“Een boek moet spannend zijn, mijn leven niet”

Hilde Vandermeeren: "Ik heb niet het gevoel dat ik als auteur mijn eindpunt heb bereikt, nog lang niet."
Nancy Boerjan

Vijf thrillers in vijf jaar tijd schreef Hilde Vandermeeren, een zesde ligt op de plank, net als de trilogie die ze samen met strafpleiter Walter Damen schrijft. En sinds haar boeken ook nog eens bekroond worden, ontdekken alsmaar meer lezers een van de weinige vrouwelijke misdaadauteurs in Vlaanderen. Spanning verzekerd in haar boeken, maar voor Hilde zelf kan het leven niet rustig genoeg zijn.

Samen met haar tweelingzus ravotten op het strand van Oostduinkerke, zo herinnert Hilde Vandermeeren zich de weken die ze er als kind doorbrachten tijdens de zomer. De zee betekende voor haar vakantie, zon en plezier. Maar met de jaren werd de zomer aan zee haar te druk en te zweterig, Hilde houdt op vandaag meer van de herfst of zelfs winter aan zee. “Uitwaaien met de hond, op een vroege zondagochtend… Dan raakt de tegelijk eindeloosheid en eindigheid van de zee me. De kracht ook die ervan uitgaat, de woestheid van de golven. Daarnaar kijken alleen al maakt me elke keer weer melancholisch. Ik ben een gevoelsmens, en de zee als niet te omvatten natuurelement maakt wel degelijk een en ander los in me. Maar ik kan er ook heel goed mijn hoofd even helemaal leegmaken…” Wat allicht af en toe nodig is voor iemand die intussen 50 boeken op haar actief heeft. Víjftig boeken maar pas de jongste tijd opgepikt door de media, met dank aan de Hercule Poirotprijs die ze in oktober ontving voor haar boek Schemerzone. Eerder kreeg ze ook al verschillende onderscheidingen voor haar kinder- en jeugdboeken, de Hercule Poirotpublieksprijs voor Als alles duister wordt, haar debuutroman voor volwassenen in 2013. Stille grond uit 2015 haalde de shortlist voor de Gouden Strop 2016, de jaarlijkse prijs voor het beste spannende Nederlandstalige boek, en de filmrechten zijn verkocht aan Eyeworks.

Bikini of naaktstrand?

“Op mijn leeftijd geen van beide. Ik vind het ergens best wel confronterend om mijn lichaam ouder te zien worden. Niet dat ik daar voortdurend mee bezig ben, maar toch… Het brengt me opnieuw bij de zee die oneindig lijkt maar het niet is. Ik word me met ouder worden meer bewust van mijn eigen eindigheid. Wat niet wegneemt dat ik ervan kan genieten om ‘s zomers in mijn tuin een uurtje te relaxen in de zon, dat doe ik dan wel nog eens graag.”

Welke droom koester je?

“Ik ben gelukkig zoals ik nu leef en ik wil niets liever dan dat dat zo blijft. Grote dromen heb ik daarnaast niet. Tenzij ik de wens dat mijn dochters het in hun verdere leven goed stellen en gelukkig worden een droom mag noemen.”

Je ergste nachtmerrie?

“Het klinkt stom, maar ik droom de jongste jaren wel vaker dat ik iets vergeten ben. Daar kan ik echt in paniek uit wakker worden. Misschien heeft het iets te maken met loslaten, iets uit handen geven, wat ik soms best moeilijk vind. Mijn kinderen loslaten, maar ook een boek als het af is…”

Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 15 december. Verder in het magazine o.a. een receptje voor een ananastaart, de beste restaurants volgens Laura Verhulst, de werkplek van Servaas Benoit, drie toeristische tips van Peter Soete, alles over een boek over boeren in West-Vlaanderen, een heerlijk wijntip van Gido, het leven van Fran Vanseveren en alles over de West-Vlamingen in de nieuwe film van FC De Kampioenen.

Luieren of sporten?

“Ja, wat is luieren? Ik ben er niet zo goed in denk ik. Zelfs als ik gewoon in de zetel zit, moet ik toch wel ergens mee bezig zijn, al is het maar in mijn hoofd. Anders krijg ik snel het gevoel dat ik mijn tijd verlies. En sportief ben ik al helemaal niet. Ik heb wel een hometrainer waar ik op fiets terwijl ik tv kijk, maar stel je daar niet te veel bij voor. Het geeft mij vooral het idee dat ik toch een beetje sport.” (lacht)

Bikini of naaktstrand?

“Op mijn leeftijd geen van beide. Ik vind het ergens best wel confronterend om mijn lichaam ouder te zien worden. Niet dat ik daar voortdurend mee bezig ben, maar toch… Het brengt me opnieuw bij de zee die oneindig lijkt maar het niet is. Ik word me met ouder worden meer bewust van mijn eigen eindigheid. Wat niet wegneemt dat ik ervan kan genieten om ‘s zomers in mijn tuin een uurtje te relaxen in de zon, dat doe ik dan wel nog eens graag.”

Welke droom koester je?

“Ik ben gelukkig zoals ik nu leef en ik wil niets liever dan dat dat zo blijft. Grote dromen heb ik daarnaast niet. Tenzij ik de wens dat mijn dochters het in hun verdere leven goed stellen en gelukkig worden een droom mag noemen.”

Je ergste nachtmerrie?

“Het klinkt stom, maar ik droom de jongste jaren wel vaker dat ik iets vergeten ben. Daar kan ik echt in paniek uit wakker worden. Misschien heeft het iets te maken met loslaten, iets uit handen geven, wat ik soms best moeilijk vind. Mijn kinderen loslaten, maar ook een boek als het af is…”

Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 15 december. Verder in het magazine o.a. een receptje voor een ananastaart, de beste restaurants volgens Laura Verhulst, de werkplek van Servaas Benoit, drie toeristische tips van Peter Soete, alles over een boek over boeren in West-Vlaanderen, een heerlijk wijntip van Gido, het leven van Fran Vanseveren en alles over de West-Vlamingen in de nieuwe film van FC De Kampioenen.

Zomer- of wintermens?

“Ik voel me het best in de winter. Haardvuur, kaarslicht… En buiten mag het dan best regenen. Dat gevoel van beschutting, dat thuisgevoel, daar hou ik erg van. In de zomer ervaar ik soms wat té veel prikkels: fel licht, meer drukte, langere dagen… Dat wordt me dan algauw een beetje te veel.”

Luieren of sporten?

“Ja, wat is luieren? Ik ben er niet zo goed in denk ik. Zelfs als ik gewoon in de zetel zit, moet ik toch wel ergens mee bezig zijn, al is het maar in mijn hoofd. Anders krijg ik snel het gevoel dat ik mijn tijd verlies. En sportief ben ik al helemaal niet. Ik heb wel een hometrainer waar ik op fiets terwijl ik tv kijk, maar stel je daar niet te veel bij voor. Het geeft mij vooral het idee dat ik toch een beetje sport.” (lacht)

Bikini of naaktstrand?

“Op mijn leeftijd geen van beide. Ik vind het ergens best wel confronterend om mijn lichaam ouder te zien worden. Niet dat ik daar voortdurend mee bezig ben, maar toch… Het brengt me opnieuw bij de zee die oneindig lijkt maar het niet is. Ik word me met ouder worden meer bewust van mijn eigen eindigheid. Wat niet wegneemt dat ik ervan kan genieten om ‘s zomers in mijn tuin een uurtje te relaxen in de zon, dat doe ik dan wel nog eens graag.”

Welke droom koester je?

“Ik ben gelukkig zoals ik nu leef en ik wil niets liever dan dat dat zo blijft. Grote dromen heb ik daarnaast niet. Tenzij ik de wens dat mijn dochters het in hun verdere leven goed stellen en gelukkig worden een droom mag noemen.”

Je ergste nachtmerrie?

“Het klinkt stom, maar ik droom de jongste jaren wel vaker dat ik iets vergeten ben. Daar kan ik echt in paniek uit wakker worden. Misschien heeft het iets te maken met loslaten, iets uit handen geven, wat ik soms best moeilijk vind. Mijn kinderen loslaten, maar ook een boek als het af is…”

Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 15 december. Verder in het magazine o.a. een receptje voor een ananastaart, de beste restaurants volgens Laura Verhulst, de werkplek van Servaas Benoit, drie toeristische tips van Peter Soete, alles over een boek over boeren in West-Vlaanderen, een heerlijk wijntip van Gido, het leven van Fran Vanseveren en alles over de West-Vlamingen in de nieuwe film van FC De Kampioenen.

IJsje of wafel?

“Een ijsje! Ik herinner me van mijn kindertijd aan zee ook vooral de ijsjes van Verdonck die we toen kregen. Met mokkasmaak, heerlijk… Ik ben nochtans geen zoetekauw, maar die ijsjes zijn onlosmakelijk verbonden met het gevoel van nostalgie dat voor mij bij de zee hoort.”

Zomer- of wintermens?

“Ik voel me het best in de winter. Haardvuur, kaarslicht… En buiten mag het dan best regenen. Dat gevoel van beschutting, dat thuisgevoel, daar hou ik erg van. In de zomer ervaar ik soms wat té veel prikkels: fel licht, meer drukte, langere dagen… Dat wordt me dan algauw een beetje te veel.”

Luieren of sporten?

“Ja, wat is luieren? Ik ben er niet zo goed in denk ik. Zelfs als ik gewoon in de zetel zit, moet ik toch wel ergens mee bezig zijn, al is het maar in mijn hoofd. Anders krijg ik snel het gevoel dat ik mijn tijd verlies. En sportief ben ik al helemaal niet. Ik heb wel een hometrainer waar ik op fiets terwijl ik tv kijk, maar stel je daar niet te veel bij voor. Het geeft mij vooral het idee dat ik toch een beetje sport.” (lacht)

Bikini of naaktstrand?

“Op mijn leeftijd geen van beide. Ik vind het ergens best wel confronterend om mijn lichaam ouder te zien worden. Niet dat ik daar voortdurend mee bezig ben, maar toch… Het brengt me opnieuw bij de zee die oneindig lijkt maar het niet is. Ik word me met ouder worden meer bewust van mijn eigen eindigheid. Wat niet wegneemt dat ik ervan kan genieten om ‘s zomers in mijn tuin een uurtje te relaxen in de zon, dat doe ik dan wel nog eens graag.”

Welke droom koester je?

“Ik ben gelukkig zoals ik nu leef en ik wil niets liever dan dat dat zo blijft. Grote dromen heb ik daarnaast niet. Tenzij ik de wens dat mijn dochters het in hun verdere leven goed stellen en gelukkig worden een droom mag noemen.”

Je ergste nachtmerrie?

“Het klinkt stom, maar ik droom de jongste jaren wel vaker dat ik iets vergeten ben. Daar kan ik echt in paniek uit wakker worden. Misschien heeft het iets te maken met loslaten, iets uit handen geven, wat ik soms best moeilijk vind. Mijn kinderen loslaten, maar ook een boek als het af is…”

Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 15 december. Verder in het magazine o.a. een receptje voor een ananastaart, de beste restaurants volgens Laura Verhulst, de werkplek van Servaas Benoit, drie toeristische tips van Peter Soete, alles over een boek over boeren in West-Vlaanderen, een heerlijk wijntip van Gido, het leven van Fran Vanseveren en alles over de West-Vlamingen in de nieuwe film van FC De Kampioenen.

ZEE- EN ANDERE VRAGEN

IJsje of wafel?

“Een ijsje! Ik herinner me van mijn kindertijd aan zee ook vooral de ijsjes van Verdonck die we toen kregen. Met mokkasmaak, heerlijk… Ik ben nochtans geen zoetekauw, maar die ijsjes zijn onlosmakelijk verbonden met het gevoel van nostalgie dat voor mij bij de zee hoort.”

Zomer- of wintermens?

“Ik voel me het best in de winter. Haardvuur, kaarslicht… En buiten mag het dan best regenen. Dat gevoel van beschutting, dat thuisgevoel, daar hou ik erg van. In de zomer ervaar ik soms wat té veel prikkels: fel licht, meer drukte, langere dagen… Dat wordt me dan algauw een beetje te veel.”

Luieren of sporten?

“Ja, wat is luieren? Ik ben er niet zo goed in denk ik. Zelfs als ik gewoon in de zetel zit, moet ik toch wel ergens mee bezig zijn, al is het maar in mijn hoofd. Anders krijg ik snel het gevoel dat ik mijn tijd verlies. En sportief ben ik al helemaal niet. Ik heb wel een hometrainer waar ik op fiets terwijl ik tv kijk, maar stel je daar niet te veel bij voor. Het geeft mij vooral het idee dat ik toch een beetje sport.” (lacht)

Bikini of naaktstrand?

“Op mijn leeftijd geen van beide. Ik vind het ergens best wel confronterend om mijn lichaam ouder te zien worden. Niet dat ik daar voortdurend mee bezig ben, maar toch… Het brengt me opnieuw bij de zee die oneindig lijkt maar het niet is. Ik word me met ouder worden meer bewust van mijn eigen eindigheid. Wat niet wegneemt dat ik ervan kan genieten om ‘s zomers in mijn tuin een uurtje te relaxen in de zon, dat doe ik dan wel nog eens graag.”

Welke droom koester je?

“Ik ben gelukkig zoals ik nu leef en ik wil niets liever dan dat dat zo blijft. Grote dromen heb ik daarnaast niet. Tenzij ik de wens dat mijn dochters het in hun verdere leven goed stellen en gelukkig worden een droom mag noemen.”

Je ergste nachtmerrie?

“Het klinkt stom, maar ik droom de jongste jaren wel vaker dat ik iets vergeten ben. Daar kan ik echt in paniek uit wakker worden. Misschien heeft het iets te maken met loslaten, iets uit handen geven, wat ik soms best moeilijk vind. Mijn kinderen loslaten, maar ook een boek als het af is…”

Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 15 december. Verder in het magazine o.a. een receptje voor een ananastaart, de beste restaurants volgens Laura Verhulst, de werkplek van Servaas Benoit, drie toeristische tips van Peter Soete, alles over een boek over boeren in West-Vlaanderen, een heerlijk wijntip van Gido, het leven van Fran Vanseveren en alles over de West-Vlamingen in de nieuwe film van FC De Kampioenen.

ZEE- EN ANDERE VRAGEN

IJsje of wafel?

“Een ijsje! Ik herinner me van mijn kindertijd aan zee ook vooral de ijsjes van Verdonck die we toen kregen. Met mokkasmaak, heerlijk… Ik ben nochtans geen zoetekauw, maar die ijsjes zijn onlosmakelijk verbonden met het gevoel van nostalgie dat voor mij bij de zee hoort.”

Zomer- of wintermens?

“Ik voel me het best in de winter. Haardvuur, kaarslicht… En buiten mag het dan best regenen. Dat gevoel van beschutting, dat thuisgevoel, daar hou ik erg van. In de zomer ervaar ik soms wat té veel prikkels: fel licht, meer drukte, langere dagen… Dat wordt me dan algauw een beetje te veel.”

Luieren of sporten?

“Ja, wat is luieren? Ik ben er niet zo goed in denk ik. Zelfs als ik gewoon in de zetel zit, moet ik toch wel ergens mee bezig zijn, al is het maar in mijn hoofd. Anders krijg ik snel het gevoel dat ik mijn tijd verlies. En sportief ben ik al helemaal niet. Ik heb wel een hometrainer waar ik op fiets terwijl ik tv kijk, maar stel je daar niet te veel bij voor. Het geeft mij vooral het idee dat ik toch een beetje sport.” (lacht)

Bikini of naaktstrand?

“Op mijn leeftijd geen van beide. Ik vind het ergens best wel confronterend om mijn lichaam ouder te zien worden. Niet dat ik daar voortdurend mee bezig ben, maar toch… Het brengt me opnieuw bij de zee die oneindig lijkt maar het niet is. Ik word me met ouder worden meer bewust van mijn eigen eindigheid. Wat niet wegneemt dat ik ervan kan genieten om ‘s zomers in mijn tuin een uurtje te relaxen in de zon, dat doe ik dan wel nog eens graag.”

Welke droom koester je?

“Ik ben gelukkig zoals ik nu leef en ik wil niets liever dan dat dat zo blijft. Grote dromen heb ik daarnaast niet. Tenzij ik de wens dat mijn dochters het in hun verdere leven goed stellen en gelukkig worden een droom mag noemen.”

Je ergste nachtmerrie?

“Het klinkt stom, maar ik droom de jongste jaren wel vaker dat ik iets vergeten ben. Daar kan ik echt in paniek uit wakker worden. Misschien heeft het iets te maken met loslaten, iets uit handen geven, wat ik soms best moeilijk vind. Mijn kinderen loslaten, maar ook een boek als het af is…”

Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 15 december. Verder in het magazine o.a. een receptje voor een ananastaart, de beste restaurants volgens Laura Verhulst, de werkplek van Servaas Benoit, drie toeristische tips van Peter Soete, alles over een boek over boeren in West-Vlaanderen, een heerlijk wijntip van Gido, het leven van Fran Vanseveren en alles over de West-Vlamingen in de nieuwe film van FC De Kampioenen.

ZEE- EN ANDERE VRAGEN

IJsje of wafel?

“Een ijsje! Ik herinner me van mijn kindertijd aan zee ook vooral de ijsjes van Verdonck die we toen kregen. Met mokkasmaak, heerlijk… Ik ben nochtans geen zoetekauw, maar die ijsjes zijn onlosmakelijk verbonden met het gevoel van nostalgie dat voor mij bij de zee hoort.”

Zomer- of wintermens?

“Ik voel me het best in de winter. Haardvuur, kaarslicht… En buiten mag het dan best regenen. Dat gevoel van beschutting, dat thuisgevoel, daar hou ik erg van. In de zomer ervaar ik soms wat té veel prikkels: fel licht, meer drukte, langere dagen… Dat wordt me dan algauw een beetje te veel.”

Luieren of sporten?

“Ja, wat is luieren? Ik ben er niet zo goed in denk ik. Zelfs als ik gewoon in de zetel zit, moet ik toch wel ergens mee bezig zijn, al is het maar in mijn hoofd. Anders krijg ik snel het gevoel dat ik mijn tijd verlies. En sportief ben ik al helemaal niet. Ik heb wel een hometrainer waar ik op fiets terwijl ik tv kijk, maar stel je daar niet te veel bij voor. Het geeft mij vooral het idee dat ik toch een beetje sport.” (lacht)

Bikini of naaktstrand?

“Op mijn leeftijd geen van beide. Ik vind het ergens best wel confronterend om mijn lichaam ouder te zien worden. Niet dat ik daar voortdurend mee bezig ben, maar toch… Het brengt me opnieuw bij de zee die oneindig lijkt maar het niet is. Ik word me met ouder worden meer bewust van mijn eigen eindigheid. Wat niet wegneemt dat ik ervan kan genieten om ‘s zomers in mijn tuin een uurtje te relaxen in de zon, dat doe ik dan wel nog eens graag.”

Welke droom koester je?

“Ik ben gelukkig zoals ik nu leef en ik wil niets liever dan dat dat zo blijft. Grote dromen heb ik daarnaast niet. Tenzij ik de wens dat mijn dochters het in hun verdere leven goed stellen en gelukkig worden een droom mag noemen.”

Je ergste nachtmerrie?

“Het klinkt stom, maar ik droom de jongste jaren wel vaker dat ik iets vergeten ben. Daar kan ik echt in paniek uit wakker worden. Misschien heeft het iets te maken met loslaten, iets uit handen geven, wat ik soms best moeilijk vind. Mijn kinderen loslaten, maar ook een boek als het af is…”

ZEE- EN ANDERE VRAGEN

IJsje of wafel?

“Een ijsje! Ik herinner me van mijn kindertijd aan zee ook vooral de ijsjes van Verdonck die we toen kregen. Met mokkasmaak, heerlijk… Ik ben nochtans geen zoetekauw, maar die ijsjes zijn onlosmakelijk verbonden met het gevoel van nostalgie dat voor mij bij de zee hoort.”

Zomer- of wintermens?

“Ik voel me het best in de winter. Haardvuur, kaarslicht… En buiten mag het dan best regenen. Dat gevoel van beschutting, dat thuisgevoel, daar hou ik erg van. In de zomer ervaar ik soms wat té veel prikkels: fel licht, meer drukte, langere dagen… Dat wordt me dan algauw een beetje te veel.”

Luieren of sporten?

“Ja, wat is luieren? Ik ben er niet zo goed in denk ik. Zelfs als ik gewoon in de zetel zit, moet ik toch wel ergens mee bezig zijn, al is het maar in mijn hoofd. Anders krijg ik snel het gevoel dat ik mijn tijd verlies. En sportief ben ik al helemaal niet. Ik heb wel een hometrainer waar ik op fiets terwijl ik tv kijk, maar stel je daar niet te veel bij voor. Het geeft mij vooral het idee dat ik toch een beetje sport.” (lacht)

Bikini of naaktstrand?

“Op mijn leeftijd geen van beide. Ik vind het ergens best wel confronterend om mijn lichaam ouder te zien worden. Niet dat ik daar voortdurend mee bezig ben, maar toch… Het brengt me opnieuw bij de zee die oneindig lijkt maar het niet is. Ik word me met ouder worden meer bewust van mijn eigen eindigheid. Wat niet wegneemt dat ik ervan kan genieten om ‘s zomers in mijn tuin een uurtje te relaxen in de zon, dat doe ik dan wel nog eens graag.”

Welke droom koester je?

“Ik ben gelukkig zoals ik nu leef en ik wil niets liever dan dat dat zo blijft. Grote dromen heb ik daarnaast niet. Tenzij ik de wens dat mijn dochters het in hun verdere leven goed stellen en gelukkig worden een droom mag noemen.”

Je ergste nachtmerrie?

“Het klinkt stom, maar ik droom de jongste jaren wel vaker dat ik iets vergeten ben. Daar kan ik echt in paniek uit wakker worden. Misschien heeft het iets te maken met loslaten, iets uit handen geven, wat ik soms best moeilijk vind. Mijn kinderen loslaten, maar ook een boek als het af is…”

“Samenwerken met advocaat Walter Damen geeft me een unieke kans om het strafrecht van binnenuit te leren kennen.”

“Zoek geen boodschap”

“Ik zet mensen graag aan het denken, bijvoorbeeld over het gebruik van sociale media in Schemerzone. Maar een boodschap hoef je in mijn boeken nooit te zoeken. Mijn hoofdpersonages zijn inderdaad doorgaans vrouwen, maar dat komt gewoon doordat ik zelf een vrouw ben en me dus het best in de leef- en denkwereld van een vrouw kan inleven. Het is zeker geen statement, het voelt gewoon het meest authentiek aan.”

Een boek móét spannend zijn voor jou?

“Ja, ik lees zelf ook het liefst thrillers.”

“Maar ik streef ernaar om binnen dat genre de lat alsmaar hoger te leggen qua schrijfstijl en opbouw. Het is niet omdat het ‘maar’ thrillers zijn een genre dat nog altijd niet door iedereen serieus wordt genomen dat ze niet goed geschreven moeten zijn. En ik ben zelf mijn grootste criticus. Telkens ik een boek af heb, kan het voor mij op dat moment niet beter. Maar een volgend boek moet dat liefst wél zijn.”

Zoek je ook spanning op buiten het schrijven?

“Totaal niet! (lacht) Ik ben graag thuis, ik hou van rust. Ik kan zonder moeite gewoon wat zitten kijken naar onze hond en twee katten… Het leven op zich is druk genoeg voor mij. Extra spanning opzoeken maakt me eerder onrustig dan dat het me goed doet. Er worden wel eens wenkbrauwen gefronst als ik dat zeg, maar ik ben niet van plan om kicks op te zoeken omdat anderen vinden dat ik dat moet doen.”

“Ik ben niet van plan kicks op te zoeken omdat anderen vinden dat ik dat moet doen.”

En wat brengt je dan de ultieme ontspanning?

“Heel alledaagse dingen: een wandeling maken, een gezonde maaltijd op tafel zetten, lezen of naar series als Tabula Rasa of Stranger Things kijken. Mensen lopen zichzelf vaak voorbij in hun zoektocht naar geluk, vind ik. Ze zijn nergens meer tevreden mee. Ik word al gelukkig van een kom verse soep en een boterham met kaas. Meer moet dat voor mij echt niet zijn.”

ZEE- EN ANDERE VRAGEN

IJsje of wafel?

“Een ijsje! Ik herinner me van mijn kindertijd aan zee ook vooral de ijsjes van Verdonck die we toen kregen. Met mokkasmaak, heerlijk… Ik ben nochtans geen zoetekauw, maar die ijsjes zijn onlosmakelijk verbonden met het gevoel van nostalgie dat voor mij bij de zee hoort.”

Zomer- of wintermens?

“Ik voel me het best in de winter. Haardvuur, kaarslicht… En buiten mag het dan best regenen. Dat gevoel van beschutting, dat thuisgevoel, daar hou ik erg van. In de zomer ervaar ik soms wat té veel prikkels: fel licht, meer drukte, langere dagen… Dat wordt me dan algauw een beetje te veel.”

Luieren of sporten?

“Ja, wat is luieren? Ik ben er niet zo goed in denk ik. Zelfs als ik gewoon in de zetel zit, moet ik toch wel ergens mee bezig zijn, al is het maar in mijn hoofd. Anders krijg ik snel het gevoel dat ik mijn tijd verlies. En sportief ben ik al helemaal niet. Ik heb wel een hometrainer waar ik op fiets terwijl ik tv kijk, maar stel je daar niet te veel bij voor. Het geeft mij vooral het idee dat ik toch een beetje sport.” (lacht)

Bikini of naaktstrand?

“Op mijn leeftijd geen van beide. Ik vind het ergens best wel confronterend om mijn lichaam ouder te zien worden. Niet dat ik daar voortdurend mee bezig ben, maar toch… Het brengt me opnieuw bij de zee die oneindig lijkt maar het niet is. Ik word me met ouder worden meer bewust van mijn eigen eindigheid. Wat niet wegneemt dat ik ervan kan genieten om ‘s zomers in mijn tuin een uurtje te relaxen in de zon, dat doe ik dan wel nog eens graag.”

Welke droom koester je?

“Ik ben gelukkig zoals ik nu leef en ik wil niets liever dan dat dat zo blijft. Grote dromen heb ik daarnaast niet. Tenzij ik de wens dat mijn dochters het in hun verdere leven goed stellen en gelukkig worden een droom mag noemen.”

Je ergste nachtmerrie?

“Het klinkt stom, maar ik droom de jongste jaren wel vaker dat ik iets vergeten ben. Daar kan ik echt in paniek uit wakker worden. Misschien heeft het iets te maken met loslaten, iets uit handen geven, wat ik soms best moeilijk vind. Mijn kinderen loslaten, maar ook een boek als het af is…”

“Zoek geen boodschap”

“Ik zet mensen graag aan het denken, bijvoorbeeld over het gebruik van sociale media in Schemerzone. Maar een boodschap hoef je in mijn boeken nooit te zoeken. Mijn hoofdpersonages zijn inderdaad doorgaans vrouwen, maar dat komt gewoon doordat ik zelf een vrouw ben en me dus het best in de leef- en denkwereld van een vrouw kan inleven. Het is zeker geen statement, het voelt gewoon het meest authentiek aan.”

“Samenwerken met advocaat Walter Damen geeft me een unieke kans om het strafrecht van binnenuit te leren kennen.”

“Zo voelt narcolepsie, mama…”

In Schemerzone lijdt het hoofdpersonage aan narcolepsie, een nauwelijks bekende neurologische aandoening waarbij mensen onverwacht in slaap vallen en met symptomen als moeheid, concentratiestoornissen, angstaanjagende nachtmerries… De ziekte wordt zelden serieus genomen en veelal verward met luiheid. “Op de Boekenbeurs vertelde een meisje van 19 dat aan narcolepsie lijdt me dat ze het boek ook voor haar mama had gekocht en het haar gegeven had met de woorden: ‘Zó voelt het, mama‘. Dat ik erin geslaagd ben om te beschrijven hoe zo iemand die ziekte ervaart, is, naast de Poirotprijs, een vorm van waardering die me deugd doet.”

In mei 2018 komt je zesde thriller uit, in het najaar is er dan het eerste boek dat je samen met advocaat Walter Damen schrijft. Een verrassende samenwerking?

“Ik ben blij en vereerd dat dit project op mijn weg kwam. Het wordt allicht een trilogie van opnieuw psychologische thrillers met een Vlaamse advocate in de hoofdrol en Lissabon als locatie. Het was uitgeverij Van Halewyck die ons samenbracht en ik vind het een mooie uitdaging. Het geeft me een unieke kans om het strafrecht van binnenuit te leren kennen, wat natuurlijk heel boeiend is voor mij. Walter en ik werken de personages zo levensecht mogelijk uit, focussen onder meer op wat de impact is van je beroep als strafpleiter op je leven. Want het beeld dat we als buitenstaanders van de gerechtswereld hebben, is tamelijk eenzijdig, dat werd ook duidelijk uit de boeiende getuigenissen in de Canvas-reeks Strafpleiters. We zien alleen wat er in de media komt, niet hoe al die mensen met die zaken omgaan achter de schermen of hoe hun privésituatie erdoor beïnvloed wordt.”

“Walter en ik hebben een verschillende opleiding en leven in compleet andere werelden, maar het klikt omdat we ons dezelfde vraag stellen, vanuit een andere invalshoek: waarom doen mensen wat ze doen?”

Was dat ook de reden waarom je psychologie ging studeren?

“Zeker, die materie boeit me ongelooflijk. Ik ben erg ontvankelijk voor hoe mensen zich voelen, me erg bewust ook van anderen. Ik merk het snel als er iets scheelt met iemand. Vanuit die gevoelens observeerde ik de wereld als kind al. Psychologie was dus een logische stap. En de studies bevielen me ook, maar tijdens de stages nadien ondervond ik dat ik de problemen waarmee ik geconfronteerd werd niet genoeg van me af kon zetten. Ik nam alles mee naar huis, dat is niet gezond. Daarom ben ik beginnen les te geven, en graag, maar uiteindelijk heeft het schrijven wat ik al deeltijds deed de overhand gehaald.”

“Ik ben een gevoelsmens. Alleen al kijken naar de zee maakt me elke keer weer melancholisch.”

Wat gaat er om in het hoofd van een thrillerauteur?

“Ik heb de neiging om, als ik de krant lees of naar het nieuws kijk op tv, me voortdurend af te vragen of in wat er verteld wordt ook voor mij een verhaal zit… Stille grond is gebaseerd op een krantenberichtje waarin stond dat iemand in een biechtboek in een kerk een anonieme bekentenis had geschreven. De moordenaar van een jong meisje, een zaak die nooit was opgelost, drukte daarin zijn spijt uit over wat hij had gedaan. Een ander leest dat en denkt misschien ‘amai, straf!‘, ik word daar op zo’n manier door geraakt dat ik er een verhaal rond begin te verzinnen.”

“Bovendien vraag ik me ook altijd meteen af wat ergens achter zit, wat de andere kant van iets of iemand is, zeg maar de duistere kant. Iets is nooit alleen maar mooi of goed volgens mij, ook al weet ik dat dat best wél zo kan zijn. Ik kan het gewoon niet helpen dat ik zo denk. Het lijkt wel alsof ik inderdaad overal een verhaal achter zoek…”

“Ik word al gelukkig van een kom verse soep en een boterham met kaas”

Je schrijft thrillers ook wel om je eigen angsten te verwerken, vertelde je eerder in een interview. Zoals daar zijn?

“Ik heb veel angsten. En van sommige daarvan weet ik als psychologe dat het zelfs fobieën zijn. Ik durf niet op de autosnelweg te rijden, dat is een fobie. Ik rijd overal naartoe langs secundaire wegen, op zich geen probleem, het neemt alleen wat meer tijd in beslag. Hoogtevrees heb ik ook, spreken in het openbaar heb ik moeten leren, want ik was als kind erg verlegen. En ik kamp soms met angst om mijn kinderen los te laten; wat als hen iets overkomt…. Ik ben daar ook eerlijk over, angsten horen bij het leven. Ze mogen geen taboe zijn. Je moet ze wel enigszins proberen te beheersen. Maar wie zegt nooit bang te zijn, geloof ik niet. Iedereen weet wat angst is, daarom gebruik ik angst en alle gevoelens die daarmee samenhangen graag in mijn boeken.”

“Samenwerken met advocaat Walter Damen geeft me een unieke kans om het strafrecht van binnenuit te leren kennen.”

“Zoek geen boodschap”

“Ik zet mensen graag aan het denken, bijvoorbeeld over het gebruik van sociale media in Schemerzone. Maar een boodschap hoef je in mijn boeken nooit te zoeken. Mijn hoofdpersonages zijn inderdaad doorgaans vrouwen, maar dat komt gewoon doordat ik zelf een vrouw ben en me dus het best in de leef- en denkwereld van een vrouw kan inleven. Het is zeker geen statement, het voelt gewoon het meest authentiek aan.”

Een boek móét spannend zijn voor jou?

“Ja, ik lees zelf ook het liefst thrillers.”

“Maar ik streef ernaar om binnen dat genre de lat alsmaar hoger te leggen qua schrijfstijl en opbouw. Het is niet omdat het ‘maar’ thrillers zijn een genre dat nog altijd niet door iedereen serieus wordt genomen dat ze niet goed geschreven moeten zijn. En ik ben zelf mijn grootste criticus. Telkens ik een boek af heb, kan het voor mij op dat moment niet beter. Maar een volgend boek moet dat liefst wél zijn.”

Zoek je ook spanning op buiten het schrijven?

“Totaal niet! (lacht) Ik ben graag thuis, ik hou van rust. Ik kan zonder moeite gewoon wat zitten kijken naar onze hond en twee katten… Het leven op zich is druk genoeg voor mij. Extra spanning opzoeken maakt me eerder onrustig dan dat het me goed doet. Er worden wel eens wenkbrauwen gefronst als ik dat zeg, maar ik ben niet van plan om kicks op te zoeken omdat anderen vinden dat ik dat moet doen.”

“Ik ben niet van plan kicks op te zoeken omdat anderen vinden dat ik dat moet doen.”

En wat brengt je dan de ultieme ontspanning?

“Heel alledaagse dingen: een wandeling maken, een gezonde maaltijd op tafel zetten, lezen of naar series als Tabula Rasa of Stranger Things kijken. Mensen lopen zichzelf vaak voorbij in hun zoektocht naar geluk, vind ik. Ze zijn nergens meer tevreden mee. Ik word al gelukkig van een kom verse soep en een boterham met kaas. Meer moet dat voor mij echt niet zijn.”

ZEE- EN ANDERE VRAGEN

IJsje of wafel?

“Een ijsje! Ik herinner me van mijn kindertijd aan zee ook vooral de ijsjes van Verdonck die we toen kregen. Met mokkasmaak, heerlijk… Ik ben nochtans geen zoetekauw, maar die ijsjes zijn onlosmakelijk verbonden met het gevoel van nostalgie dat voor mij bij de zee hoort.”

Zomer- of wintermens?

“Ik voel me het best in de winter. Haardvuur, kaarslicht… En buiten mag het dan best regenen. Dat gevoel van beschutting, dat thuisgevoel, daar hou ik erg van. In de zomer ervaar ik soms wat té veel prikkels: fel licht, meer drukte, langere dagen… Dat wordt me dan algauw een beetje te veel.”

Luieren of sporten?

“Ja, wat is luieren? Ik ben er niet zo goed in denk ik. Zelfs als ik gewoon in de zetel zit, moet ik toch wel ergens mee bezig zijn, al is het maar in mijn hoofd. Anders krijg ik snel het gevoel dat ik mijn tijd verlies. En sportief ben ik al helemaal niet. Ik heb wel een hometrainer waar ik op fiets terwijl ik tv kijk, maar stel je daar niet te veel bij voor. Het geeft mij vooral het idee dat ik toch een beetje sport.” (lacht)

Bikini of naaktstrand?

“Op mijn leeftijd geen van beide. Ik vind het ergens best wel confronterend om mijn lichaam ouder te zien worden. Niet dat ik daar voortdurend mee bezig ben, maar toch… Het brengt me opnieuw bij de zee die oneindig lijkt maar het niet is. Ik word me met ouder worden meer bewust van mijn eigen eindigheid. Wat niet wegneemt dat ik ervan kan genieten om ‘s zomers in mijn tuin een uurtje te relaxen in de zon, dat doe ik dan wel nog eens graag.”

Welke droom koester je?

“Ik ben gelukkig zoals ik nu leef en ik wil niets liever dan dat dat zo blijft. Grote dromen heb ik daarnaast niet. Tenzij ik de wens dat mijn dochters het in hun verdere leven goed stellen en gelukkig worden een droom mag noemen.”

Je ergste nachtmerrie?

“Het klinkt stom, maar ik droom de jongste jaren wel vaker dat ik iets vergeten ben. Daar kan ik echt in paniek uit wakker worden. Misschien heeft het iets te maken met loslaten, iets uit handen geven, wat ik soms best moeilijk vind. Mijn kinderen loslaten, maar ook een boek als het af is…”

“Zo voelt narcolepsie, mama…”

In Schemerzone lijdt het hoofdpersonage aan narcolepsie, een nauwelijks bekende neurologische aandoening waarbij mensen onverwacht in slaap vallen en met symptomen als moeheid, concentratiestoornissen, angstaanjagende nachtmerries… De ziekte wordt zelden serieus genomen en veelal verward met luiheid. “Op de Boekenbeurs vertelde een meisje van 19 dat aan narcolepsie lijdt me dat ze het boek ook voor haar mama had gekocht en het haar gegeven had met de woorden: ‘Zó voelt het, mama‘. Dat ik erin geslaagd ben om te beschrijven hoe zo iemand die ziekte ervaart, is, naast de Poirotprijs, een vorm van waardering die me deugd doet.”

Wie is Hilde Vandermeeren?

Hilde Vandermeeren (47) heeft een 40-tal kinder- en jeugdboeken uit, en schrijft sinds 2013 psychologische thrillers. Haar laatste, Schemerzone, werd onlangs bekroond met de Hercule Poirotprijs.

Ze werd geboren in Waregem en woont nu in Torhout met haar man Patrick en dochters Fien (bijna 19) en Lieselot (20).

Ze studeerde psychologie aan de KU Leuven en gaf tien jaar les aan de afdeling kinderzorg aan het MMI in Kortemark. In 2006 werd ze fulltime auteur.

Sinds 2007 is ze ook hoofdredacteur van Kits, een actualiteitenkrant voor 10-plussers.

In 2016 werden twee kortverhalen van haar gepubliceerd in het Amerikaanse Ellery Queen’s Mystery Magazine.

Wat denk jij op vandaag van die nu pas groeiende aandacht: éíndelijk erkenning?

(lacht) “Ik heb wel altijd veel aandacht gekregen in lokale media, zoals KW, maar het is waar dat het op ‘Vlaams’ niveau pas is beginnen los te komen nadat ik vorig jaar als enige Vlaming op de shortlist voor de Gouden Strop stond. Ik ben daar nooit zo erg mee bezig geweest, naambekendheid is iets waar je jarenlang aan moet werken. En voor mij is het ook niet meer dan een middel om als auteur te kunnen bestaan. Bekendheid op zich interesseert me niet, ik ben eerder teruggetrokken van aard. Het lijkt me ook niet gezond om iets te doen louter omdat je bekend wil worden. Maar ik besef dat het zeker wel helpt om mijn boeken onder de aandacht te brengen en mijn lezerspubliek uit te breiden. En waardering kan ik zeker wél appreciëren. Het doet deugd als je werk goed wordt bevonden. Maar ook dat is voor mij vooral een motivatie om verder te werken, want ik heb niet het gevoel dat ik mijn eindpunt heb bereikt, nog lang niet.”

Wat betekent schrijven voor jou?

“Ik zie het als een ambacht. En een ambacht voer je uit met vakmanschap, discipline en passie. Of je nu muziek schrijft of broden bakt. Ik blijf alles doen om nog beter te worden in mijn vak, en ik leg mezelf vaste uren op om te schrijven. En daar ben ik streng in voor mezelf. Ik moet voldoende schrijven om ervan te kunnen leven. Dat heb ik ook aan de mensen rond mij moeten leren: zij weten dat ze mij liefst niet vóór 13 uur bellen, want dan schrijf ik. Nu zitten onze dochters op kot, maar toen ze nog thuis waren, hing ik een blaadje aan mijn deur: niet storen, mama schrijft.”

“Maar schrijven is ook iets wat ik móét doen. Het zit in mij en het moet eruit. En soms is het hard. Ik gaf een vaste job op om alleen nog te kunnen schrijven. Toen ik op een dag uitrekende wat dat voor mijn pensioen betekent, schrok ik zo dat ik er bijna een writer’s block van kreeg! (lacht) Maar de passie is groot genoeg om de minder leuke aspecten erbij te nemen.”

“Vroeger hing er een blaadje aan mijn deur: ‘niet storen, mama schrijft”’

“Samenwerken met advocaat Walter Damen geeft me een unieke kans om het strafrecht van binnenuit te leren kennen.”

“Zo voelt narcolepsie, mama…”

In Schemerzone lijdt het hoofdpersonage aan narcolepsie, een nauwelijks bekende neurologische aandoening waarbij mensen onverwacht in slaap vallen en met symptomen als moeheid, concentratiestoornissen, angstaanjagende nachtmerries… De ziekte wordt zelden serieus genomen en veelal verward met luiheid. “Op de Boekenbeurs vertelde een meisje van 19 dat aan narcolepsie lijdt me dat ze het boek ook voor haar mama had gekocht en het haar gegeven had met de woorden: ‘Zó voelt het, mama‘. Dat ik erin geslaagd ben om te beschrijven hoe zo iemand die ziekte ervaart, is, naast de Poirotprijs, een vorm van waardering die me deugd doet.”

In mei 2018 komt je zesde thriller uit, in het najaar is er dan het eerste boek dat je samen met advocaat Walter Damen schrijft. Een verrassende samenwerking?

“Ik ben blij en vereerd dat dit project op mijn weg kwam. Het wordt allicht een trilogie van opnieuw psychologische thrillers met een Vlaamse advocate in de hoofdrol en Lissabon als locatie. Het was uitgeverij Van Halewyck die ons samenbracht en ik vind het een mooie uitdaging. Het geeft me een unieke kans om het strafrecht van binnenuit te leren kennen, wat natuurlijk heel boeiend is voor mij. Walter en ik werken de personages zo levensecht mogelijk uit, focussen onder meer op wat de impact is van je beroep als strafpleiter op je leven. Want het beeld dat we als buitenstaanders van de gerechtswereld hebben, is tamelijk eenzijdig, dat werd ook duidelijk uit de boeiende getuigenissen in de Canvas-reeks Strafpleiters. We zien alleen wat er in de media komt, niet hoe al die mensen met die zaken omgaan achter de schermen of hoe hun privésituatie erdoor beïnvloed wordt.”

“Walter en ik hebben een verschillende opleiding en leven in compleet andere werelden, maar het klikt omdat we ons dezelfde vraag stellen, vanuit een andere invalshoek: waarom doen mensen wat ze doen?”

Was dat ook de reden waarom je psychologie ging studeren?

“Zeker, die materie boeit me ongelooflijk. Ik ben erg ontvankelijk voor hoe mensen zich voelen, me erg bewust ook van anderen. Ik merk het snel als er iets scheelt met iemand. Vanuit die gevoelens observeerde ik de wereld als kind al. Psychologie was dus een logische stap. En de studies bevielen me ook, maar tijdens de stages nadien ondervond ik dat ik de problemen waarmee ik geconfronteerd werd niet genoeg van me af kon zetten. Ik nam alles mee naar huis, dat is niet gezond. Daarom ben ik beginnen les te geven, en graag, maar uiteindelijk heeft het schrijven wat ik al deeltijds deed de overhand gehaald.”

“Ik ben een gevoelsmens. Alleen al kijken naar de zee maakt me elke keer weer melancholisch.”

Wat gaat er om in het hoofd van een thrillerauteur?

“Ik heb de neiging om, als ik de krant lees of naar het nieuws kijk op tv, me voortdurend af te vragen of in wat er verteld wordt ook voor mij een verhaal zit… Stille grond is gebaseerd op een krantenberichtje waarin stond dat iemand in een biechtboek in een kerk een anonieme bekentenis had geschreven. De moordenaar van een jong meisje, een zaak die nooit was opgelost, drukte daarin zijn spijt uit over wat hij had gedaan. Een ander leest dat en denkt misschien ‘amai, straf!‘, ik word daar op zo’n manier door geraakt dat ik er een verhaal rond begin te verzinnen.”

“Bovendien vraag ik me ook altijd meteen af wat ergens achter zit, wat de andere kant van iets of iemand is, zeg maar de duistere kant. Iets is nooit alleen maar mooi of goed volgens mij, ook al weet ik dat dat best wél zo kan zijn. Ik kan het gewoon niet helpen dat ik zo denk. Het lijkt wel alsof ik inderdaad overal een verhaal achter zoek…”

“Ik word al gelukkig van een kom verse soep en een boterham met kaas”

Je schrijft thrillers ook wel om je eigen angsten te verwerken, vertelde je eerder in een interview. Zoals daar zijn?

“Ik heb veel angsten. En van sommige daarvan weet ik als psychologe dat het zelfs fobieën zijn. Ik durf niet op de autosnelweg te rijden, dat is een fobie. Ik rijd overal naartoe langs secundaire wegen, op zich geen probleem, het neemt alleen wat meer tijd in beslag. Hoogtevrees heb ik ook, spreken in het openbaar heb ik moeten leren, want ik was als kind erg verlegen. En ik kamp soms met angst om mijn kinderen los te laten; wat als hen iets overkomt…. Ik ben daar ook eerlijk over, angsten horen bij het leven. Ze mogen geen taboe zijn. Je moet ze wel enigszins proberen te beheersen. Maar wie zegt nooit bang te zijn, geloof ik niet. Iedereen weet wat angst is, daarom gebruik ik angst en alle gevoelens die daarmee samenhangen graag in mijn boeken.”

“Samenwerken met advocaat Walter Damen geeft me een unieke kans om het strafrecht van binnenuit te leren kennen.”

“Zoek geen boodschap”

“Ik zet mensen graag aan het denken, bijvoorbeeld over het gebruik van sociale media in Schemerzone. Maar een boodschap hoef je in mijn boeken nooit te zoeken. Mijn hoofdpersonages zijn inderdaad doorgaans vrouwen, maar dat komt gewoon doordat ik zelf een vrouw ben en me dus het best in de leef- en denkwereld van een vrouw kan inleven. Het is zeker geen statement, het voelt gewoon het meest authentiek aan.”

Een boek móét spannend zijn voor jou?

“Ja, ik lees zelf ook het liefst thrillers.”

“Maar ik streef ernaar om binnen dat genre de lat alsmaar hoger te leggen qua schrijfstijl en opbouw. Het is niet omdat het ‘maar’ thrillers zijn een genre dat nog altijd niet door iedereen serieus wordt genomen dat ze niet goed geschreven moeten zijn. En ik ben zelf mijn grootste criticus. Telkens ik een boek af heb, kan het voor mij op dat moment niet beter. Maar een volgend boek moet dat liefst wél zijn.”

Zoek je ook spanning op buiten het schrijven?

“Totaal niet! (lacht) Ik ben graag thuis, ik hou van rust. Ik kan zonder moeite gewoon wat zitten kijken naar onze hond en twee katten… Het leven op zich is druk genoeg voor mij. Extra spanning opzoeken maakt me eerder onrustig dan dat het me goed doet. Er worden wel eens wenkbrauwen gefronst als ik dat zeg, maar ik ben niet van plan om kicks op te zoeken omdat anderen vinden dat ik dat moet doen.”

“Ik ben niet van plan kicks op te zoeken omdat anderen vinden dat ik dat moet doen.”

En wat brengt je dan de ultieme ontspanning?

“Heel alledaagse dingen: een wandeling maken, een gezonde maaltijd op tafel zetten, lezen of naar series als Tabula Rasa of Stranger Things kijken. Mensen lopen zichzelf vaak voorbij in hun zoektocht naar geluk, vind ik. Ze zijn nergens meer tevreden mee. Ik word al gelukkig van een kom verse soep en een boterham met kaas. Meer moet dat voor mij echt niet zijn.”

ZEE- EN ANDERE VRAGEN

IJsje of wafel?

“Een ijsje! Ik herinner me van mijn kindertijd aan zee ook vooral de ijsjes van Verdonck die we toen kregen. Met mokkasmaak, heerlijk… Ik ben nochtans geen zoetekauw, maar die ijsjes zijn onlosmakelijk verbonden met het gevoel van nostalgie dat voor mij bij de zee hoort.”

Zomer- of wintermens?

“Ik voel me het best in de winter. Haardvuur, kaarslicht… En buiten mag het dan best regenen. Dat gevoel van beschutting, dat thuisgevoel, daar hou ik erg van. In de zomer ervaar ik soms wat té veel prikkels: fel licht, meer drukte, langere dagen… Dat wordt me dan algauw een beetje te veel.”

Luieren of sporten?

“Ja, wat is luieren? Ik ben er niet zo goed in denk ik. Zelfs als ik gewoon in de zetel zit, moet ik toch wel ergens mee bezig zijn, al is het maar in mijn hoofd. Anders krijg ik snel het gevoel dat ik mijn tijd verlies. En sportief ben ik al helemaal niet. Ik heb wel een hometrainer waar ik op fiets terwijl ik tv kijk, maar stel je daar niet te veel bij voor. Het geeft mij vooral het idee dat ik toch een beetje sport.” (lacht)

Bikini of naaktstrand?

“Op mijn leeftijd geen van beide. Ik vind het ergens best wel confronterend om mijn lichaam ouder te zien worden. Niet dat ik daar voortdurend mee bezig ben, maar toch… Het brengt me opnieuw bij de zee die oneindig lijkt maar het niet is. Ik word me met ouder worden meer bewust van mijn eigen eindigheid. Wat niet wegneemt dat ik ervan kan genieten om ‘s zomers in mijn tuin een uurtje te relaxen in de zon, dat doe ik dan wel nog eens graag.”

Welke droom koester je?

“Ik ben gelukkig zoals ik nu leef en ik wil niets liever dan dat dat zo blijft. Grote dromen heb ik daarnaast niet. Tenzij ik de wens dat mijn dochters het in hun verdere leven goed stellen en gelukkig worden een droom mag noemen.”

Je ergste nachtmerrie?

“Het klinkt stom, maar ik droom de jongste jaren wel vaker dat ik iets vergeten ben. Daar kan ik echt in paniek uit wakker worden. Misschien heeft het iets te maken met loslaten, iets uit handen geven, wat ik soms best moeilijk vind. Mijn kinderen loslaten, maar ook een boek als het af is…”

Wie is Hilde Vandermeeren?

Hilde Vandermeeren (47) heeft een 40-tal kinder- en jeugdboeken uit, en schrijft sinds 2013 psychologische thrillers. Haar laatste, Schemerzone, werd onlangs bekroond met de Hercule Poirotprijs.

Ze werd geboren in Waregem en woont nu in Torhout met haar man Patrick en dochters Fien (bijna 19) en Lieselot (20).

Ze studeerde psychologie aan de KU Leuven en gaf tien jaar les aan de afdeling kinderzorg aan het MMI in Kortemark. In 2006 werd ze fulltime auteur.

Sinds 2007 is ze ook hoofdredacteur van Kits, een actualiteitenkrant voor 10-plussers.

In 2016 werden twee kortverhalen van haar gepubliceerd in het Amerikaanse Ellery Queen’s Mystery Magazine.