Een man uit Lichtervelde riskeert drie jaar effectieve celstraf omdat hij zijn eigen huis in brand zou hebben gestoken.
De man ontkent dit met klem en schuift de schuld in de schoenen van zijn ex.
Op 8 april vorig jaar brandde de benedenverdieping van een huis in de Kortemarkstraat in Lichtervelde volledig uit. Onderzoek wees op kwaad opzet waarna de bewoner in de cel vloog. Gisteren moest de man voor de strafrechter in Brugge verschijnen. Het openbaar ministerie vorderde drie jaar effectieve celstraf. Volgens de procureur ontstond de brand accidenteel, maar voedde Marc D. de vlammen met benzine. “De beklaagde gooide tijdens een ruzie de armband van zijn vriendin in de kachel”, stelde de procureur. “Toen ze het juweel uit de vlammen probeerde te redden ontstond een brand, die zij probeerde te doven met een deken. In plaats van het vuur te helpen blussen liep de beklaagde, die gedronken had, naar achteren en keerde hij terug met een bus benzine die hij over het brandende deken goot, met de gekende gevolgen.”
“Na de brand heb ik twee grote teugen whiskey gedronken om te kalmeren”
De man ontkent schoof tijdens de pleidooien de schuld in de schoenen van zijn ex. “Waarom zou ik in godsnaam mijn eigen huis in brand steken”, zei hij tegen de rechter. “Ik was oud papier aan het verbranden en gooide die armband per ongeluk in de kachel. Mijn ex probeerde die armband met een rakel uit het vuur te halen. Het brandend papier vloog in het rond waarop ik zélf een deken ging halen om het vuur te doven. Het was mijn ex die benzine over de vlammen goot. Hierdoor laaide het vuur enorm op waarna ik in paniek ben geraakt. Vanaf dan herinner ik mij zeer weinig. Na de brand heb ik twee grote teugen whiskey gedronken om te kalmeren. Vandaar dat ik dronken overkwam.”
Volgens Jan Dekersgieter verdient de Lichterveldenaar het voordeel van de twijfel. “Het openbaar ministerie vertelt slechts de helft van het verhaal, namelijk de versie van de ex. Mijn cliënt kwam na twee maanden cel voorwaardelijk vrij uit de gevangenis omdat er geen sporen van benzine op zijn kledij waren aangetroffen. Dat zegt zeer veel. Mijn cliënt hoeft niet te boeten voor iets wat hij niet gedaan heeft.”
De procureur verwees naar de tegenstrijdige verklaringen die de beklaagde aflegde na de feiten en naar het feit dat op de kledij van de ex evenmin sporen van benzine werden aangetroffen. De uitspraak volgt op 8 januari.
(AF)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier