In de Vlaanderenstraat kan je een heel bijzonder huis vinden: galerie Theobalds Boothuisje. Het art-nouveaupand dateert van rond de eeuwwisseling en is waarschijnlijk het smalste huisje van Oostende.
Het Boothuisje onderging onlangs een grondige renovatie en opende na acht maanden opnieuw de deuren.
Het Boothuisje werd gebouwd door stadsarchitect Theobald Vanhille. In 1981 werd het gebouw officieel beschermd. Na heel wat andere functies – onder andere een café en een pizzeria – werd het pand enkele jaren geleden gekocht door Nederlander Leo Kuipers, die er een kunstgalerie van maakte. Vorig jaar nam de Tervuurse kunstenares Irène Philips er haar intrek als ‘artist in residence”. “Dat beviel me zodanig, dat ik besloot om hier te blijven”, vertelt ze. “Ik trek me nu dus met Medusa Arts aan van het reilen en zeilen in de galerie.”
Momenteel kan je een tentoonstelling over de Belgisch kunstenaar Edmond Dubrunfaut bewonderen. Binnen enkele maanden is het de beurt aan een beeldhouwer, die trouwens ook de straat zal betrekken bij de kunst in het Boothuisje: op de stoep voor de galerie komt er een monumentaal beeldhouwwerk van 5 op 3 meter. “Dat zal een echte blikvanger worden”, geeft Irène tot slot nog mee.
Theobalds Boothuisje is elke zaterdag, zondag en feestdag open van 15 tot 18 uur, in de zomer ook op donderdag en vrijdag. De galerie is ook op afspraak te bezoeken.
(GLO – foto GLO)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier