Maarten Vangramberen: “Elk wereldrecord kan nog sneuvelen”

Bert Vanden Berghe

VRT-journalist Maarten Vangramberen was als kind al gefascineerd door wereldrecords in de sport. In ‘Wereldrecord’ onderzoekt hij zeven straffe records en gaat hij op zoek naar de details die het verschil kunnen maken, in seconden en meters. “Soms is het niet te vatten”, stelt hij.

Sport beheerst het leven van journalist Maarten Vangramberen: eerst als fan, later als licentiaat lichamelijke opvoeding en sinds 2005 als voltijds sportjournalist. Het idee voor het nieuwe programma Wereldrecord kwam dan ook van hemzelf.

“Ik las als kind heel vaak wetenschappelijke tijdschriften en was verzot op sport. Thuis had ik een poster op mijn kamer van sprintkoningen Carl Lewis en Ben Johnson. Al sinds het WK in 1987 was het uitkijken naar het duel tussen de twee tijdens de finale van de Olympische Spelen in 1988. Toen er werd afgeklokt op 9,79 seconden kon ik mijn ogen niet geloven.” Op vandaag staat het record op Usain Bolt, die centraal staat in de eerste aflevering. “Een studie wees ooit uit dat de grens op 9,28 ligt, de uiterste limiet van een mens. Het record van Bolt zal volgens mij nog een hele poos overeind blijven, maar alle records kunnen nog sneuvelen, denk ik. Een van de oudste wereldrecords bij de mannelijke atleten is dat van discuswerper Jürgen Schult. Dat record houdt al sinds 1986 stand, al is er nu een Zweedse atleet die al tot op een meter van dat record is geraakt. Die man, Daniel Ståhl, zijn we gaan opzoeken. Als student vond ik het al straf dat we 20 meter ver konden gooien met een schijf van 2 kilogram, maar 74 meter zoals Schult, dat is haast niet te vatten. Overigens een heel leuke reportage, want bij discuswerpen komt zoveel kijken, van de wind tot de afworphoek.”

“Voorts heb ik geleerd dat Bolt 70 meter lang kan versnellen. Dat klinkt niet zo spectaculair, maar wetenschappelijk gezien is dat enorm straf. En als je ziet aan welk tempo de wereldrecordhouder marathon loopt… Als ik een tijd van 15 km/uur loop, ben ik al heel tevreden, maar die mannen lopen met een gemiddelde snelheid van 21 kilometer per uur. Voor mij zou zo’n snelheid een sprint zijn, maar zij houden dat tempo 42 kilometer lang vol. Dat tart alle verbeelding.”

Maarten is zelf een gepassioneerd sporter. “Er gaat geen dag voorbij zonder te lopen. Wekelijks heb ik al snel 80 tot 90 kilometer in de benen. Maar een topsporter is er aan mij niet verloren gegaan, nee. Ik ben daar ook niet door gefrustreerd. Ik heb dankzij dit programma geleerd dat ik blijkbaar een juiste variant heb van het ACTN3-gen, of het zogeheten sprintersgen (dat zorgt voor een betere eiwitaanmaak van de spieren, red.).”

‘Wereldrecord’, op maandag 8 januari om 21.15 uur op Canvas.