“De liefde heeft me altijd gefascineerd”

© Pieter Clicteur
Bert Vanden Berghe

“Ik ben niet de eerste om op de dansvloer te springen, maar kan anderen er wel toe aansporen”, lacht Luk Alloo, die of het nu over dansen, feesten, werken of simpelweg het leven gaat, altijd weer bij de liefde uitkomt. We keren met hem terug naar Oostende, waar hij uitging en zichzelf naar eigen zeggen leerde kennen. “Zonde om te zien hoe de romantiek van een ogenschijnlijk banaal cafeetje niet meer telt.”

Komende zondag vraagt Luk Alloo alle West-Vlamingen ten dans in Roeselare, maar over zijn feestgevoel spreken, doet hij het liefst in Oostende. En het is meteen feest als we door de Stad aan Zee struinen en we twee keer worden aangesproken door een groepje enthousiaste vrouwen. Luk Alloo is de man van de no-nonsenseaanpak, gaat graag met hen op de foto en informeert terloops maar heel gemeend hoe het in de liefde gaat. Een gespreksopener zonder weerga en een techniek die hij naar eigen zeggen ook op feestjes gebruikt.

“We doen veel te weinig onnozel tegenwoordig”

“Je hebt van die mensen die de Knack helemaal vanbuiten blokken om dan een hele tijd te lullen over de actualiteit. Dan begin ik te zeveren over de politieke kwesties in Zimbabwe of vind ik iets uit over de Dow Jones. Want op zo’n moment haak ik af. En vraag ik hoe het met hen is. Of ze gelukkig zijn, hoe het in de liefde gaat. Dan klappen ze vaak dicht. Weet je, mensen kunnen heel moeilijk babbelen over de liefde. Dat heb ik ook gemerkt bij mijn nieuwe reeks (Alloo en de Liefde, red.). Het is gemakkelijker om een gevangene te interviewen dan mensen die moeten uitleggen waarom ze ooit voor elkaar gekozen hebben. Dat gaat altijd met een soort onhandigheid gepaard.” Of ik mag vragen waarom hij voor Sandy heeft gekozen, en omgekeerd. “Tuurlijk, heb je een uur?”

Geloof je in de eeuwige liefde?

“We zijn toch al een tijdje samen. En dat overkomt je. Soms denk ik: potverdikke, die of die zijn uit elkaar of gaan scheiden. En bij ons blijft het duren. Bovendien heb ik de indruk dat we nog maar een paar jaar samen zijn. Dat is nog het meest beangstigende. Dat we nu al een jaar of 14-15 samen zijn en dat het nog altijd aanvoelt alsof het vier of vijf jaar is. We zijn nog altijd niet uitgepraat. Je moet geluk hebben. Echt geluk hebben. Dat is magisch, als het klikt, als je je niet ergert aan elkaar en elkaar alles gunt. Natuurlijk geloof ik nog in de liefde. Kijk maar hoeveel mensen het huwelijk van Harry en Meghan volgden. Iedereen ziet liever een prent van Walt Disney dan een stupide horrorfilm, we moeten daar niet flauw over doen. Je mag het huwelijk dan wel zien als hoogdravend of folklore, maar als je daar staat en elkaar in de ogen kijkt…”

“Het is gemakkelijker om een gevangene te interviewen dan iemand die moet uitleggen waarom ze ooit voor elkaar hebben gekozen.”© Pieter Clicteur

In jouw geval lijkt me dat niet simpel, je privéleven netjes onder de radar houden, zeker omdat je vrouw en schoonvader ook bekend zijn bij het grote publiek en er dus veel mensen meekijken.

“Goh, wat je ook doet, iedereen heeft altijd een oordeel klaar. Het begint al aan je voordeur. Of je voortuin er netjes bij ligt, welke kleur je brievenbus heeft of wat voor auto er op je oprit staat. Zelfs Messi krijgt commentaar op sociale media. De meest sportieve, correcte en minzame speler die er bestaat wordt regelmatig hard aangepakt met onnozele commentaren.”

“Mensen hebben niets liever dan dat je wat interesse toont”

“Nee, zoiets mag je je absoluut niet aantrekken. Als je dat begint te doen… Maar de liefde heeft me altijd gefascineerd, zeker hier in Oostende. Toen deze stad nog rockte.”

Ging je hier vaak uit?

“Ik heb jarenlang veel studentenjobs gedaan. Op mijn 18de ging ik ergotherapie studeren in Kortrijk, waar ik in het legendarische café de Shakespeare werkte als dj. Ik werkte om mezelf wat financiële ademruimte te geven.”

Een mooi eufemisme voor ‘drinkgeld’.

“Maar het is zo. Ik kocht lp’s, deed veel optredens en ging naar de film in de Pentascoop in Kortrijk. Een fantastische buurt om uit te gaan: café Oasis, de Ananas, het Rond Vierkant… Mijn leven bestond uit het caféleven. Dat waren echt de gouden jaren in Kortrijk, begin jaren tachtig. Toen kwam iedereen vanuit Gent naar Kortrijk, in plaats van omgekeerd. En in Oostende kwam ik ook graag. Toen waren de tramstellen nog open achteraan. Je kon zo makkelijk zwartrijden. We kwamen overal. De Langestraat was een ‘zwaar straatje’. De King bestond nog, de Sloopy… Toen werd er hier nog om de twee maanden een Engelsman neergeknald. Voor een jonge gast was dit een soort assertiviteitstraining.”

“We hebben zo weinig respect en liefde voor het verleden.”© Pieter Clicteur

Waarom trok dat je aan?

“De reporter in mij wilde dat zien. Ik las de boeken van Jan Cremer, Jef Geeraerts en de jonge Herman Brood. Ik wilde voelen, zien, wat zij schreven. En in de zomer trokken we naar de discotheken in Bredene.

“Er gebeurde heel veel. Ook met mezelf: liefde, romantiek, seksualiteit, het ontplooien van mijn karakter…”

Nooit té veel plezier gehad en op de vuist gegaan?

“Nooit. Ik loste het altijd op met een oneliner. Op school kwam ik ook altijd tussen, net als toen ik werkte in het café. Toen zei ik: ‘Tien pinten als ge stopt!’ Marchanderen, hé! (lacht) Humor is altijd ontwapenend.”

Hij vloekt als we door de Langestraat stappen. “Al die cafés, die cinemazalen… weg. Dat is een schande, man.” Terwijl we op zoek gaan naar de restanten van café 88, blijft Luk hangen bij de Twilight, waar hij een praatje maakt met de uitbater en de vaste gasten. Als Luk een vurig betoog houdt dat er gestreden moet worden voor de horeca, worden de schouders opgehaald. “Dat is het leven. Je staat alleen en betogen heeft geen zin”, zucht Luk. “De moeheid treedt ook in. De romantiek van een ogenschijnlijk banaal cafeetje telt niet meer. Wij hebben te weinig respect en liefde voor het verleden. We gooien alles plat. De architectuur en de hartslag… alles verandert.” Maar de posters aan de muur van het café vullen zijn hoofd wel met fijne herinneringen, aan al zijn muzikale helden.

“Televisie komt niet meer uit de buik, maar draait tegenwoordig vooral rond cijfers.”© Pieter Clicteur

Verzamel je nog vinyl?

“De nieuwste albums koop ik nog altijd op vinyl, ja. Ik heb thuis zelfs weer cassetjes ontdekt. Gelukkig heb ik mijn verzameling bijgehouden, van toen ik 17 was en fragmenten opnam van de radio. De flarden van de introductie erbij, zijn fantastisch.”

Ben je een melancholische ziel?

“Weemoed is een heel mooi gevoel. Niet dat ik nu elke week een begraafplaats in loop, mij wentel in zelfbeklag of in pijnlijke melancholie, maar wat weemoed is soms op zijn plaats. In Kortrijk rij ik nog graag eens voorbij mijn vroegere koten, toen we nog met vijf studenten een huis huurden voor twee jaar. Ik vind dat niet fout, ik voel me ook geen oude zak die per se nog eens achteruit wil kijken. Ik vind het fantastisch om die herinneringen op te halen.”

Maar word je er niet zwaarmoedig van?

“Waarom? Omdat de tijd zo snel gaat? Ik heb geen talent voor zwaarmoedigheid. Ik heb wel talent voor realiteit. Ik weet dat het snel gaat en ik ken die hele flauwekul van ‘pluk de dag’, maar zwaarmoedig? Nee. Ik ben een gelukzak. Zie ons hier zitten aan de zee. De zon schijnt!”

© Pieter Clicteur

Had je moeite met tram vijf?

“Nee, ik dacht dat ik het moeilijker zou hebben. Wat schiet je er ook mee op? Oké, ik heb het lijf van een vijftigplusser, maar er zit nog altijd een 25-jarige gast in. Helaas. (grijnst) Vanbinnen zit nog altijd die kleine Blankenbergenaar die veel goesting en overgave heeft. Mijn vijftigste verjaardag heb ik op restaurant gevierd met heel wat vrienden… op de dag net voor ik 51 jaar werd. Mijn madam zag daar een ziektepatroon in, ik vond het vooral een leuke gimmick.”

Over verjaardagen gesproken, je werkt nu al dertig jaar in de media. Reden voor een feestje?

“Nee, integendeel. Een leerkracht die dertig jaar bezig is, krijgt amper een sleutelhanger… Is wat ik doe zo’n verdienste? Ik kan doen wat ik graag doe, maar om daarom een feest te geven…”

Sta je soms nog stil bij wat je doet?

“In de auto wel, omdat ik daar veel tijd heb om na te denken. Maar thuis niet. Wie binnenkomt, kan niet zien wat voor job ik doe. Natuurlijk ben ik trots op wat ik gedaan heb, maar dat is gewoon mijn job. Daarbuiten is nog iets veel belangrijkers.”

“Vanbinnen ben ik nog altijd die kleine Blankenbergenaar boordevol goesting.”© Pieter Clicteur

Mis je je beginperiode of de tijd van TV6 waarbij alles leek te kunnen op tv?

“Tuurlijk mis ik dat. Die jaren zijn voorbijgevlogen. Het leuke eraan was die intensiteit, dat improviseren. Nu draait het allemaal rond ratings. Er komt niets meer uit de buik, of toch amper. Vroeger schreef je je idee op een bierviltje, trok je naar je directeur, die je meteen weer de deur uitstuurde. ‘Doe maar! Volg je hart!’ Op vandaag gaan de directeurs 13 keer per jaar naar een beurs, waar ze zien dat een programma scoort in Venezuela of bij een doelgroep van vrouwen tussen 80 en 84 bij wijze van spreken.”

Heb je daarom die omslag richting human interest gemaakt?

“Dat is eerder organisch gegaan. Paul Jambers (bij wie Luk ooit begon, red.) stuitte een paar jaar geleden nog op beelden van een brainstormweekend in Sluis, bij de start van zijn productiehuis. Daar sprak ik al over een reportage over gevangenissen. Ik heb uiteindelijk drie ministers moeten slijten tot ik een halve go kreeg. Soms moet je veel geduld hebben.”

Zou je nog terug kunnen naar het lichtere werk?

“Maar ja, gij. Ik doe het nog in mijn vrije tijd, van die onnozelheden. Dat is geen trucje, hé. We doen gewoon te weinig onnozel. En waarom? Schaamte? Denk je dat mensen dat vervelend vinden als je ze aanspreekt en vraagt hoe het gaat? Ze hebben niets liever dan dat je wat interesse toont.”

© Pieter Clicteur

Had je dat altijd al?

“Als kleine jongen, toen we naar Boudewijnpark trokken, vroeg ik al aan de jonge obers wat ze met hun drinkgeld deden. ‘Sparen voor een auto, een cadeau voor hun vrouw…’ Het zijn dezelfde vragen die ik op vandaag nog altijd stel.”

En wat als alle vragen al zijn gesteld, zou je iets anders kunnen doen?

“Dat is zoals een relatie met een minzame vrouw. Je moet die beleven, herleven, inademen, niet bezig zijn met een plan B. Ik heb dat nooit gehad. Ik ben in de media gerold door een aaneenschakeling van toevalligheden. En ik hoop er nog heel lang in te blijven.”

Dé slow van Luk Alloo?

Luk leidt zondag 24 juni #KWdanst in goede banen, het evenement waarbij Krant van West-Vlaanderen zoveel mogelijk slowende mensen samen wil krijgen op de Grote Markt van Roeselare.

“Ik hou van dansen, maar het hoeft niet altijd noodzakelijk. Ik kan op een feestje evengoed in een hoek gezellig genieten van een goed gesprek. Ik ben ook niet de eerste om op de dansvloer te springen, maar kan anderen er wel toe aansporen.” Dé slow voor Luk is – hoe kan het ook anders – Eenzaam zonder jou van Will Tura. “Het was onze openingsdans op ons huwelijksfeest. En we hadden geluk dat Will op het feest aanwezig was en dat nummer aan de piano zong!” (lacht)

Wie is Luk Alloo?

Luk Alloo werd geboren op 25 maart 1963 in Blankenberge.

Hij studeerde ergotherapie en haalde daarna nog een diploma criminologie. Hij begon zijn loopbaan bij Radio 2 en werkte later als researcher voor Paul Jambers. Hij maakte programma’s voor de VRT en Medialaan, presenteerde en was ook te horen op de radio. De laatste jaren maakt hij vooral humaninterestprogramma’s die te zien zijn op VTM.

Luk is getrouwd met Sandy Blanckaert, de dochter van Will Tura. Hij heeft twee dochters uit zijn vorige huwelijk.

“Martinez is een mol van de Engelsen!”

Ook voetbal is een feest. Voor Luk is dat elke woensdagavond zo, als hij gaat minivoetballen met zijn vrienden. Hij is ook een notoir supporter van Club Brugge. En van de Rode Duivels? “Ik had eigenlijk al geen goesting meer om te kijken naar het WK voetbal van zodra ik vernam dat de bondscoach Radja thuis zou laten. Vooral omdat de anderen het niet voor de speler opnamen. Ik begrijp dat ze de trainer respecteren, maar de spelers hadden hem duidelijk moeten maken: hij móét mee. Ik ben er heilig van overtuigd dat Roberto Martinez een mol is van de Engelse voetbalbond.”

Dé slow van Luk Alloo?

Luk leidt zondag 24 juni #KWdanst in goede banen, het evenement waarbij Krant van West-Vlaanderen zoveel mogelijk slowende mensen samen wil krijgen op de Grote Markt van Roeselare.

“Ik hou van dansen, maar het hoeft niet altijd noodzakelijk. Ik kan op een feestje evengoed in een hoek gezellig genieten van een goed gesprek. Ik ben ook niet de eerste om op de dansvloer te springen, maar kan anderen er wel toe aansporen.” Dé slow voor Luk is – hoe kan het ook anders – Eenzaam zonder jou van Will Tura. “Het was onze openingsdans op ons huwelijksfeest. En we hadden geluk dat Will op het feest aanwezig was en dat nummer aan de piano zong!” (lacht)