Lana Deldycke uit Lendelede stapte 400 kilometer op de GR5-route

Lana Deldycke kreeg ook het gezelschap van haar mama Inge Rots op haar wandelreis. © (gf)
Wouter Vander Stricht

De 22-jarige Lana Deldycke stapte 18 dagen lang en bijna 400 kilometer door vier landen. Ze was daarbij geïnspireerd door GR5, de roadthriller die eerder dit jaar werd op Eén werd uitgezonden. “Op sommige stukken kreeg ik gezelschap en dat was best aangenaam.”

Lana Deldycke (22) heeft zopas haar diploma behaald. Ze studeerde geschiedenis aan de Gentse unief en spendeerde ook een semester in Barcelona. Bedoeling was dat ze deze zomer met haar beste vriendin door Peru en Bolivia zou trekken. “Maar in maart werd al duidelijk dat we onze reis zouden mogen annuleren.” Lana zocht een alternatief en vond inspiratie in GR5, de serie die eerder dit jaar Vlaanderen in de ban hield. De GR5-route start in Hoek van Holland en leidt tot in Nice. In totaal 2.500 kilometer waarbij je ook door de Vogezen en de Alpen moet. Er loopt ook 380 kilometer over Belgisch grondgebied. Ik startte net over de grens in Nederland, daarna door de provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant, Limburg en Wallonië, een stukje Luxemburg om uiteindelijk bij het drielandenpunt te eindigen met bijna 400 kilometer in de stapschoenen.”

Eens goed douchen

Lana vertrok op 15 augustus en heeft in totaal 18 dagen gewandeld. De GR5 is vast bewegwijzerd. “Je moet de rood-witte bordjes, zeg maar de vlag van Polen, volgen. Slechts een tweetal keer was het niet echt duidelijk, maar dat valt mee op zoveel kilometer natuurlijk. Als er een bordje verdwenen is, kun je dat met een mailtje laten weten.”

De eerste twee dagen stapte Lana alleen, maar al snel kreeg ze gezelschap. Vriendin Lisa Maes uit Ingelmunster kwam haar twee dagen vergezellen, ook Robbe Cool uit Kachtem stapte mee. Daarna is mama Inge Rots Robbe komen aflossen. “We waren toen ter hoogte van Bokrijk. Ze is drie dagen gebleven. Omdat mama liever niet in een tent sliep, overnachtten we toen in B&B’s en een hotelletje. Dat beetje meer luxe was welgekomen, dan kon ik ook eens deftig douchen. Met mama zijn we ook naar Maastricht getrokken.”

Tentje in de tuin

Daarna stond Lana er een tijdje alleen voor en bereikte ze Wallonië. Overnachten deed ze dus in haar tentje, meestal in de tuin bij mensen. “In Vlaanderen kun je vaak al aan het huis inschatten waar je kunt aanbellen. Ik heb ook nooit een deur op mijn gezicht gehad. Ik wandelde iedere dag tussen de 20 en 25 kilometer en stelde mezelf het doel om telkens tegen 18 uur een slaapplaats te hebben. Ik vreesde dat het met de coronamaatregelen soms wat moeilijk zou zijn, maar ik kende nooit problemen om een stek te vinden. Echt veel contact met de mensen bij wie ik overnachtte, had ik niet. Vaak waren ze al gaan werken als ik mijn tentje opborg. In Ruy (provincie Luik) verbleef ik bij supergezellige mensen die een gite aan het inrichten waren. Misschien ga ik daar nog eens terug. Ik viel ‘s avonds ook telkens vrij snel in slaap, met een rugzak van 20 kilogram wandelen vergt veel energie.” Maar het lichaam van Lana doorstond de tocht wonderwel. “De eerste vijf dagen waren het lastigst. Ik had toen ook een paar blaren, maar al bij al viel het mee. Ik had ook ongelofelijk geluk met het weer. Toen er een stormpje opstak, lag ik gelukkig in een schuur bij mensen. Ik startte vlak na de hittegolf. Het was niet te warm en niet te koud en 18 dagen lang heb ik nauwelijks regen gezien.”

“Ik heb elke taal die ik spreek, kunnen gebruiken”

Nadat mama Inge Rots naar Lendelede was teruggekeerd kreeg Lana nog het gezelschap van studievriendin Noa Heyndrickx en Niels Duyck (Ingelmunster). “We wandelden ook door de Oostkantons. Ik heb dus elke taal die ik ken, kunnen gebruiken.” Het werd vooral een grote ontdekkingsreis door eigen land. “Ik wist niet dat België zo mooi was. Ik passeerde ook door heel wat provinciale domeinen. Veel wandelaars kwam ik niet tegen. Met iemand uit Herentals stapte ik een stukje mee, we hebben dan samen ook iets gegeten. Drie wandelaars ben ik een vijftal keer tegengekomen.”

Meisje alleen

Op de vraag of ze als meisje alleen op tocht soms niet bang was, antwoordt ze door met haar ogen te draaien. “Ook onderweg kreeg ik die vraag. Ik ben niets vreemd tegengekomen en ben ook best in staat om me te verdedigen mocht er iets gebeuren. Als je geen geloof hebt in de goedheid van de mensen, blijf je beter thuis. Ik heb genoten van de momenten dat ik wandelend gezelschap had, dat was aangenaam. Maar ook de dagen alleen waren leuk. Dan ben je eens alleen met je gedachten. Het enige wat je moet doen, is stappen.” Lana denkt er over na de hele onderneming 2.500 kilometer dus af te werken. “In eerste instantie was dat het verste van mijn gedachten. Maar ik heb ook veel positieve reacties gekregen op Instagram van mensen die me volgden. Misschien doe ik nog het stuk in Nederland en de rest in Luxemburg. Dan heb ik wat ervaring erbij om dan later door Vogezen en de Alpen te trekken. Veel vrienden die nu niet mee konden omdat ze andere verplichtingen hadden, boden al aan om een stuk mee te stappen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier