“Een mooie tuin moet niet altijd proper zijn”

Chantal Noppe: "Veel zit ik niet neer in mijn tuin. Altijd zie ik wel iets dat ik kan doen." © TOGH
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Ooit was de tuin van Chantal Noppe aan de Nieuwe Molenstraat in Passendale een gazon met een zandbak en een schommel.

Maar eenmaal de kinderen groter werden, transformeerde de tuin geleidelijk aan in de weelderige oase van groen en rust die hij nu is. Chantal Noppe (61) is getrouwd met Wilfried Patteeuw en heeft twee zonen; Sven en Kjell. Er zijn ondertussen al vier kleinkinderen. Chantal en Wilfried wonen aan de Nieuwe Molenstraat in Passendale, op de boerenbuiten dus. “We zijn hier komen wonen in 1984”, vertelt Chantal. “Ikzelf ben van Moorslede, mijn man van Zonnebeke. We vonden een huisje precies in het midden van onze twee dorpen.”

Helpen met vader in de tuin

De tuin is 35 are groot. “Toen we hier arriveerden, was dit ongebruikt akkerland vol onkruid. In het begin hadden we een gazon en hielden we schapen, geiten en ganzen”, vervolgt ze. “Beetje bij beetje begonnen we met aanplantingen rondom het gazon en geleidelijk aan kwamen we aan de tuin die we nu hebben. Eigenlijk is onze tuin meegeëvolueerd met onze kinderen.”

“In mijn tuin kon ik mijn energie kwijt. Wellicht heb ik zo groene vingers gekregen”

Ook de passie voor tuinieren kwam er bij Chantal maar in de loop der jaren. “Als kind moest ik soms met mijn vader in de tuin helpen, maar echt leuk vond ik dat niet. Als het moet, is het niet geestig. Onze tuin kwam er met vallen en opstaan. Ik kende niets van tuinaanleg. Meer dan eens heb ik alles uitgesmeten om opnieuw te beginnen.”

Uitzicht op het formele gedeelte.
Uitzicht op het formele gedeelte.© TOGH

Vroeger werkte Chantal als administratief bediende in het Heilig Hartziekenhuis in Roeselare. “Daar moest ik veel stilzitten achter een bureau. In mijn tuin kon ik mijn energie kwijt. Wellicht heb ik zo groene vingers gekregen”, lacht Chantal. Nu heeft ze een weelderige, groene tuin, met verschillende verloren hoekjes, vijvers, zithoekjes, bloemenperken, een moestuin, serre en volgroeide bomen. “De bomen zijn allemaal inheems: els, es, esdoorn, olm, linde… Ons huis kunnen we nu zelfs grotendeels verwarmen met het sprokkelhout van onze bomen.”

Chantal is trots op haar tuin en niet te beroerd om anderen ervan te laten meegenieten. Al 17 jaar doet ze mee aan de Opentuinendag van de Landelijke Gilden. Ze zetelt ook in het bestuur van Tuinhier Zonnebeke en doet mee aan de bebloemingsactie van de gemeente.

Rozen in de bomen

Grosso modo deelt Chantal haar tuin in twee gedeelten in. “Het formele gedeelte is aangeplant en neem ik voor mijn rekening. Er zit wat structuur in. Er staat van alles. Het enige waar ik geen fan van ben, zijn rozen. Het is altijd wel iets met rozen. Of er zit venijn op, of ze steken, of ze gaan niet lang mee… Ik heb wel enkele wilde rozen en twee lianenrozen in de bomen. Die zullen binnenkort beginnen te bloeien ín de boom. Dat is wel speciaal. De rand is het wilde gedeelte. Een bos zou ik het niet noemen, eerder een verzameling bomen. Mijn man heeft in dat gedeelte ook planten gezet die hij hier in de bermen gevonden heeft.”

Een zitplek met zicht op de 'wilde' vijver.
Een zitplek met zicht op de ‘wilde’ vijver.© TOGH

De tuin heeft alles. Er is zelfs een moestuin. “Ik kweek vooral groentjes die ik zelf graag lust: tomaten, erwtjes, ajuinen, sjalotten, suikerbonen… Daar kruipt nog het meeste werk in. We proberen zo weinig mogelijk schadelijke producten te gebruiken. Als er onkruid staat, is de beste manier om het te verwijderen nog altijd het uittrekken. Ook slakken zijn zoals in veel andere tuinen een probleem, maar ook tegen die beestjes gebruiken we geen vergif. Als ik een slak in de tuin zie terwijl ik erin rondwandel, dan pak ik die mee. Maar eigenlijk kruipt er niet zo veel werk in de tuin. In de lente is er wel wat meer werk. Ik werk ongeveer een halve dag per week in de tuin.”

Geïnspireerd door andere tuinen

Er zijn ook twee vijvers. “Vlak bij onze woning hebben we een formele vijver met goudvissen. Dieper in de tuin legden we een wilde vijver aan waar we het ‘andere waterleven’ een kans geven, zoals padden, kikkers, waterjuffers, salamanders, torren… In de wilde vijver zitten geen vissen, omdat die de andere waterdieren opeten. Met de aarde van de vijver hebben we ook een klein heuveltje kunnen maken. Dat is wel populair bij de kleinkinderen.”

Inspiratie haalt ze uit het bezoeken van andere tuinen. “Ik heb al veel tuinen bezocht en zelfs al tuinreizen gedaan naar Engeland en Italië. Ik kijk niet echt in boeken of tijdschriften. In een tuin moet je kunnen rondwandelen. Een tuin mag ook niet te proper zijn. Soms moet je de natuur eens haar gang laten gaan, al mag het natuurlijk niet vol onkruid staan.”