“Flo Jo, dat was de perfectie!”

© BELGA
Redactie KW

Klein Duimpje, Anna Karenina of Jommeke… Stephanie Coorevits gaat elke week op zoek naar de alter ego’s van Bekend Vlaanderen.

Deze week in Alter Ego: Elodie Ouedraogo. U kent haar natuurlijk als de atlete die een gouden olympische medaille in haar bezit heeft. Iemand met minder zelfvertrouwen zou een tikje geïntimideerd kunnen zijn door Elodie. Ze heeft het namelijk allemaal: ze is sympathiek, grappig, slim en zo mooi dat ik de eerste vijf minuten alleen maar kon staren. Ik kan maar hopen dat het niet opviel en ze gewoon dacht dat ik een beetje traag van begrip ben.

Elodie, naar wie kijk jij op?

“Dat is een makkelijke vraag: Florence Griffith Joyner of ‘Flo Jo’. Een vrouw die sneller liep dan de meeste Belgische mannen en nog altijd het wereldrecord op de 200 meter op haar naam heeft staan. Ze loopt als een man en als je naar haar kijkt dan denk je: What the fuck? Maar tegelijk weet je dat die zo gedopeerd was (ze overleed op 37-jarige leeftijd, red.) dat niemand ooit dat wereldrecord zal kunnen verbreken. Wat als vrouwelijke atlete heel frustrerend is.”

Dus je bewondering is een beetje dubbel?

“Absoluut. Ze was echt een stijlicoon. Die outfits! Die nagels! Die stijl! Als je haar ziet lopen, dan kan je alleen maar denken: ‘Dat is de perfectie. Zo moet je sprinten.’ Maar tegelijk weet je dat dat nooit haalbaar is, toch niet op een cleane manier. Dus aan de ene kant is ze een heldin. Aan de andere kant heeft ze het voor de rest van ons grondig verkloot.” (lacht)

Hoe zit dat nu eigenlijk met die doping?

“Je hebt sporters die zeggen: ‘Ik wil zien wat ik met mijn lichaam op een natuurlijke manier kan bereiken’ en dan heb je er die zeggen: ‘Ik wil geld verdienen en alles doen wat daar voor nodig is’.”

“Ik geloof dat elke sporter start met nobele bedoelingen en ervan overtuigd is dat hij/zij nooit doping zal nemen, maar dan kom je in een competitie terecht met tien mensen van wie er acht doping nemen. Het is heel frustrerend om te merken dat je van nature uit beter bent dan die acht, maar toch nooit zal kunnen winnen. En dan is het natuurlijk bijzonder verleidelijk om maar te doen zoals de rest. Zeker als je weet dat de pakkans heel klein is.”

Is dat zo? Dat wist ik niet.

“Ja hoor, als je betrapt wordt, is dat omwille van een menselijke fout. Je kan perfect berekenen hoeveel doping je moet nemen en wanneer je moet stoppen om clean te zijn voor de wedstrijd. Dus als je je niet misrekent, dan word je niet gepakt. En als je dat een paar jaar kan doen, dan verdien je heel veel geld.”

Wow, dan moet de verleiding immens zijn. Want het is toch zo dat topsporters van nature heel competitief zijn? Hoe sterk moet je wel niet zijn om te wéten dat je beter bent, maar het nooit zal kunnen bewijzen, tenzij je ook doping neemt?

“Ja, dat competitieve zit erin gebakken. Met mij wil je geen gezelschapsspelletjes spelen, hoor.” (lacht)