titelsong mocht maken. Een eerbetoon aan De Kampioenen en tegelijkertijd ook een echte cafésong, zo eentje die om drie uur ‘s nachts speelt, waarbij je er nog één drinkt met je maten en zegt dat je hen graag ziet. Maar een van de tofste dingen aan deze film is dat ik de kapiteinsband aan kreeg. ‘Dit meen je niet’, zei ik tegen Jan Verheyen. Als fan van het eerste uur, is dat toch echt het hoogste dat je kan bereiken.”

Waarin ben je zelf kampioen?

“Sowieso in dingen vergeten. Voor de première moest ik op tijd inschrijven om extra plaatsen te reserveren, maar dan vergeet ik dat en moet ik op het laatste moment nog in allerijl telefoontjes doen. Of vier dagen weg zijn van huis en mijn moeder die dan vaststelt dat de lichten en de verwarming nog aan zijn… Ongelooflijk stom, maar ik ben met zoveel bezig, dat ik dan zoiets vergeet. En als je het aan mijn moeder zou vragen, dan zegt ze vast ook dat ik kampioen ben in het brengen van de was.” (lacht)

Wat is je favoriete personage in ‘F.C. De Kampioenen’?

“DDT. Wat alles te maken heeft met mijn voorliefde voor Jacques Vermeire. Grappig dat ik pas in deze film ook een scène had met hem.”

Had je graag eens een andere rol gespeeld in ‘F.C. De Kampioenen’?

“Xavier speel ik al elke donderdagavond, in mijn stamcafé. (lacht) Ik zou zeggen: Balthazar Boma, maar niemand kan die rol zo goed spelen als hij. Zot als je weet dat ze die rol ooit eerst aan Bart Peeters hebben voorgelegd…”

Heb je een favoriete grappige film(scène) aller tijden?

“Nog choco! Een hilarische scène uit Koko Flanel met Urbanus. Heerlijk!”

Een favoriete comedyacteur?

“Will Smith. Ik ben een grote Fresh Prince of Bel-Air-fan, dus ik hoop hem ooit eens te mogen ontmoeten.”

Is er nog een rol die je wil spelen?

“Ik heb altijd gedroomd van een dramatische rol en onlangs kreeg ik daar een aanbieding voor. Maar ik zit in een periode waar alles te veel onder een vergrootglas wordt bekeken. Ik voel me nog niet zeker genoeg. Er zijn ook heel wat andere zaken waarmee ik bezig ben. Zo baal ik enorm dat ik moest passen voor een aanbieding voor voetbalverslaggever. Soms maak ik me de bedenking dat ik al blij mag zijn dat de mensen het oké vinden dat ik én zing, én acteer én presenteer.”

Wat staat er in 2018 nog op het programma?

“Eind januari zijn er de MIA’s, waarvoor ik drie nominaties heb, zelfs eentje in dezelfde categorie als Bart Peeters, wat ik geweldig vind. Vanaf mei toeren we met Niels & Wiels langs enkele grote zalen in Vlaanderen, terwijl ik ondertussen werk aan een nieuwe plaat. Ik ben volgend voorjaar veel te zien op tv, in onder meer De Wensboom, Liefde voor Muziek en Belgium’s Got Talent, maar het meeste daarvan werd al opgenomen. En deze zomer treed ik op, maar met een uitgebreidere bezetting en nog betere omkadering. Daar kijk ik ook heel hard naar uit.”

Wat mogen we je wensen voor 2018?

“Ik heb altijd gezegd dat als ik ooit in grote zalen zou spelen mijn grootouders, die nog leven, erbij zouden mogen zijn. En dat ik wat meer bij mijn petekinderen kan zijn. Dat is een beetje mijn voornemen ook, want ze groeien zo snel.” (lacht)

En deze vijf West-Vlamingen kan je ook spotten…

Onze West-Vlaamse kampioenen

Jean-Marie Dedecker als judocoach annex bullebak. Hij is de enige West-Vlaming in de film die met een goed hoorbaar accent praat.

Justine Dejonckheere als stewardess. Zij verbleef tijdens de opnames overigens in dezelfde streek, op vakantie.

Guga Baúl als gevangene. In de vorige film was hij ook al te zien. Hij is een notoire fan van de Kampioenen en maakte op school zelfs zijn thesis over de reeks. In de beginjaren van de reeks was hij ook al eens figurant.

Gunter Lamoot als gevangene. Hij was ook al in de vorige film te zien in het gezelschap van zijn stand-upcomedy-collega’s Xander De Rycke en William Boeva.

Jeroen Maes als laborant. De theatermaker, die al sinds begin jaren 90 opduikt in televisieseries, maakt hiermee zijn filmdebuut. Eerder sprak hij wel al de stem in van een… lama in de film K3 Dierenhotel.