LHSP: Strafvordering De Schrijver, Beernaert en onontvankelijk

Redactie KW

(UPDATE 1)Volgens het hof van beroep in Gent in het strafproces Lernout & Hauspie zijn de beklaagden Patrick De Schrijver en Philip Beernaert ‘manifest laattijdig’ in verdenking gesteld. “Het recht op een eerlijk proces is onherroepelijk geschonden en bijgevolg is de stafvordering onontvankelijk”. Om dezelfde reden werd ook voor Christophe Lammar de onontvankelijkheid van de strafvordering uitgesproken.

De Schrijver en Beernaert worden als dader-mededader vervolgd wegens valsheid in geschrifte in de jaarrekeningen, valse licentiecontracten, koersmanipulatie, emissiebedrog en technische inbreuken op de jaarrekeningen. Het gaat om feiten gepleegd in de periode 1997-2000. De valse licenties dienden voor het boeken van de fictieve omzet van LHSP.

“Het gerechtelijk onderzoek startte in het najaar van 2000, waarbij de twee beklaagden meermaals als getuige werden verhoord. De twee werden echter pas op 28 maart 2006 in verdenking gesteld terwijl het onderzoek ruim drie maanden later op 26 juni 2006 aan het openbaar ministerie werd overgemaakt.”

Het hof veegde de argumenten van het openbaar ministerie van tafel. Het openbaar ministerie had geargumenteerd dat de lange duurtijd lag aan de omvang en de complexiteit van de zaak, de technische juridische financiële complexe kwestie, de ingewikkelde verslagen van deskundigen, internationale aspecten, het ontkennen van de inverdenkinggestelden en de zeer zware gevolgen op burgerlijk vlak.

“Het was voor hen (de twee beklaagden, nvdr) onmogelijk om in de nog resterende tijd gericht bijkomend onderzoek à décharge te vragen”, aldus het hof. In die korte tijd moesten ze 300 fardekaften doorploegen. “Het was bovendien onmogelijk om nog voor de aanvang van de behandeling ten gronde kennis te nemen van het strafdossier. Tien jaar na de feiten kan geen wettig onderzoek meer gevoerd worden.”

Ook voor Christophe Lamar was de inverdenkingstelling volgens het hof laattijdig. Ook voor hem oordeelde het hof dat de strafvordering onontvankelijk is.

De inverdenkingstelling van Dexia is dan weer “geenszins” laattijdig gebeurd, zoals de bank zelf had geopperd. Dat oordeelde het hof van beroep in Gent maandag in de zaak Lernout & Hauspie.

Het hof wees erop dat er geen elementen voorhanden waren die erop
wezen dat de fusie met Artesia zou zijn afgeblazen indien de
inverdenkingstelling vroeger zou zijn gebeurd. Er is ook geen sprake van dat de rechten van de verdediging van Dexia zouden zijn geschonden, oordeelde het hof.

(belga)

Meer in het nieuws op Focus en WTV vanaf 18u00, en ook stipt om 22u00. Meer ook in Krant van West-Vlaanderen van vrijdag 24 september.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier