Le Tour de Jens (15) – vrijdag 18 juli: Saint-Etienne – Chamrousse, “Sprintknopjes om de bergen over te raken”

Redactie KW

Jens Keukeleire debuteert dit jaar in de Tour de France. Na elke rit gunt de 25-jarige Bruggeling de lezers van kw.be een exclusieve blik achter de schermen van de Tour, zijn ploeg Orica-GreenEdge én vooral zichzelf. Vandaag, vrijdag 18 juli : Saint-Etienne – Chamrousse.

>> Etappe 13, Saint-Etienne – Chamrousse (197,5 km).

>> Dagresultaat : 105de op 38’38” van ritwinnaar Vincenzo Nibali.

>> Algemeen klassement : 64ste (58u.22’49”) op 1u.38’46” van geletruidrager Vincenzo Nibali.

Jens Keukeleire, samen met mecanicien Greg. (Foto Jens Keukeleire)

We zitten in de Alpen. Hoe ben je deze warme en lastige dag doorgekomen?

“Het was best wel een pittige dag, pittiger dan verwacht. De vlucht van de dag was behoorlijk snel weg, maar wat het onverwachts hard maakte was de zijwind. Voor de twee slotcols was er immers een heel stuk vlak. Heel wat renners zaten door de wind al op hun tandvlees nog voor de finale eraan kwam. Zelf heb ik me aan de voet van de voorlaatste col in een groepje gezet – met daarin Sep Vanmarcke – en uiteindelijk zijn we tot aan de finish met dat select clubje bij elkaar gebleven. Af en toe hebben we geïnformeerd naar onze achterstand, maar al aan de voet van de laatste klim was duidelijk dat we nooit in de problemen zouden komen. Daardoor hebben we alles op het gemak gedaan, ons zeker niet geforceerd. Zelfs de grupetto heeft zich uiteindelijk nog aangesloten bij ons.”

Le Tour de Jens (15) - vrijdag 18 juli: Saint-Etienne - Chamrousse,

Ook vandaag stond er geen maat op leiderVincenzo Nibali. (Foto Belga)
© BELGA

Uren samen met Sep Vanmarcke. Is het voorval van gisteren, waarbij je bij een valpartij over zijn fiets moest rijden, ter sprake gekomen?

(lacht) “Nog voor de start hebben we het erover gehad. Ik heb hem gezegd dat ik eigenlijk hem wou raken, maar helaas terecht kwam op zijn fiets. (lacht) Een grapje onder vrienden uiteraard. We kennen elkaar al jaren. Van bij de beloften hebben we heel vaak met elkaar gekoerst. We vinden het goed met elkaar. Waarom we dan spreken? Echt over alles: de koers, de vrouwtjes, onze vriendinnen – die trouwens goed met elkaar overeen komen… Het doet deugd om tijdens zo’n lange ronde even je eigen taal te kunnen spreken. Ik rij in een buitenlandse ploeg en hoewel mijn Engels best wel goed is, merk ik dat ik toch inspanningen moet doen om te denken en te spreken in de andere taal. Zeker als de vermoeidheid begint toe te slaan. Dan doet het deugd om nog eens in je eigen taal te kunnen spreken.”

Toppers hebben de bergen verkend. Is iedere berg voor jou onbekend terrein?

“Wel, de bergen van vandaag waren compleet onbekend terrein voor me. Ik had er zelfs nog nooit van gehoord. Maar vroeger gingen we met mijn ouders vaak op reis naar de Alpen. En ik moet zeggen dat ik daardoor hier wel goed mijn baan ken. Dar merk ik ook als ik met vrienden naar hier kom. Maar cols vooraf verkennen? Enkel als het per toeval is. Of omdat ik er al eens opgereden ben, of omdat ik tijdens een stage – zoals in de Vogezen – dicht in de buurt ben. Dan zal ik uiteraard een klim uit het Tourboek meenemen.”

Le Tour de Jens (15) - vrijdag 18 juli: Saint-Etienne - Chamrousse,

De mecaniciens van Orica-GreenEdge aan de slag. (Foto Jens Keukeleire)

Wanneer jullie werk erop zit, dan begint het werk voor de mecaniciens. Hoe gaat dat in zijn werk?

“Als we toekomen aan het hotel staan 3 à 4 mecaniciens klaar om de fietsen te poetsen, in te vetten en volledig op punt te zetten voor de volgende dag. Dan moeten we ook al meedelen welk soort wielen en verzet we willen voor ‘s anderdaags. Voor een klimetappe zoals morgen vraag je lichtere wielen en een kleiner verzet. Al het werk wordt dus al ‘s avonds gedaan, zodat ze ‘s morgens de fiets gewoon moeten uithalen.”

“Of er iets speciaals is aan mijn fiets? Wel, ik denk dat ik de enige in de ploeg ben die met sprintknopjes rijd. Dat zijn knopjes in de boog van het stuur. Daarmee kan ik vanuit de beugel mijn achterderailleur verzetten. Handig voor in de sprints, bij het optrekken na een bocht en zelfs in de bergen. De versnellingen aan de rem – die ik uiteraard ook nog kan gebruiken – zitten niet ver, maar ik vind het toch makkelijker als ik vanuit de beugel kan schakelen. Ook al is het enkel aangesloten op de achterderailleur. Vooraan moet ik nog altijd schakelen aan de remmen. Ik fiets al jaren zo en ben daar heel tevreden over.”

We laten je snel recupereren want morgen wachten opnieuw drie zware cols. Tot dan!

(Olivier Neese)

Morgen, zaterdag 19 juli: Grenoble – Risoul.