Bart C., een relatieconsulent uit Zwevegem, moest zich donderdag verantwoorden voor de correctionele rechtbank van Kortrijk. Hij staat terecht voor tal van oplichtingen. De man is niet aan zijn proefstuk toe.
De beklaagde heeft al een behoorlijk strafverleden. Hij runt al tientallen jaren een huwelijksbureau vanuit zijn privéwoning in Zwevegem, samen met zijn echtgenote. In 2001 kwam zijn zaak voor het eerst in opspraak. Toen werd door de rechtbank van koophandel een bevel tot staking van zijn beroepsbezigheden uitgesproken. Maar Bart C. zette zijn activiteiten voort. In 2002 liep hij een eerste correctionele veroordeling op van zes maanden. Ook in 2012 en 2015 moest hij voor de correctionele rechtbank komen. Die sprak zich streng uit. In totaal heeft Bart C. bij die twee veroordelingen 74 maanden effectieve celstraf opgelopen.
Agressieve werkwijze
Na een veroordeling in januari, stond de man onder elektronisch toezicht. “Zelfs tijdens de behandeling van zijn zaak, in het najaar van 2014, misleidde de beklaagde verder klanten”, zegt de openbare aanklager. “Wie niet meteen betaalde werd onder druk gezet. Een bijzonder agressieve werkwijze.” Het openbaar ministerie vordert 2 jaar celstraf en een fikse boete. Het vraagt ook een verbeurdverklaring van het vermogensvoordeel, ruim 27.000 euro, en een definitief verbod om een huwelijksbureau uit te baten of erin tewerkgesteld te zijn.
Gezin op straat gezet
De advocaat van de beklaagde, Kris Vincke, hoopt op opslorping. “Mijn cliënt had absoluut paal en perk moeten stellen aan zijn bezigheden na het vorige vonnis, maar de meeste feiten dateren van voor de uitspraak. Bovendien werden veel dossiers wel succesvol afgerond. Het is dus zeker niet zo dat Bart zijn werk niet grondig deed. Maar hij had geen contracten mogen afsluiten na het vorig arrest”, meent Vincke. Volgens hem verkeert het gezin in een dramatische situatie. Zes van de zeven kinderen wonen nog thuis en het gezin is net op straat gezet. De gezinswoning is openbaar verkocht voor 250.000 euro.
Vijf slachtoffers stelden zich burgerlijke partij. Zij vragen hun geld terug, in totaal 8.000 euro. De uitspraak is voorzien voor 23 juli.
(Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier