Het is niet verkeerd dat je als kind weet wat werken is

Stephanie Coorevits. © Kurt De Schuytener
Stephanie Rogeau
Stephanie Rogeau Medewerker KW

Geen boeiender ras dan het West-Vlaamse, vindt ook Stephanie Coorevits. De schrijfster, psychologe en televisiemaakster laat zich graag inspireren door de West-Vlamingen en hun gewoontes.

‘We vroegen aan honderd Vlamingen… Wat kenmerkt een West-Vlaming het meest?’ Het topantwoord zou vast en zeker ‘harde werkers’ zijn. Dat arbeidsethos wordt ons met de paplepel ingegeven. Mijn moeder was lerares en mijn vader zelfstandige (wat anders?). Hij had een vlasfabriek (natuurlijk!) waar hij, naar mijn idee, heelder dagen op de clark rondreed. Een droomjob, met andere woorden. Aangezien mijn vader altijd aan het werk was en schoolkinderen heel veel vakantie hebben, gebeurde het wel eens dat wij in de vakantie mee mochten om te gaan ‘helpen’ met papa in de fabriek. Als klein kindje hield dat in dat we aan het bureautje boven zaten en deden alsof we bestellingen opnamen (‘één kilo vlas voor mijnheer? Komt in orde! Ik geef het door aan de baas!‘) en dan een tekening maakten. Maar toen we iets ouder werden, werd verwacht dat we ook effectief werkten. Dat bleek dus aan de band te gaan staan. Een band waar al het vlas op passeerde en de taak eruit bestond om te kijken of er geen vuiligheid tussen het vlas terecht was gekomen. Meestal ging het om een stuk plastiek maar ik herinner me één keer waarop ik naar iets pluizigs greep en het een (dode) kitten bleek te zijn. Tof! Zeker niet traumatisch!

Een tijdje geleden vertelde ik diezelfde anekdote aan een vriend uit een andere provincie, waarop hij me een beetje ongelovig aankeek. ‘Maar, maar, dat mag toch niet? ‘Ik weet het,’ zei ik, ‘ het is nooit leuk als kleine dieren doodgaan maar shit happens en ik ben er intussen al wel over, hoor’. Hij keek me aan alsof ik een beetje traag was en zei: ‘Neen, ik bedoel: als kind mag je toch niet werken? Dat heet kinderarbeid en dat is strafbaar.’

Ons arbeidsethos vind ik een prachtige eigenschap

Ik dacht dat hij een grap maakte tot ik de medelijdende blik op zijn gezicht zag. ‘Nu moet je niet overdrijven’, zei ik, ‘ik weet dat jullie Brabanders wat halfzacht worden opgevoed maar ik ben niet tegen kinderarbeid. En trouwens, als beloning mochten we daarna een toertje op de clark doen.’

Voor hij stikte in verontwaardiging, voegde ik er snel aan toe: ‘Ik bedoel geen kinderarbeid zoals in India maar ik vind het niet verkeerd dat je als kind weet wat werken is. Zo leer je dat je maar beter een goed diploma kan halen wil je niet heelder dagen aan een band staan.’

Wat dus de letterlijke woorden van mijn vader waren en ik op dat moment besefte dat er geen ontsnappen aan is: vroeg of laat worden we allemaal onze ouders. En weet je? Ik vind dat niet eens zo erg. Als ik ooit kinderen heb (ik ben intussen 33, dus noem dat gerust een hypothetische gedachte) dan doe ik hen net hetzelfde aan. Niet uit wraak (of toch alleen maar uit wraak) maar omdat ik ons arbeidsethos een prachtige eigenschap vind.