Havens herstelden zich in 2010 maar aantal jobs ging achteruit, vooral in Zeebrugge

Redactie KW

De zes havens in ons land (Antwerpen, Gent, Oostende, Zeebrugge, Luik en Brussel) hebben in 2010 10 procent meer toegevoegde waarde (omzet min aankoopprijs) gecreëerd dan het jaar ervoor, toen er een daling was van 10 procent. Maar in 2010 was er een jobafname van 3,7 procent. Dat blijkt uit een jaarlijkse studie van de Nationale Bank (NBB).

In de haven van Antwerpen groeide de toegevoegde waarde in 2010 met 12,8 procent. In Gent en Oostende steeg de toegevoegde waarde met ruim 9 procent, terwijl de groei in Zeebrugge, Brussel en Luik met respectievelijk 2,5, 2,8 en 3,4 procent beperkter bleef. De indirecte toegevoegde waarde steeg met 1,2 procent, waardoor het aandeel van de totale toegevoegde waarde in het Belgische bbp steeg met 0,1 procentpunt tot 8,7 procent. De toegevoegde waarde is de omzet min het aankoopbedrag (niet gelijk aan omzet min de kosten, dat is winst).

Werkgelegenheid

De werkgelegenheid daarentegen verminderde in alle Belgische havens. Dat betekent dat de in 2009 vastgestelde tendens zich in 2010 voortzette. De grootste dalingen deden zich voor in Zeebrugge (-5,8 pct) waar het aantal loontrekkenden vooral afnam in de industrie, en in Luik, waar het aantal voltijdse equivalenten het sterkst achteruitging, namelijk met 7,1 pct. De totale werkgelegenheid in de havens ging met 1,7 procent achteruit, tot 6,6 procent van de binnenlandse werkgelegenheid.

Nog uit de studie blijkt dat de investeringen in alle havens verder en fors terugliepen, met 18,8 procent ten opzichte van 2009. Alleen in de haven van Zeebrugge, waar de investeringen sterk waren teruggelopen in 2009, stegen de investeringen in 2010.

Het goederenverkeer ten slotte is, na een achteruitgang in 2009, opnieuw toegenomen in alle havens, behalve in Oostende.

(BS/belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier