Het ‘saaie’ verleden van Hondschoote

Redactie KW

Een paar kilometertjes westwaarts de dorpskom van Leisele dommelt Hondschoote, het stadje met een ‘saai’ verleden. En met een veel te hoge kerktoren, een veel te chic stadhuis en een veel te nat westen.

Van 1 naar 2

We staan tussen de Sint-Vaastkerk (1) en het stadhuis van Hondschoote. Beide gebouwen zijn niet in verhouding met het stadje van amper 4.000 inwoners nu, wél met de bruisende stad met bijna 20.000 inwoners midden de 16de eeuw. De basis van die economische welvaart was de saai of sayetterie, een goedkope stof geweven uit minderwaardige en dus goedkopere wol. Via Brugge en later via Antwerpen werd de saai van eind de 14de eeuw tot omstreeks 1566 uitgevoerd naar Frankrijk (waar ze hanscotte werd genoemd), Duitsland (hundskutt) en Italië (scotto), zeg maar naar heel Europa. Die welvaart werd in steen bewaard: chique burgerhuizen, een hallenkerk uit 1513 met een 82 m hoge toren en – in 1558 gebouwd, nog net op de economische valreep – een indrukwekkend stadhuis in Vlaamse renaissance. Dan kwamen de godsdiensttroebelen, de hagenpreken, de Beeldenstorm, de Bloedraad, de brandstapels en de braindrain of hersen-emigratie richting Holland en Zuid-Engeland. Tussen 1580 en 1680 daalde het aantal Hondschootse saaiwevers van 3.000 naar 30, het aantal inwoners van bijna 20.000 naar 1.800. Tot overmaat van ramp palmde Louis XIV, alias de Zonnekoning, in 1678 Hondschoote en zijn Vlaamse omgeving in.

Het 'saaie' verleden van Hondschoote

Na de kerk en het stadhuis ook binnenin aanschouwd en bewonderd te hebben, kiezen we voor de hoofdstraat – pal tegenover de kerkdeur en gemarkeerd door het café La Chope – de Rue de la Libération, nu de Rue Marat. Je ziet er statige burgerhuizen en kleine huisjes met komnesten van huiszwaluwen onder de dakgoot. Aan het met verkeerslichten gemarkeerde kruispunt op het einde van de straat stappen we naar rechts. Waar nu een park is, was ooit de haven van Hondschoote. Voor ons duikt een molenromp op. Daar worden we opgewacht door het einde of het begin van de Becque d’Hondschoote (2). We zwenken er naar links.

Van 2 naar 3 naar 4 naar 5

Het 'saaie' verleden van Hondschoote

Met de gekanaliseerde Becque d’Hondschoote (2) rechts en gevrijwaard van alle gemotoriseerd verkeer stappen we door laag en vlak polderland. Van 8 m hoog in de buurt van de kerk en het stadhuis dalen we naar 3 m, verder zelfs naar 0 m. Voor de goede orde: het Franse nulpunt is 2,29 m boven ons nulpunt. De Becque d’Hondschoote ligt er nu een beetje nutteloos en heel verlaten bij. In de gouden jaren van de sayetterie voeren langs die smalle waterweg platboomse schepen de wol aan en de saai af. Een eind verder rechts wiekt sedert 1127 de Noordmeulen, blijkbaar een Europees record. Nog verder oostwaarts, al op Belgisch grondgebied, priemt 243 m hoog een antennemast die tijdens de Koude Oorlog de NAVO diende en die nu de beursbewegingen met recordsnelheid de geldwereld rond seint. Links vertellen drijvende nepeenden en loerbunkers op en bij de sloten en de plassen dat dit mensenlege natland een jagersparadijs is. Maar er zijn ook blauwe reigers, meerkoeten, kieviten, kluten, wilde zwanen, eenden, ganzen en ander mooi pluimgedierte. Links van ons ligt, 0 m op zijn Frans maar 2,29 m op zijn Belgisch, het dieptepunt van onze wandeling: de Petits Moëres of in het Vlemsj deCleyne Moere.

Het 'saaie' verleden van Hondschoote

Drijvende nepeenden en loerbunkers vertellen dat dit een jagersparadijs is

Het 'saaie' verleden van Hondschoote

Na dik 2km mooi wandelen, bereiken we de plek (3) waar de Becque d’Hondschoote in het Canal de la Basse Colme vloeit. Dat kanaal verbindt sedert het einde van de 13de eeuw Veurne met Sint-Winoksbergen (Bergues) en wordt bij ons de (nu onbevaarbare) Bergenvaart genoemd. We stappen er naar links.

Een kilometer verder – waar een elektriciteitsleiding onder het kanaal gaat – duiken we het weggetje (4) links in. Met de Killem Becque rakelings rechts stappen we nu tussen de natlanden van de Puyt Houck rechts en de Cleyne Moere links. Geen huizen te bekennen, wel sloten, plassen, veel vogels en weer nep-eenden en loerbunkers. Het landschap om ons heen stijgt langzaam en wordt dus droger. Grasland wisselt voor akkers. Aan de T met de D110 (5) zijn we weer in de mensenwereld.

Van 5 naar 6 naar 7 naar 8 naar 7 naar 2 naar 1

Aan die T (5) doen we enkele stappen naar rechts en slaan dan, net voorbij een opslagplaats van fijn grind, de Rue du Looweg (6) links in. Die ooit belangrijke weg verbond eeuwenlang Lo met Looberghe, ligt net iets hoger dan de gewezen schorren die nu polderland zijn en bleef in zijn aanloop een bescheiden boerenslag. Na 800 m mooi boerenslagstappen, bereiken we het kruispunt Les Six Chemins, zeg maar Zeswege. Hier wisselen gras en aarde voor saai asfalt.

Het 'saaie' verleden van Hondschoote

Een eind verder bereiken we de rotonde op de vrij drukke D947 (7). We zwenken er naar links en staan snel bij de in 1993 heropgebouwde Spinnewynmolen (8) of de Moulin de la Victoire, annex cafetaria en speelplein. Op die plek behaalde het Franse revolutionaire leger op 8 september 1793 een beslissende overwinning op de verenigde legers van Engeland, Hannover, Holland en Oostenrijk.

We stappen verder en staan dan bij het al eerder betreden kruispunt (2) en zijn verkeerslichten. We gaan er naar rechts, genieten nog eens van de huiszwaluwen of van hun geduldig wachtende komnesten en staan weer op de vrij grote Markt (1) van mooi Hondschoote.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier