Elke week gaan we na in hoeverre onze angsten en grote gevaren ook werkelijkheid kunnen worden.
Deze week: wat komt er zoal kijken bij een scheepsramp? Het meest bekende voorval in het collectieve geheugen is wellicht de ramp met de Herald of Free Enterprise. Het Britse schip kapseisde in 1987 vlak na vertrek uit de haven van Zeebrugge. De ramp kostte aan 193 mensen het leven.
Dag en nacht op de hoogte
“Het eerste wat er gebeurt bij een ramp op zee is de vooralarmfase”, zegt gouverneur Carl Decaluwé. “De nautische dienstchef verwittigt een pak personen. Bij een zwaar incident treedt er een hogere fase in werking. Ik word dan coördinator van het crisiscentrum. Het noodplan loopt volledig in samenwerking met de verschillende overheden. Sowieso blijf ik als gouverneur dag en nacht op de hoogte van elke situatie. Ook bij aanvaringen met kleinere boten”, gaat Carl Decaluwé verder.
In december 2012 zonk de Baltic Ace in het Nederlandse deel van de Noordzee na een aanvaring met een containerschip. “Grootschalige rampen in onze wateren heb ik tot dusver niet meegemaakt als gouverneur. Uiteraard herinner ik me als adolescent de ramp met de Herald of Free Enterprise. Ruim tien jaar geleden had je ook de ramp met de Tricolor”, herinnert de gouverneur zich.
Dispatching naar verschillende kustwachtpartners
Het Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum in Oostende is het centrale meldpunt voor ongevallen op zee. Denk aan schepen in nood, ongevallen en olieverontreiniging, maar ook recreanten die in de problemen komen. Bij zo’n melding worden de kustwachtpartners gewaarschuwd. De coördinatie van de taken op de Noordzee moet ervoor zorgen dat alles op elkaar afgestemd wordt over de grenzen van de verschillende administraties heen.
“Het MRCC heeft een grote verantwoordelijkheid voor de coördinatie van al deze betrokken instanties bij reddingsacties of milieu-incidenten. Het centrum beluistert continu de noodfrequenties. Hiervoor wordt het noodkanaal beluisterd. Zo wordt een noodoproep onmiddellijk opgevangen. Van zodra de noodoproep binnenkomt, gebeurt er een dispatching naar de verschillende kustwachtpartners”, zegt Ulrike Vanhessche van het secretariaat van de Kustwacht.
Vijftig procedures
“Het MRCC kan je beschouwen als een soort ‘100 op zee’. Het centrum krijgt noodoproepen binnen en de calltaker van dienst kan efficiënt de juiste hulp bieden. Wanneer het Algemeen Nood- en Interventieplan Noordzee in werking treedt, wordt de gouverneur altijd op de hoogte gebracht.”
“De procedures bij een scheepsramp op zee zijn erg complex. We hebben vijftig procedures om in gang te zetten. Dat is geen gradatie van de intensiteit van de ramp, het gaat over de verschillende opties om hulp te verlenen. Het rampenplan Noordzee komt er op aangeven van het MRCC. De gouverneur zal de producedure in gang zetten in samenwerking met verschillende diensten”, zegt nautisch dienstchef Rejane Gyssens.
Rampsimulatie is onbetaalbaar
Een van de laatste rampen volgens het noodplan was de passage van de MSC Flaminia. Het uitgebrande containerschip voer in september 2012 door de Belgische exclusieve economische zone (EEZ). De doortocht verliep zonder incidenten. “Uit voorzorg werd het noodplan Noordzee geactiveerd tijdens de doorvaart. Woensdag houden we trouwens een table topoefening rond cruiseschepen. Het wordt een theoretische uiteenzetting aan tafel. Een echte rampsimulatie is haast onbetaalbaar. Al houden we elk jaar oefeningen op zee, maar dan kleinschaliger. Vorig jaar stond oliebestrijding centraal”, aldus nog gouverneur Decaluwé.
(MF)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier