Geen leven zonder trouwe viervoeter

Wim Lybaert
Wim Lybaert Moestuinier

Televisiemaker, moestuinier en Bruggeling Wim Lybaert laat zich inspireren door mensen die zijn hart verwarmen, momenten die hij nooit wil vergeten en het goeie West-Vlaamse leven.

“Oooh, papa, ik wil graag zo’n schattig hondje”, roept mijn dochter en ik geef meteen toe. Ik kan haar sowieso al weinig weigeren en een hondje zeker niet. Gelukkig staan we aan het ballenkraam op de Meifoor en is de hond in kwestie een roze pluchen ding op batterijen met groene flikkerende ogen en een hoedje op…

Als kind hadden wij thuis altijd honden, ik ben ermee opgegroeid. Mijn oma en opa hadden een hond, ik heb nooit anders geweten. Elke dag ravotte ik met onze twee honden – een kruising tussen een golden retriever en een Ierse setter– in de tuin of in de weiden achter ons huis. Ik had zelfs speciale vuile kledij en als ik die aantrok, dan wisten ze dat het catchtijd was.

Dan rolden we samen grommend door de modder, beten elkaar spelend in de nek of grepen elkaar bij de keel. Het waren mijn beste vrienden. Als beginnende puber stelde ik mijn ochtend- en avondwandeling met Loebas en Sloeber af op de tijdstippen waarop mijn buurmeisje haar hondje uitliet. Mijn honden vonden het helemaal oké dat ik hen als excuus gebruikte om contact met haar te leggen. Want dat doen vrienden voor elkaar.

Dat mis ik nu: een kwispelende vriend aan mijn zij terwijl ik in de tuin werk. Als ik de haard aansteek, ontbreekt er een hond op het velletje voor het knetterend vuur. Als ik wandel, mankeer ik een trouwe viervoeter aan mijn been. Zo eentje die je aankijkt en meteen begrijpt wat je bedoelt, hoe jij je voelt en vice versa. Je hebt poezenmensen, je hebt paardenmensen maar ik ben duidelijk een hondenmens.

Nu is het nog te vroeg, door mijn drukke job heb ik te weinig tijd om die trouwe kameraad de aandacht te geven die hij verdient. Geen tijd voor ochtend- en avondwandelingen of uitjes naar het bos of naar het strand.

Maar op mijn oude dag hoef ik geen sportwagen, zware motor of vakantiehuis, geef mij maar een hond. Dat mag best een uit de kluiten gewassen exemplaar zijn, misschien wel een labrador, sint-bernardshond of een leonberger. Een beest dat net als ik ook graag buiten zit, over een gezonde appetijt beschikt en al eens graag geknuffeld wordt.

Tot de dag dat we een echte hond in huis nemen, tolereer ik dat roze, pluchen, raar bewegende ding van mijn dochter. Het is kleiner dan een chihuahua, maar maakt meer lawaai en de groene flikkerende ogen lijken in niets op trouwe hondenogen. Maar zij is er zot van en zo kan ze al een beetje aan het idee wennen van een hond in huis. Want eens komt de dag dat ik wel genoeg tijd zal hebben voor een nieuwe Loebas of Sloeber. Ik kijk er zo naar uit!