OCMW Kuurne gaat sommige leefloners tijdelijk hogere uitkering geven

Redactie KW

Het OCMW van Kuurne gaat het leefloon optrekken voor een categorie van gezinnen of personen die niet rondkomen met dit bestaansminimum. Ook bij de OCMW’s van Harelbeke, Wevelgem en Kortrijk leven gelijkaardige plannen.


Het doet dat op basis van een studie van de Hogeschool Thomas More die gebruik maakt van de REMI of Referentiebudget voor een Menswaardig Inkomen. De studie werd gemaakt op vraag van een aantal OCMW’s uit Vlaanderen. De REMI-normen maken het mogelijk om objectief vast te stellen of een gezin dat inspanningen doet, maar om een of andere reden niet rond geraakt, iets moet bijgepast krijgen.

De studie onderzocht gedurende drie jaar de huisvestingskosten, voedings-, hygiëne-, gezondheidskosten en dergelijke van gezinnen. Dat werd in een computerprogramma gegoten, dat het mogelijk maakt om de nodige uitgaven te vergelijken met de uitkering. Het OCMW zoekt met die betrokken mensen waarop kan bespaard worden. Indien het niet mogelijk blijkt de uitgaven te verminderen, kan een extra uitkering worden toegestaan. Volgens OCMW-voorzitter Bram Deloof zou een 4-tal leefloongezinnen op de zeventig in de gemeente in aanmerking komen voor een hogere uitkering. “Oorzaken kunnen hoge huur of energiekosten zijn, hoge logopedierekeningen voor het gezin of een tijdelijke verhoging voor iemand die niet meer kan werken en geen rechten opbouwde voor een vervangingsinkomen.”

Niet structureel

Bram Deloof verduidelijkt de situatie niettemin. “Dit is geen structurele, maar een tijdelijke hogere uitkering bij het leefloon, om een specifieke problematiek voor die mensen op te lossen. Het zijn mensen die echt op de rand van hun financiële mogelijkheden zitten en nauw gevolgd worden. Ze mogen geen excessieve uitgaven verrichten en de REMI-normen maken het mogelijk om dit heel objectief op te volgen. Doel van die tijdelijk hogere uitkering blijft steeds het opnieuw integreren van die mensen in de normale arbeidsmarkt. De hogere uitkering mag zeker niet leiden naar het blijven vastzitten in de werkloosheidsval, maar moet het hen net mogelijk maken om eruit te geraken.”

Momenteel ligt het leefloon voor een alleenstaande op ongeveer 817 euro. Het bestaansminimum voor een samenwonende met gezinslast bedraagt 1089,89 euro en voor een samenwonende is dat 545 euro. Het OCMW van Kuurne is niet het enige dat deze weg inslaat, ook bij de OCMW’s van Harelbeke, Wevelgem en Kortrijk is dat het geval. In Kortrijk zou dat gevolgen kunnen hebben in 25 dossiers.

(JPDK)