“De zee is de plaats waar het voor mij allemaal begon”

"Ik ga graag lopen op het strand, net langs de waterlijn. Zalig vind ik dat. Dat je af en toe ingesloten raakt door het water en er natte voeten aan overhoudt, neem ik er graag bij." © Pieter Clicteur
Sandra Rosseel

Met Wannes Cappelle langs de Noordzee wandelen, dat is genieten van verhalen over zijn kindertijd, over heroïsche gevechten en romantische weekends, over zandkastelen bouwen met zijn zonen en over de geneugten van naakt de golven in te duiken. “Het gevoel dat je dan ervaart… In één woord: machtig!”

Oostende. De lente laat voor het eerst dit jaar merken dat ze in aantocht is. Voor het station geniet Wannes Cappelle zichtbaar van de eerste zonnestralen. “Ik ben echt een zonnemens”, bekent de frontman van Het Zesde Metaal. Terwijl we langs de Visserskaai wandelen, tussen de havengeul en het centrum in, kijkt hij bewonderend naar de stad. “Oostende straalt toch nog altijd iets mondains uit. Prachtig vind ik dat. Er hangt hier een sfeer die je nergens anders aan de kust terugvindt.”

Heb je een bijzondere band met de stad?

“Toch wel. Hier is het voor mij, voor Het Zesde Metaal, allemaal begonnen. In 2005 wonnen we de prijs Jong Muziek tijdens Theater aan Zee en dat was het échte startschot voor ons. Met die prijs op zak zijn we aan een tournee begonnen, hebben we ons eerste album ‘Akattemets’ gemaakt.”

Oostende was het begin van je carrière, maar wanneer is jouw liefde voor muziek ontstaan?

“Toen ik studeerde. Als kind had ik wel muziekschool gevolgd, piano, maar dat had ik in mijn tienerjaren laten vallen om te kunnen sporten (Wannes was een gedreven triatleet, op zijn zestiende was hij zelfs Belgisch kampioen, red.). Later, toen een blessure mijn sportieve ambities al had gefnuikt en ik godsdienstwetenschappen studeerde, greep ik naar de muziek terug. Bij gebrek aan een piano leerde ik mezelf spelen op een gitaar en zo ontdekte ik, per ongeluk eigenlijk, ‘het grote geheim van de akkoorden’… Als je op een gitaar drie akkoorden kan spelen, kan je duizenden liedjes maken. Iets wat ze me in de muziekschool nooit verteld hebben, daar ging het alleen maar om partituren kunnen lezen en spelen. Onbegrijpelijk, want er is niets magischer dan zelf kunnen creëren.”

We waren bang dat we de zee nooit meer zouden zien

Je studeerde godsdienstwetenschappen, maar maakte de overstap naar Studio Herman Teirlinck.

“Eigenlijk wou ik filosofie studeren, omdat ik graag over de dingen nadenk. Ik heb echter voor godsdienstwetenschappen gekozen omdat ik leerkracht wou worden, en dat makkelijker is met een diploma godsdienstwetenschappen dan met een diploma filosofie. Maar tijdens mijn eerste stage wist ik al dat lesgeven niets voor mij zou zijn: ik stond wel graag vooraan in de klas, maar ik wou zelf de inhoud bepalen. Ik wou mijn eigen verhalen vertellen, niet wat het leerplan me voorschreef. Ik deed ingangsexamen aan Studio Herman Teirlinck en werd toegelaten.”

Je ruilde Leuven in voor Antwerpen. Een grote stap?

“In Antwerpen voelde ik voor het eerst dat ik mijn eigen weg aan het bepalen was. Leuven was voor mij, als West-Vlaming, nog een veilige keuze geweest. Daar studeerden er nog vrienden, waren er nog veel andere West-Vlamingen. In Antwerpen kende ik echt niemand en moest ik wel uit mijn kot komen.”

Ondertussen zijn we op het Zeeheldenplein aanbeland en wandelen we voorbij de Rock Strangers, het veelbesproken kunstwerk van Arne Quinze. Fotograaf Pieter Clicteur wijst er ons op dat de ‘oranje blokken’ van Quinze volgens ingewijden wel heel erg lijken op het werk van de Duitse kunstenaar Ewerdt Hilgemann. Een probleem dat ook muzikanten niet onbekend is.

Heb jij ooit al, bewust of onbewust, plagiaat gepleegd, om het met een groot woord te zeggen?

“Gelukkig niet, al is dat voor alle muzikanten wel een constante zorg. Zo zijn we bij Het Zesde Metaal allemaal fan van Radiohead, waardoor het af en toe wel gebeurt dat we een arrangement maken waarvan we achteraf tot de conclusie komen dat het té Radiohead is. De enige oplossing is dan om dat arrangement te laten vallen. Als je zelf al de gelijkenis hoort, dan komt het niet goed.”

Heb je naast Radiohead nog andere muzikale helden?

“Uiteraard. Bright Eyes, de groep rond singer-songwriter Conor Oberst, is een constante inspiratiebron. Hij maakt enorm sterke teksten, gebruikt echt straffe beeldtaal… En te zeggen dat hij amper 22 jaar was toen hij ‘Lifted’ schreef, een echt meesterwerk. Ik ben ook een grote Wilco-fan, een betere liveband is er niet te vinden.”

We wandelen nu langs de Noordzee. Heb jij er een bijzondere band mee?

“Ik hou van de zee. Op het strand voel je altijd hoe nietig je als mens eigenlijk bent. En natuurlijk roept de zee heel wat herinneringen op. De ouders van mijn eerste echte vriendin hadden een huisje in Oostduinkerke, waar we regelmatig naartoe trokken. En ook toen ik klein was, gingen we af en toe naar zee. Eerst in onze witte Lada, tot mijn ouders besloten dat we geen auto meer nodig hadden. Wij kinderen waren bang dat we de zee nooit meer zouden zien, maar zonder auto werden de afstanden vreemd genoeg niet groter maar kleiner. De zee werd opeens iets waar je met de fiets naartoe kon. De weg van Wevelgem naar de zee, een goeie 60 kilometer, heb ik tientallen keren afgelegd, gewoon om even aan de zee te zijn en dan terug te keren. Voor het eerst werd de reis belangrijker dan de bestemming. Eén keer per jaar hadden we ook een familieweekend in Dranouter. Dan huurde mijn vader een Volkswagencamionette en keerden we via de kust naar Wevelgem terug, gewoon om de zee te zien.”

Kom je uit een groot gezin?

“We zijn met vijf kinderen. Twee jongens en drie meisjes. Ik ben de op een na jongste. Mijn ouders zijn best wel alternatief. Zo kwam bijna alles wat bij ons op tafel kwam uit onze eigen hof. De groenten, maar ook het vlees. Ik denk dat ik wel elke dag een beest geslacht zag worden.”

Ik heb getwijfeld aan mijn muzikantenbestaan

Is dat de reden waarom je veganist bent geworden?

“Ja en nee. Ik denk wel dat de meeste mensen geboren worden met een ‘compassie’ voor dieren, maar dat je geleerd wordt om dat gevoel te negeren. Als kind heb ik nooit iets met dierenrechten gehad. Gaia vond ik compleet belachelijk. Ik at graag vlees, en had zoals veel mensen het gevoel dat wanneer je vegetarisch at, je eigenlijk niet gegeten had. Thuis stond er elke dag vlees of vis op het menu. Mijn vader speelde ook met de duiven en de vogels die niet goed gevlogen hadden, gingen onherroepelijk de pot in. Het was zelfs zo dat de pastoor van de kerk waar we vlakbij woonden, last had van een duivenplaag. Mijn vader zette vallen in de kerktoren die wij dan gingen legen. Die duiven werden geslacht en opgegeten of weggegeven. Na een tijdje had mijn vader de sleutels van een hele reeks kerktorens bij ons in de buurt en trokken we van de ene toren na de andere.” (lacht)

Wanneer heb je dan die klik gemaakt?

“Ik ben vegetariër geworden toen ik al in Antwerpen woonde. Alda was zwanger van ons eerste kind en ik maakte me zorgen over de duizenden luiers die we aan de afvalberg gingen toevoegen. Ik ben dus puur uit ecologische overwegingen vegetariër geworden. Ik was overtuigd dat het moeilijk zou zijn om geen vlees meer te eten, maar dat was helemaal niet het geval. Een jaar of vijf geleden ben ik veganist geworden en sindsdien eet ik ook geen dierlijke producten zoals melk en eieren meer. Legkippen en melkkoeien zijn immers enorm belastend voor het milieu. Als iemand die vlees eet, zorgt voor 100 procent milieubelasting, dan is een vegetariër nog verantwoordelijk voor 70 procent belasting. Als veganist val je op 20 procent terug. Voor mij was de beslissing vlug genomen, vooral omdat ik ondertussen ook heel wat over dierenrechten had gelezen. Beesten kunnen lijden, ze hebben gevoelens. Als je een kalfje wegpakt, dan ziet de koe daar echt van af.”

Doet je gezin mee?

“Ik kook meestal, dus eet de rest met me mee. Maar als ik weg ben, dan zet Alda wel eens vis of vlees voor de jongens op het menu. En dan gebeurt het wel eens, zoals gisterenavond, dat er een halve hamburger over is en ik die opeet. Liever dat dan dat vlees te moeten wegwerpen. Ook buitenshuis ben ik geen strikte veganist, gewoon omdat dat nog altijd allesbehalve evident is. Al betert het wel, dat merk ik ook aan wat ik voor een optreden voorgeschoteld krijg.”

“Ik ben veganist, maar aan zee durf ik wel eens mosseltjes te eten. Die weekdieren hebben geen zenuwstelsel, dus mag het”, lacht Wannes Cappelle.© Pieter Clicteur

Van optredens gesproken: jullie nieuwe tournee rond ‘Calais’ is overal uitverkocht.

“Dat hadden we nooit durven te hopen. Zelfs in Hasselt, waar we toch wel in een grote zaal staan en we vreesden dat we voor zes man en een paardenkop zouden moeten spelen, zijn alle tickets de deur uit. Het is een beetje overweldigend, maar toch valt alles op zijn plaats. We voelen als groep ook dat we er klaar voor zijn om voor grote zalen te spelen. De muziek primeert meer, de vertelling en de woordspelingen zijn wat meer op de achtergrond beland, we hebben opnieuw een stap vooruitgezet.”

“En te zeggen dat ik na onze eerste plaat nog overwogen heb om een ‘soeperie’ te beginnen. Ik had een serieuze writer’s block, had al meer dan een jaar geen lied die naam waardig op papier gezet. Tijdens een reis naar Kopenhagen belandden Alda en ik toevallig in een theehuis, en toen ik zag hoe relaxed die man daar achter zijn toog stond, wou ik dat ook. Maar dan met soep. Toen ik thuiskwam, fantaseerde ik over hoe ik dat aan mijn bandleden zou moeten vertellen, en ik vond het zo grappig dat ik er een lied over schreef, ‘In de mix’. Want net zoals bij muziek, zit het bij soep in de mix. Mijn writer’s block was weg, niet veel later maakten we ‘Ploegsteert’ en Het Zesde Metaal was weer vertrokken.”

Strand of water?

“Ik zit wel graag in ‘t water, maar ik moet mezelf dwingen om erin te gaan. Als je in ‘t water geweest bent, blijft het zand aan je plakken en moet je dat er afwrijven… Vooraf zie ik daar altijd wat tegenop, maar als je een keer in ‘t water zit, wordt dat natuurlijk bijkomstig. Dan ben ik altijd blij dat ik mezelf overwonnen heb. Ik ben ook niet bang om in de zee te zwemmen. Toen ik vroeger triatlon deed, moesten we soms ook in de zee zwemmen. Dan werden er heroïsche gevechten gevoerd: al die mannen die allemaal zo snel mogelijk rond diezelfde boei wilden zwemmen… Dan werd er aan benen getrokken, werden er kopjes onder geduwd of elleboogstoten uitgedeeld… Dat was echt wel heftig.”

Zwembroek of naakt?

“Ik hou wel van de nightswimmingervaring. Gewoon ‘s nachts alle kleren af en in ‘t water springen. Dat is écht machtig. Maar overdag zal je me dat echter niet zien doen; naakt zwemmen is geestig als het donker is.” (lacht)

Bakken of smashen?

“Ik ben geen zonneklopper. Op het strand ravot ik vooral met mijn kinderen. Zandkastelen maken, spelen… Al die dingen die we thuis – we wonen op een appartement – niet kunnen doen.”

Dit is het coverinterview uit KW Weekend van vrijdag 03 maart 2017. Verderop in het magazine: Niet te missen met Leen Dendievel. De beste restaurants volgens Tom Vermeir. Het geheim van het trabollen. Zaaien, planten en oogsten met Angelo Dorny. Hannelore Bedert gaat voor compromisloze liedjes. Maaike Cafmeyer staat voor ‘De Klas’. Stephanie Coorevits op zoek naar de alter ego’s van Bekend Vlaanderen.

(foto Pieter Clicteur)

Winter of zomer?

“Geef mij maar de zomer. Ik hou niet van koud hebben, en ik heb het altijd rap koud. Geef mij maar een plaats waar het warm is, waar je op blote voeten kan rondlopen en je genoeg hebt aan een T-shirt. Op het vlak van reizen ben ik ook een traditionele West-Vlaming, die graag met de auto naar het zuiden van Frankrijk trekt. Helaas ziet Alda dat anders. Zij houdt van Duitsland en Oostenrijk, houdt ervan rond te rijden en dingen te bezoeken. Ik vind dat wel tof, maar heb daar zelf geen behoefte aan. Vakantie gaat voor mij niet over dingen ontdekken, maar over tijd. En dat kan evengoed thuis zijn. Gewoon de tijd hebben om neer te zitten en een boek te lezen.”

Strand of water?

“Ik zit wel graag in ‘t water, maar ik moet mezelf dwingen om erin te gaan. Als je in ‘t water geweest bent, blijft het zand aan je plakken en moet je dat er afwrijven… Vooraf zie ik daar altijd wat tegenop, maar als je een keer in ‘t water zit, wordt dat natuurlijk bijkomstig. Dan ben ik altijd blij dat ik mezelf overwonnen heb. Ik ben ook niet bang om in de zee te zwemmen. Toen ik vroeger triatlon deed, moesten we soms ook in de zee zwemmen. Dan werden er heroïsche gevechten gevoerd: al die mannen die allemaal zo snel mogelijk rond diezelfde boei wilden zwemmen… Dan werd er aan benen getrokken, werden er kopjes onder geduwd of elleboogstoten uitgedeeld… Dat was echt wel heftig.”

Zwembroek of naakt?

“Ik hou wel van de nightswimmingervaring. Gewoon ‘s nachts alle kleren af en in ‘t water springen. Dat is écht machtig. Maar overdag zal je me dat echter niet zien doen; naakt zwemmen is geestig als het donker is.” (lacht)

Bakken of smashen?

“Ik ben geen zonneklopper. Op het strand ravot ik vooral met mijn kinderen. Zandkastelen maken, spelen… Al die dingen die we thuis – we wonen op een appartement – niet kunnen doen.”

Dit is het coverinterview uit KW Weekend van vrijdag 03 maart 2017. Verderop in het magazine: Niet te missen met Leen Dendievel. De beste restaurants volgens Tom Vermeir. Het geheim van het trabollen. Zaaien, planten en oogsten met Angelo Dorny. Hannelore Bedert gaat voor compromisloze liedjes. Maaike Cafmeyer staat voor ‘De Klas’. Stephanie Coorevits op zoek naar de alter ego’s van Bekend Vlaanderen.

(foto Pieter Clicteur)

IJsje of wafel?

“Een ijsje toch wel. Als veganist kies ik voor soja-ijs, maar als dat er niet is, durf ik ook gewone ijsjes te eten. Mijn favoriete smaken? Ik ben erg conservatief, ga altijd voor klassiekers zoals vanille en aardbeien. Tot grote ergernis van mijn vrouw, die altijd speciale smaken kiest. Ook op restaurant ga ik altijd voor de veilige keuze, voor de dingen die ik ken. Zou dat iets West-Vlaams zijn, die angst dat het zal tegenvallen als je iets onbekends kiest?”

Winter of zomer?

“Geef mij maar de zomer. Ik hou niet van koud hebben, en ik heb het altijd rap koud. Geef mij maar een plaats waar het warm is, waar je op blote voeten kan rondlopen en je genoeg hebt aan een T-shirt. Op het vlak van reizen ben ik ook een traditionele West-Vlaming, die graag met de auto naar het zuiden van Frankrijk trekt. Helaas ziet Alda dat anders. Zij houdt van Duitsland en Oostenrijk, houdt ervan rond te rijden en dingen te bezoeken. Ik vind dat wel tof, maar heb daar zelf geen behoefte aan. Vakantie gaat voor mij niet over dingen ontdekken, maar over tijd. En dat kan evengoed thuis zijn. Gewoon de tijd hebben om neer te zitten en een boek te lezen.”

Strand of water?

“Ik zit wel graag in ‘t water, maar ik moet mezelf dwingen om erin te gaan. Als je in ‘t water geweest bent, blijft het zand aan je plakken en moet je dat er afwrijven… Vooraf zie ik daar altijd wat tegenop, maar als je een keer in ‘t water zit, wordt dat natuurlijk bijkomstig. Dan ben ik altijd blij dat ik mezelf overwonnen heb. Ik ben ook niet bang om in de zee te zwemmen. Toen ik vroeger triatlon deed, moesten we soms ook in de zee zwemmen. Dan werden er heroïsche gevechten gevoerd: al die mannen die allemaal zo snel mogelijk rond diezelfde boei wilden zwemmen… Dan werd er aan benen getrokken, werden er kopjes onder geduwd of elleboogstoten uitgedeeld… Dat was echt wel heftig.”

Zwembroek of naakt?

“Ik hou wel van de nightswimmingervaring. Gewoon ‘s nachts alle kleren af en in ‘t water springen. Dat is écht machtig. Maar overdag zal je me dat echter niet zien doen; naakt zwemmen is geestig als het donker is.” (lacht)

Bakken of smashen?

“Ik ben geen zonneklopper. Op het strand ravot ik vooral met mijn kinderen. Zandkastelen maken, spelen… Al die dingen die we thuis – we wonen op een appartement – niet kunnen doen.”

Dit is het coverinterview uit KW Weekend van vrijdag 03 maart 2017. Verderop in het magazine: Niet te missen met Leen Dendievel. De beste restaurants volgens Tom Vermeir. Het geheim van het trabollen. Zaaien, planten en oogsten met Angelo Dorny. Hannelore Bedert gaat voor compromisloze liedjes. Maaike Cafmeyer staat voor ‘De Klas’. Stephanie Coorevits op zoek naar de alter ego’s van Bekend Vlaanderen.

(foto Pieter Clicteur)

ZEEVRAGEN

IJsje of wafel?

“Een ijsje toch wel. Als veganist kies ik voor soja-ijs, maar als dat er niet is, durf ik ook gewone ijsjes te eten. Mijn favoriete smaken? Ik ben erg conservatief, ga altijd voor klassiekers zoals vanille en aardbeien. Tot grote ergernis van mijn vrouw, die altijd speciale smaken kiest. Ook op restaurant ga ik altijd voor de veilige keuze, voor de dingen die ik ken. Zou dat iets West-Vlaams zijn, die angst dat het zal tegenvallen als je iets onbekends kiest?”

Winter of zomer?

“Geef mij maar de zomer. Ik hou niet van koud hebben, en ik heb het altijd rap koud. Geef mij maar een plaats waar het warm is, waar je op blote voeten kan rondlopen en je genoeg hebt aan een T-shirt. Op het vlak van reizen ben ik ook een traditionele West-Vlaming, die graag met de auto naar het zuiden van Frankrijk trekt. Helaas ziet Alda dat anders. Zij houdt van Duitsland en Oostenrijk, houdt ervan rond te rijden en dingen te bezoeken. Ik vind dat wel tof, maar heb daar zelf geen behoefte aan. Vakantie gaat voor mij niet over dingen ontdekken, maar over tijd. En dat kan evengoed thuis zijn. Gewoon de tijd hebben om neer te zitten en een boek te lezen.”

Strand of water?

“Ik zit wel graag in ‘t water, maar ik moet mezelf dwingen om erin te gaan. Als je in ‘t water geweest bent, blijft het zand aan je plakken en moet je dat er afwrijven… Vooraf zie ik daar altijd wat tegenop, maar als je een keer in ‘t water zit, wordt dat natuurlijk bijkomstig. Dan ben ik altijd blij dat ik mezelf overwonnen heb. Ik ben ook niet bang om in de zee te zwemmen. Toen ik vroeger triatlon deed, moesten we soms ook in de zee zwemmen. Dan werden er heroïsche gevechten gevoerd: al die mannen die allemaal zo snel mogelijk rond diezelfde boei wilden zwemmen… Dan werd er aan benen getrokken, werden er kopjes onder geduwd of elleboogstoten uitgedeeld… Dat was echt wel heftig.”

Zwembroek of naakt?

“Ik hou wel van de nightswimmingervaring. Gewoon ‘s nachts alle kleren af en in ‘t water springen. Dat is écht machtig. Maar overdag zal je me dat echter niet zien doen; naakt zwemmen is geestig als het donker is.” (lacht)

Bakken of smashen?

“Ik ben geen zonneklopper. Op het strand ravot ik vooral met mijn kinderen. Zandkastelen maken, spelen… Al die dingen die we thuis – we wonen op een appartement – niet kunnen doen.”

Dit is het coverinterview uit KW Weekend van vrijdag 03 maart 2017. Verderop in het magazine: Niet te missen met Leen Dendievel. De beste restaurants volgens Tom Vermeir. Het geheim van het trabollen. Zaaien, planten en oogsten met Angelo Dorny. Hannelore Bedert gaat voor compromisloze liedjes. Maaike Cafmeyer staat voor ‘De Klas’. Stephanie Coorevits op zoek naar de alter ego’s van Bekend Vlaanderen.

(foto Pieter Clicteur)

ZEEVRAGEN

IJsje of wafel?

“Een ijsje toch wel. Als veganist kies ik voor soja-ijs, maar als dat er niet is, durf ik ook gewone ijsjes te eten. Mijn favoriete smaken? Ik ben erg conservatief, ga altijd voor klassiekers zoals vanille en aardbeien. Tot grote ergernis van mijn vrouw, die altijd speciale smaken kiest. Ook op restaurant ga ik altijd voor de veilige keuze, voor de dingen die ik ken. Zou dat iets West-Vlaams zijn, die angst dat het zal tegenvallen als je iets onbekends kiest?”

Winter of zomer?

“Geef mij maar de zomer. Ik hou niet van koud hebben, en ik heb het altijd rap koud. Geef mij maar een plaats waar het warm is, waar je op blote voeten kan rondlopen en je genoeg hebt aan een T-shirt. Op het vlak van reizen ben ik ook een traditionele West-Vlaming, die graag met de auto naar het zuiden van Frankrijk trekt. Helaas ziet Alda dat anders. Zij houdt van Duitsland en Oostenrijk, houdt ervan rond te rijden en dingen te bezoeken. Ik vind dat wel tof, maar heb daar zelf geen behoefte aan. Vakantie gaat voor mij niet over dingen ontdekken, maar over tijd. En dat kan evengoed thuis zijn. Gewoon de tijd hebben om neer te zitten en een boek te lezen.”

Strand of water?

“Ik zit wel graag in ‘t water, maar ik moet mezelf dwingen om erin te gaan. Als je in ‘t water geweest bent, blijft het zand aan je plakken en moet je dat er afwrijven… Vooraf zie ik daar altijd wat tegenop, maar als je een keer in ‘t water zit, wordt dat natuurlijk bijkomstig. Dan ben ik altijd blij dat ik mezelf overwonnen heb. Ik ben ook niet bang om in de zee te zwemmen. Toen ik vroeger triatlon deed, moesten we soms ook in de zee zwemmen. Dan werden er heroïsche gevechten gevoerd: al die mannen die allemaal zo snel mogelijk rond diezelfde boei wilden zwemmen… Dan werd er aan benen getrokken, werden er kopjes onder geduwd of elleboogstoten uitgedeeld… Dat was echt wel heftig.”

Zwembroek of naakt?

“Ik hou wel van de nightswimmingervaring. Gewoon ‘s nachts alle kleren af en in ‘t water springen. Dat is écht machtig. Maar overdag zal je me dat echter niet zien doen; naakt zwemmen is geestig als het donker is.” (lacht)

Bakken of smashen?

“Ik ben geen zonneklopper. Op het strand ravot ik vooral met mijn kinderen. Zandkastelen maken, spelen… Al die dingen die we thuis – we wonen op een appartement – niet kunnen doen.”

Dit is het coverinterview uit KW Weekend van vrijdag 03 maart 2017. Verderop in het magazine: Niet te missen met Leen Dendievel. De beste restaurants volgens Tom Vermeir. Het geheim van het trabollen. Zaaien, planten en oogsten met Angelo Dorny. Hannelore Bedert gaat voor compromisloze liedjes. Maaike Cafmeyer staat voor ‘De Klas’. Stephanie Coorevits op zoek naar de alter ego’s van Bekend Vlaanderen.

(foto Pieter Clicteur)

ZEEVRAGEN

IJsje of wafel?

“Een ijsje toch wel. Als veganist kies ik voor soja-ijs, maar als dat er niet is, durf ik ook gewone ijsjes te eten. Mijn favoriete smaken? Ik ben erg conservatief, ga altijd voor klassiekers zoals vanille en aardbeien. Tot grote ergernis van mijn vrouw, die altijd speciale smaken kiest. Ook op restaurant ga ik altijd voor de veilige keuze, voor de dingen die ik ken. Zou dat iets West-Vlaams zijn, die angst dat het zal tegenvallen als je iets onbekends kiest?”

Winter of zomer?

“Geef mij maar de zomer. Ik hou niet van koud hebben, en ik heb het altijd rap koud. Geef mij maar een plaats waar het warm is, waar je op blote voeten kan rondlopen en je genoeg hebt aan een T-shirt. Op het vlak van reizen ben ik ook een traditionele West-Vlaming, die graag met de auto naar het zuiden van Frankrijk trekt. Helaas ziet Alda dat anders. Zij houdt van Duitsland en Oostenrijk, houdt ervan rond te rijden en dingen te bezoeken. Ik vind dat wel tof, maar heb daar zelf geen behoefte aan. Vakantie gaat voor mij niet over dingen ontdekken, maar over tijd. En dat kan evengoed thuis zijn. Gewoon de tijd hebben om neer te zitten en een boek te lezen.”

Strand of water?

“Ik zit wel graag in ‘t water, maar ik moet mezelf dwingen om erin te gaan. Als je in ‘t water geweest bent, blijft het zand aan je plakken en moet je dat er afwrijven… Vooraf zie ik daar altijd wat tegenop, maar als je een keer in ‘t water zit, wordt dat natuurlijk bijkomstig. Dan ben ik altijd blij dat ik mezelf overwonnen heb. Ik ben ook niet bang om in de zee te zwemmen. Toen ik vroeger triatlon deed, moesten we soms ook in de zee zwemmen. Dan werden er heroïsche gevechten gevoerd: al die mannen die allemaal zo snel mogelijk rond diezelfde boei wilden zwemmen… Dan werd er aan benen getrokken, werden er kopjes onder geduwd of elleboogstoten uitgedeeld… Dat was echt wel heftig.”

Zwembroek of naakt?

“Ik hou wel van de nightswimmingervaring. Gewoon ‘s nachts alle kleren af en in ‘t water springen. Dat is écht machtig. Maar overdag zal je me dat echter niet zien doen; naakt zwemmen is geestig als het donker is.” (lacht)

Bakken of smashen?

“Ik ben geen zonneklopper. Op het strand ravot ik vooral met mijn kinderen. Zandkastelen maken, spelen… Al die dingen die we thuis – we wonen op een appartement – niet kunnen doen.”

ZEEVRAGEN

IJsje of wafel?

“Een ijsje toch wel. Als veganist kies ik voor soja-ijs, maar als dat er niet is, durf ik ook gewone ijsjes te eten. Mijn favoriete smaken? Ik ben erg conservatief, ga altijd voor klassiekers zoals vanille en aardbeien. Tot grote ergernis van mijn vrouw, die altijd speciale smaken kiest. Ook op restaurant ga ik altijd voor de veilige keuze, voor de dingen die ik ken. Zou dat iets West-Vlaams zijn, die angst dat het zal tegenvallen als je iets onbekends kiest?”

Winter of zomer?

“Geef mij maar de zomer. Ik hou niet van koud hebben, en ik heb het altijd rap koud. Geef mij maar een plaats waar het warm is, waar je op blote voeten kan rondlopen en je genoeg hebt aan een T-shirt. Op het vlak van reizen ben ik ook een traditionele West-Vlaming, die graag met de auto naar het zuiden van Frankrijk trekt. Helaas ziet Alda dat anders. Zij houdt van Duitsland en Oostenrijk, houdt ervan rond te rijden en dingen te bezoeken. Ik vind dat wel tof, maar heb daar zelf geen behoefte aan. Vakantie gaat voor mij niet over dingen ontdekken, maar over tijd. En dat kan evengoed thuis zijn. Gewoon de tijd hebben om neer te zitten en een boek te lezen.”

Strand of water?

“Ik zit wel graag in ‘t water, maar ik moet mezelf dwingen om erin te gaan. Als je in ‘t water geweest bent, blijft het zand aan je plakken en moet je dat er afwrijven… Vooraf zie ik daar altijd wat tegenop, maar als je een keer in ‘t water zit, wordt dat natuurlijk bijkomstig. Dan ben ik altijd blij dat ik mezelf overwonnen heb. Ik ben ook niet bang om in de zee te zwemmen. Toen ik vroeger triatlon deed, moesten we soms ook in de zee zwemmen. Dan werden er heroïsche gevechten gevoerd: al die mannen die allemaal zo snel mogelijk rond diezelfde boei wilden zwemmen… Dan werd er aan benen getrokken, werden er kopjes onder geduwd of elleboogstoten uitgedeeld… Dat was echt wel heftig.”

Zwembroek of naakt?

“Ik hou wel van de nightswimmingervaring. Gewoon ‘s nachts alle kleren af en in ‘t water springen. Dat is écht machtig. Maar overdag zal je me dat echter niet zien doen; naakt zwemmen is geestig als het donker is.” (lacht)

Bakken of smashen?

“Ik ben geen zonneklopper. Op het strand ravot ik vooral met mijn kinderen. Zandkastelen maken, spelen… Al die dingen die we thuis – we wonen op een appartement – niet kunnen doen.”