Vorst tot 15 mei

Wim Lybaert
Wim Lybaert Moestuinier

Televisiemaker, moestuinier en Bruggeling Wim Lybaert laat zich inspireren door mensen die zijn hart verwarmen, momenten die hij nooit wil vergeten en het goeie West-Vlaamse leven.

Tijdens de pauze van mijn lezing vorige week in Wevelgem kwam een jonge vrouw op me afgestapt met haar smartphone in de hand. Ik dacht dat ze met mij op de foto wou, maar ze negeerde mijn uitgestoken arm en charmantste glimlach. Resoluut toonde ze mij haar schermpje met foto’s van haar verpieterde borlottibonen. “Zijn ze eraan?” was alles wat ze vroeg. Op haar foto’s zag ik schriele plantjes met verschrompelde zwarte bladeren. Ik kon alleen maar ja knikken. De late nachtvorst had zijn tol geëist. Zij had een risico genomen door haar drie weken oude boontjes eind april al in volle grond uit te planten. Ze had gegokt en verloren. “Bonen mogen 15 mei niet zien”, probeerde ik haar nog te troosten terwijl zij met voorovergebogen schouders afdroop. Ik kon alleen maar hopen dat ze de moed vond voor een tweede zaai, want daar is zeker nog tijd voor.

Bepaalde groentjes zoals erwten, spinazie of radijzen trotseren zonder probleem een lichte nachtvorst. Maar het zijn vorstgevoelige planten als tomaten, bonen en courgettes waarbij een moestuinier zich moet inhouden. De ijsheiligen Mamertus, Pancratius, Servatius en Bonifatius moeten gepasseerd zijn vooraleer die plantjes de grond in mogen. Zulke volkswijsheden hebben hun waarde, ze gaan al generaties mee. Als zij beweren dat 14 mei de laatste dag in het voorjaar is waarop nog nachtvorst kan optreden…

Als je twijfelt of een plant vorstgevoelig is, vraag je dan af waar de bakermat van die plant is. Veel van onze dagelijkse groenten zoals aardappelen, tomaten, bonen, pompoenen… werden in de loop van de 16de eeuw door ontdekkingsreizigers meegebracht van hun exploratietochten in Midden- en Zuid-Amerika. En daar vriest het nu eenmaal niet veel. Eens je weet waar een gewas vandaan komt, besef je meer hoe je die plant moet verzorgen, wat hij nodig heeft en waar hij absoluut niet tegen kan.

Natuurlijk kan je al eens een gokje wagen en voor 15 mei een tomaat of bonen in volle grond zetten. Soms draait dat goed uit, maar soms krijg je het deksel op de neus. Ik probeer de lentekriebels bij een zonnige maartse dag altijd te onderdrukken, negeer mijn zaaidrang in april en zelfs begin mei maan ik mezelf aan tot geduld. Gelukkig ben ik van nature een beetje een luie moestuinier, dat helpt. Maar eens dit weekend de ijsheiligen gepasseerd zijn, ga ik helemaal los in mijn lochting. Dan is er geen houden meer aan, dan omarm ik Moeder Natuur en speel ik enkele maanden God de Vader in mijn moestuin.