Meer aandacht voor slachtoffers op zee tijdens WOI

Redactie KW

Geert Bourgeois, onder meer bevoegd voor Onroerend Erfgoed, doet in antwoord op een schriftelijke vraag van Tine Soens (SP.A) enkele suggesties in die zin.


Vlaams minister Geert Bourgeois, onder meer bevoegd voor Onroerend Erfgoed, doet in antwoord op een schriftelijke vraag van Tine Soens (SP.A) enkele suggesties om in het kader van de herdenkingen van WOI meer aandacht te besteden aan de slachtoffers die op zee vielen en aan het onderwaterefgoed. “Dit is tot voor kort enigzins buiten de focus van de herdenkingen gebleven”, aldus Bourgeois.

Bourgeois wijst in zijn antwoord naar de resten die in de havens van Oostende en Zeebrugge bewaard bleven van respectievelijk een Britse destroyer en de Duitse onderzeeër UB-10 die er beiden tijdens WOI zonken. “Ik suggereer de betrokken gemeenten om in het kader van de herdenkingsperiode extra manifestaties te organiseren die de slachtoffers op zee van WOI passsend herdenken”, aldus de minister. Hij acht het ook wenselijk ‘gezien de belangrijke rol van de zee in het conflict’ om in Vlaanderen één of enkele plaatsen in te richten waar de slachtoffers van WOI op zee herdacht worden.

De Vlaamse regering keurde medio 2013 het UNESCO-project ‘Safeguarding the Wordl’s Underwater Cultural Heritage – Centenary of Word Ward I’ goed. Het Vlaamse UNESCO Trustfonds (FUT) organiseerde hierover in juni van dit jaar een congres in Brugge. De FUT financierde ook nog een educatief project inzake het WOI onderwatererfgoed. Een ander lopend project betreft de ontwikkeling van een virtuele tentoonstelling over de betrokkenheid van de toenmalige kolonies en de overzeese gebieden bij de maritieme component van WOI. Wat de bescherming van het onderwatererfgoed van WOI in de Noordzee betreft wijst hij erop dat het overgrote deel zich in de territoriale zee en op het continentaal plat van ons land bevindt. Dit laatste valt onder de bevoegdheid van de federale overheid.

(BELGA)