De Brugse beer van Hagar Peeters

© Benny Proot
Jan Gheysen
Jan Gheysen Opiniërend hoofdredacteur

“Ik heb een beer gekocht. De Beer van Vlaanderen. Uit het stadswapen van Brugge. Ik geef ‘m cadeau aan mijn vriend”, sluit de Nederlandse dichter en auteur Hagar Peeters het gesprek af. We zitten in hartje Brugge, in een eethuis dat – geheel en al in de stijl van Brugge – volgestouwd staat met spullen uit het verleden. Hagar verbleef drie weken in de stad in opdracht van het nieuwe literaire festival BruTaal en vertrok met tegenzin opnieuw naar Amsterdam.

Op een avond was er hier in het centrum van de stad een loopwedstrijd. Ik zag vanuit mijn venster op de eerste verdieping de mensen voorbijlopen. Ze hadden van die kleurrijke fluohesjes aan en ik zag zo het Brugge uit de middeleeuwen voor me“, vertelt Hagar Peeters. Ze is vertrouwd met de geschiedenis van de stad, ze is immers cultuurhistorica van opleiding. “Ik kon me zo de ridderspelen, de steekspelen, de terechtstellingen voorstellen, hier op de Grote Markt. “

De historische kern van Brugge kent ze intussen vrij goed. “Ik heb alle 366 treden van de Belforttoren beklommen”, zegt ze trots en ze duidt meteen de bijzonderste plekken aan – het Sint-Janshospitaal, het Groeningemuseum, de Sint-Salvatorskathedraal, het Gezellemuseum – en citeert zonder moeite ‘t krinkelende, winkelende waterding uit Het Schrijverke van Guido Gezelle. “Ik ken Gezelle al van mijn achtste jaar”, biecht de dichteres op. “Van toen ik geregeld bij mijn opa en oma verbleef in het Nederlandse Limburg. Daar kwam ik in aanraking met het katholicisme. Weet je, ik maakte er een Jezus-strip met een eerste gedicht, waarin ik in plaats van God ‘Good’ schreef: om het te laten rijmen op ‘dood’. En daar leerde mijn moeder me Gezelle kennen.”

Een Brugs verhaal

In mei, als het nieuwe Brugse literaire festival BruTaal van start gaat, komt Hagar terug naar Brugge en leest ze op haar verjaardag het verhaal voor dat ze hier de voorbije drie weken schreef. “Een Brugs verhaal”, vertelt ze daarover. “Ik laat een vrouw aan het woord die Memling portretteerde. Zij kijkt naar de toeristen die voor haar passeren en vertelt vanuit het contrast tussen datgene waar zij voor staat en de oppervlakkigheid van het nu. Het verhaal is heel erg katholiek, hoewel ik dat totaal niet ben, maar ik schrijf het volledig vanuit de vrouw van het Memlingschilderij.” Behalve katholiek kleurt het verhaal dat ze voor BruTaal schreef ook Brugs. “Ik heb er enkele Brugse woorden in gestopt”, zegt ze. “In boekhandel De Reyghere, waar ik te gast was, vond ik een boekje met en over het Brugse dialect. Kijk, dat was zo leuk aan dit verblijf hier: ik zat boven een boekhandel. Ik kon er ‘s avonds in zwerven, kon ook altijd onmiddellijk iets gaan opzoeken. Ik wil een boekwinkel onder mijn huis!”, roept ze uit.

Wat was het heerlijk om zo’n boekwinkel bij de hand te hebben

Voor ze haar intrek nam in Brugge was ze te gast in Kortrijk, voor een interview in Het Penhuis. En eerder was ze ook al in Damme. “Klein, maar mooi”, herinnert zij zich. Ze ondervond ook al dat haar voornaam voor West-Vlamingen niet makkelijk ‘bekt’. “Ach, die g en die h”, lacht ze. Het is met enige tegenzin dat ze naar Amsterdam terugkeert. “Ik had hier nog wat willen doorwerken”, zegt ze. Maar ze reist binnenkort naar Bogota, waar de Spaanse vertaling van haar bekroonde roman Malva wordt voorgesteld op een boekenbeurs. In Malva geeft ze de verstoten dochter van Pablo Neruda een stem. Ze verweeft het verhaal van Malva, die op jonge leeftijd in Nederland totaal vergeten stierf, op een ingenieuze wijze met haar eigen, jonge levensverhaal. Niet alleen Nederland, maar ook Vlaanderen viel voor haar debuutroman. Ze won er diverse prijzen mee, onder meer de Fintro Literatuurprijs.

De Nederlandse schrijfster is een ‘volbloed’ boekenvrouw. “Tja, mijn vader was een werkstudent en ging voor de ECI-boekenclub bij de mensen langs. Mijn moeder, die eigenlijk wijkverpleegster was, ging eveneens op pad voor ECI. Daar hebben ze mekaar ontmoet en zijn ze bevriend geraakt”, vertelt ze. Malva haalde wel de longlist voor de ECI Literatuurprijs, maar niet de shortlist. “Het was anders wel mooi geweest natuurlijk”, zegt de auteur die over prijzen niet echt mag mopperen.

Aardige mensen

Het is druk in het eethuis. “Vergeet niet te reserveren, er zal anders geen plaats zijn”, waarschuwde ze toen we de afspraak voor het gesprek vastlegden. Ze kent inmiddels Brugge en ze had dus gelijk. Het huis zit van boven tot onder vol. “Aardige mensen, de Vlamingen”, vindt ze. “Alleen, een aantal horecamensen in het hart van de stad durft zich al eens arrogant te gedragen. Ze hebben kapsones. Maar we zullen straks Brugge missen. En de beiaard…”

‘Malva’ van Hagar Peeters is uitgegeven bij De Bezige Bij. Ook haar dichtbundels zijn daar uitgegeven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier