Beschuldigde over bekentenissen: “Ik zei dat maar om ervan af te zijn”

Eén van de twee beschuldigden zat in een rolstoel, al is het niet duidelijk of hij die ook echt nodig had. © BELGA
Redactie KW

Op het assisenproces over de moord op Caroline Vyncke (42) is Geert Vanweehaeghe (37) maandagnamiddag verhoord door voorzitter Koen Defoort.

De beschuldigde blijft erbij dat hij niets met de feiten te maken heeft. Vanweehaeghe beweert dat hij enkel bekende om van de vragen van de politie af te zijn.

Geert Vanweehaeghe groeide naar eigen zeggen op in een vrij normaal gezin. Toch trok hij net als zijn broers snel het huis uit. “Mijn pa dronk veel. Ik heb nooit bier gedronken, ik ben tegen alcohol.” Op 24-jarige leeftijd knoopte hij een relatie aan met Caroline Vyncke. “We zijn snel gaan samenwonen omdat we anders twee pachten moesten betalen. In het begin was de relatie goed. Later hadden we vaak woorden. We hadden ook al een jaar geen seks meer”, verklaarde hij.

De beschuldigde zat in de periode van de feiten in een rolstoel, al worden daar vraagtekens bij geplaatst. “In het begin kon ik echt niet weg. Dat was door een werkongeval in 2007. Ik kreeg vanaf dat moment 800 euro invaliditeitsuitkering.” Volgens zijn werkgever was er geen sprake van een ongeval en bleef Vanweehaeghe gewoon zelf weg.

Ik heb gezegd dat ze moest stoppen met verwijten maken en mee naar de televisie moest kijken. Dan heeft ze de hond gepakt en is vertrokken

Een jaar of twee voor de feiten leerde Vanweehaeghe zijn buurman Thomas Couvreur kennen. “Ik ben maar één keer bij hem in huis geweest.” Op 5 februari 2011, enkele dagen voor de verdwijning, kwam het tot een hevige ruzie met Couvreur. “Dat ging over tabak. Ik heb dan een duw gekregen.” Uit het onderzoek blijkt dat Caroline Vyncke die dag inderdaad naar de politie belde. Ze vertelde zelfs dat Couvreur hen ging vermoorden.

Op 8 februari 2011 had Vyncke volgens haar partner al de hele dag gedronken toen ze ‘s avonds ruzie kregen. “Ik heb gezegd dat ze moest stoppen met verwijten maken en mee naar de televisie moest kijken. Dan heeft ze de hond gepakt en is vertrokken.” Diezelfde avond ging Vanweehaeghe in paniek naar enkele buren, al kon hij zich geen details meer herinneren.

Tijdens zijn verhoor was de beschuldigde steeds korter van stof. Aan de politie verklaarde hij plots dat hij Vyncke had geduwd en met zijn rolstoel weggevoerde. “Ik was het zodanig beu. Ik zei dat maar om ervan af te zijn.” Vanweehaeghe zat enkele weken in de cel, maar was terug op vrije voeten toen op 16 april 2011 lichaamsdelen van het slachtoffer werden aangetroffen in de Heulebeek. “Ik was er kapot van toen ik dat hoorde. Ik mis haar nog zeer. Ze bleven me daarna maar dezelfde vragen stellen. Ik was zo moe dat ik maar gezegd heb dat ik alles gedaan heb.” Ook tijdens de reconstructie toonde Geert Vanweehaeghe pas na lang aandringen hoe de feiten zich zouden afgespeeld hebben.

(BELGA)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier