Het spiegelpaleis van Gaasbeek

Nancy Boerjan

Het kasteel van Gaasbeek, in het Pajottenland, liep de voorbije jaren regelmatig met tot de verbeelding sprekende tentoonstellingen in de kijker. Hedendaagse kunstenaars gaan daarbij de confrontatie met het imponerende kasteel en zijn luxueuze interieur aan. Drijvende kracht achter die moderne visie op wat een museum kan zijn, is directeur Luc Vanackere.

Vorig jaar ging het Mechelse theatergezelschap Abattoir Fermé in het kasteel van Gaasbeek op zoek naar de essentie van decadentie in de tentoonstelling Divine Decadence. Het kasteel werd eerder ook al het onverwachte decor voor het werk van artistiek buitenbeen Sam Dillemans. In het tweeluik Once upon a castle en Twice upon a castle wekte het Britse kunstenaarscollectief WildWorks het verleden van het kasteel zelf weer tot leven met installaties, performances en soundscapes. Dat zijn maar enkele van de tentoonstellingen die een talrijk én nieuwsgierig publiek naar Gaasbeek lokten. Stuk voor stuk evenementen die je doorheen het kasteel sleepten, de verbeelding prikkelden, verwondering en meer vragen dan antwoorden opriepen – want deze laatste mag je in Gaasbeek altijd zelf invullen – en daardoor confrontatie en dialoog uitlokten.

Kasteel wordt laboratorium

In juli opende alweer een expo, die nog loopt tot zondag 5 november. Voor The Artist/Knight zette curator Joanna De Vos een internationale groepstentoonstelling rond het hedendaagse kunstenaarschap als ‘erfgenaam’ van de ridderlijke idealen op. Moeten kunstenaars net als ridders ten dienste van de maatschappij staan? Moeten ze schoonheid creëren die iedereen ten goede komt? Met die vragen gingen 40 kunstenaars aan de slag. Opnieuw gaan heden en verleden daarbij met elkaar in confrontatie; een visie waarmee Luc Vanackere, die er nu bijna veertien jaar de leiding heeft, het kasteel van Gaasbeek op de culturele kaart zette, samen met zijn team dat in die tijd van 2 tot 20 medewerkers uitgroeide. Ook de komende jaren staan nog renovaties en reorganisaties op het programma. Luc noemt zijn functie hier de perfect match tussen een plek en wie hij zelf is. “Ik trof in Gaasbeek een schitterend gebouw aan, waar niettemin weinig gebeurde. Mijn idee was af te stappen van de louter historische en museale waarde van het kasteel en er een ‘laboratorium’ van te maken: we willen op deze waardevolle, historische plek een verwantschap met hedendaagse kunst tot stand brengen. Onze tijdelijke tentoonstellingen brengen nieuwe kruisbestuivingen, verbanden en inzichten voort, wat alleen maar boeiend is.”

Het spiegelpaleis van Gaasbeek

“Sommige musea knuffelen hun collectie dood, maar daar hebben bezoekers weinig aan”

Het kasteel van Gaasbeek is vrij uniek met deze werkwijze, en Luc merkt dat nogal wat van zijn collega’s terughoudend tegenover de confrontatie van nieuw en oud staan. “Toch vind ik de visie om alles wat historisch is te willen bewaren zoals het was, wat achterhaald. Vroeger was níét alles beter, rond dit kasteel zijn tal van oorlogen uitgevochten die de omgeving én het kasteel meerdere keren hertekend hebben. Dus waarom mogen wij niet doen zoals de vroegere kasteelbewoners? Zij voegden ook zaken aan het interieur toe, en lieten er andere verdwijnen, en dat is precies wat wij op vandaag ook doen. Vele musea hebben de neiging om hun collectie als het ware onder een stolp te zetten. Zo ís het en er mag niks meer aan veranderen. Daarin schuilt volgens ons het gevaar dat je je collectie doodknuffelt en er uiteindelijk niemand meer naar komt kijken. Wij willen net de interactie met het verleden aangaan. Net als wij hadden de mensen toen hun dagelijkse beslommeringen, familievetes, relaties met de buitenwereld, moesten ze keuzes maken… Wij vertrekken voor de invulling van het kasteel en onze tentoonstellingen vanuit de vragen die die interactie oproepen, en reiken de bezoeker van daaruit middelen aan om daarop zélf een antwoord te zoeken. Eigenlijk houden wij onze bezoekers vooral een spiegel voor.”

In zijn stoutste dromen zou Luc graag ooit nog samenwerken met een theaterregisseur als Ivo Van Hove of Guy Cassiers, “om samen een soort theatrale tentoonstelling op poten te zetten, met mensen die theater en kunst met elkaar op een creatieve manier verbinden en zo het hele gebouw tot leven doen komen… Dát zou mooi zijn.”

Het spiegelpaleis van Gaasbeek

Behalve het kasteel en de tijdelijke tentoonstellingen, en het domein errond, is sinds mei ook de unieke museumtuin van Gaasbeek permanent open. De tuin omvat een van de grootste en belangrijkste collecties van leifruitvormen in Europa. Hij verzamelt en presenteert niet alleen fruit maar ook groenten, kruiden en teelttechnieken van een eeuw geleden. De traditionele Vlaamse hoveniers- en fruittelerskunst behoorden toen tot de absolute wereldtop.

West-Vlaams blauw bloed?

Geschiedenis en historische verhalen, zelfs sprookjes, hebben Luc Vanackere (58) altijd geboeid. Zo intrigeren zelfs zijn verre West-Vlaamse roots deze Antwerpenaar: “Mijn betovergrootmoeder, Julie Vanackere, groeide in Moorslede op. Ze ging, zoals dat toen vaak gebeurde, op het kasteel van een adellijke familie werken en raakte zwanger van de kasteelheer. Of van zijn zoon – daarover werd altijd zeer geheimzinnig gedaan. Ze ging in alle discretie in Oekene bevallen van een zoon die ze niettemin pas op zijn 22ste heeft erkend. Ze kreeg geld van de adellijke familie waardoor de zoon een opleiding aan de militaire school kon volgen. Hij werd ‘wachtmeester eerste klasse’, wat toen voor een Vlaming al heel wat was. Hij trouwde met een meisje uit de Scheldestreek met wie hij enkele kinderen, onder wie mijn grootvader, kreeg. Rond mijn roots hangen dan ook mysterie en een schandaalsfeer, wat dan weer aanleiding gaf tot allerlei speculaties. Als kind al boeiden die verhalen en mythes me. Dat ik – weliswaar sterk verdund – blauw bloed in mijn aderen zou hebben, vond ik geweldig”, lacht hij.

Luc Vanackere studeerde kunstgeschiedenis en musicologie in Leuven en Wenen. Hij werd op zijn 26ste al directeur van het Filharmonisch Orkest van Antwerpen – nu bekend als de Filharmonie. Later ging hij aan de slag bij het impresariaat Harrison & Parrott in Londen, het Nationaal Orkest van België, keerde terug naar de Filharmonie en werd cultuurbeleidscoördinator van de Stad Antwerpen. In 2004 werd hij directeur van het kasteel van Gaasbeek.