Aannemer ‘t Gebinte bracht onlangs de wieken aan en daar waren zowel de eigenaar en de molenaar als burgemeester De Vlieghe graag bij.
De Meetkerkse molen is in ons land de laatste complete poldermolen met scheprad. Oorspronkelijk werd hij opgetrokken om het overtollige water van de moeren weg te pompen. Tot in 1810 stond er een houten molen, die na een brand opnieuw werd opgebouwd in steen. “De Grote Molen geraakte na de opkomst van de eerste elektrische waterpompen aan de Oostendse Vaart in onbruik. Sinds 1945 is het een beschermd monument”, zegt de 25-jarige molenaar Michiel Vinck.
“De Grote Molen heeft voor het laatst gedraaid in 1918, maar werd pas in 2004 gedemonteerd. Sindsdien was hij in restauratie. Het gemeentebestuur en eigenaar Robert Depondt namen daartoe het lovenswaardige initiatief. Gelukkig maar, want zo’n uniek monument mocht niet verloren gaan”, zegt Michiel, die ook actief is bij de Hubertmolen in Wenduine en de Geersensmolen in Klemskerke. “Ik heb altijd al een obsessie gehad voor molens.”
“Een van de mooiste dorpsgezichten”
Ook burgemeester Alain De Vlieghe is opgetogen met het eerherstel van ‘een Meetkerkse parel’. “Van op het brugje over de vaart heb je een onbelemmerd zicht op het kapelletje en de molen, toch een van de mooiste dorpsgezichten van Meetkerke”, zegt hij. “Het monument ligt op een knooppunt van fietsroutes en zal zeker heel wat kijklustigen aantrekken.”
De burgemeester is van plan om later nog een officiële openingsplechtigheid in te lassen voor het monument. “Maar dat zal pas voor na de definitieve oplevering zijn. Nu moeten eerst nog wat schilderwerken en andere kleine ingrepen gebeuren om de molen te voltooien.”
(WK-foto WK)
Lees hierover ook in Krant van West-Vlaanderen, editie Brugsch Handelsblad van vrijdag 4 juli.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier