Dagboek van een spoedarts (17): “Het wordt anders, maar het komt wél goed”

Vera Van Haevre. © gf
Olaf Verhaeghe

Vera Van Haevre is 42, getrouwd en mama van twee zonen van zes en tien. Vera Van Haevre is ook spoedarts in AZ Delta, voornamelijk op de campussen in Torhout en Menen. Elke dag spreken we met haar. Over de strijd tegen het coronavirus en hoe zij daar zelf mee omgaat.

“Mijn weekend – en zeker mijn zondag – stond in het teken van de batterijen opladen. Tot rust komen. Letterlijk ook, want ik heb enorm veel geslapen. Ik voelde wel dat ik daar nood aan had. Zolang de adrenaline door je lijf raast, kan je met die druk, stress en vermoeidheid om. Die komt pas later binnen. Gelukkig heb ik vandaag de tijd kunnen nemen om toe te geven aan die vermoeidheid. En met de zon erop gaat het nog zoveel beter om los te koppelen.”

“Ja, het was genieten van het goede weer. Ik denk dat we de hele dag in de tuin hebben gezeten. De kinderen spelen, wij rusten. En daarnet een aperitief met de buren: wij in onze tuin, zij in die van hun. Nu en dan schreeuwen we iets naar elkaar. Dat lukt ook. (lacht) Het maakt deze quarantaine wat makkelijker, wat normaler. Als je in de tuin zit, valt dat ‘opgesloten gevoel’ een stuk beter mee dan als je voortdurend binnen moe blijven.”

“Ik was wat bang voor dit weekend, dat de maatregelen bij veel Belgen zouden sneuvelen. Maar als ik hier in onze directe omgeving kijk, kan ik alleen maar vaststellen dat velen gehoorzamen. Vandaag was een zomerdag én het begin van de paasvakantie: dan loopt het hier aan de kust normaal bomvol toeristen. Nu niet. Ik ben even gaan fietsen, het lijkt hier een beetje op een spookstad. Zo hoort het natuurlijk ook, maar het is wel een heel vreemd beeld. Ook de tweedeverblijvers zijn braaf thuisgebleven. Het is gek om te zien. Echt gek.”

“Ik kan met natuurlijk niet goed voorstellen hoe het moet zijn om deze periode in een appartement in het midden van een stad door te moeten. Wij hebben de luxe van de buitenlucht, voor ons is het wat ‘makkelijker’ om de isolatie vol te houden. Het is logisch dat mensen snakken om buiten te komen. Je wil de bloesems ruiken, de bloemen zien, genieten van de zon.”

“Ik heb eerder deze week alle applicaties van de nieuwssites van mijn telefoon gegooid. Grotendeels om nu en dan afstand te kunnen nemen, maar ook omdat ik liever mijn eigen blik op de hele situatie vorm laat krijgen door wat ik zie en ervaar op de werkvloer. Je krijgt natuurlijk links en rechts, op televisie, via mijn man ook, wat dingen door. En je leest op Facebook een en ander. Maar ik kijk vooral naar mijn eigen realiteit: hoe druk is het op de spoeddienst, hoe ziek zijn de mensen, hoe vol ligt onze intensieve zorgen-afdeling, hoe is het met mijn collega’s… Dat soort zaken. Mijn focus ligt op de strijd in West-Vlaanderen, in mijn ziekenhuis.”

“De situatie in de Verenigde Staten, daar schrik ik wel van. Ik kijk met open mond hoe de politiek – en Trump met name – op die catastrofe reageert. En op vragen van journalisten over die catastrofe. Die man is een wereldleider, Amerika is een grootmacht en ze laten hun New Yorkers gewoon verdrinken. Ik kan me gewoon niet inbeelden dat je het zo ver laat komen, dat er geen helpende hand komt. Ik las een getuigenis van een verpleegkundige van een New Yorks ziekenhuis waar ze nu al meer patiënten dan er bedden zijn opvangen. We verwachten de komende dagen nog 4.000 mensen, zei ze. On-voorstelbaar. Dit is Amerika, dat verwacht je daar toch niet? In Europa ligt, naar mijn gevoel, de solidariteit hoger. Landen helpen elkaar, patiënten worden overgevlogen, artsen komen naar zwaar getroffen gebieden.”

“Ik heb vandaag een hoopvol gevoel voor ons land. Misschien zit de zon er voor iets tussen, maar ik dacht spontaan aan de zomer die komt. Ook dit gaat voorbij. Het zal passeren. Moeilijk, maar passeren zal het. Zo’n dag als vandaag biedt een venster op wat voor moois wel nog komt. Er zullen veel zieken zijn, er zullen veel mensen sterven, maar de grote catastrofe zoals in Spanje, Italië of New York zie ik bij ons uitblijven. Dit zou wel eens goed kunnen aflopen, denk ik.”

“Je moet hoop blijven hebben. Een mooie dag als vandaag biedt iets tastbaars om die hoop levend te houden. (lacht) De zomer van 2020 zal komen, daar heeft corona niets aan te zeggen. Het zal anders zijn, zoals alles in de wereld, maar anders kan ook goed zijn. Als we alles maatregelen de komende weken in acht blijven nemen, zie ik niet in waarom de zomer niet beleefd zal kunnen worden. Ik denk niet dat we naar Frankrijk, Italië of Spanje zullen moeten reizen. Misschien het moment om in eigen land op vakantie te gaan. Ook dat kan supertof zijn. Bovendien zal dat ook een goede manier zijn om de lokale economie weer een broodnodige stimulans te geven. De kust, de Ardennen, Limburg… Waarom zou je dat niet als een vakantiebestemming kunnen zien?”

“We hebben vandaag ook gevideochat met de oma’s en opa’s. De ouders van mijn man wonen in Knokke-Heist, net over de grens. Net zoals iedereen hebben zij hun twee kleinzonen dus ook al weken niet gezien. We hebben afgesproken om dinsdag om 16 uur stipt aan het hek aan de grens elkaar te ontmoeten. Een meter of tien afstand, zij in België, wij in Nederland en gewoon even zwaaien. Ik zag opa meteen helemaal opfleuren. Alleen dat vooruitzicht alleen al is genoeg. Het zijn kleine, eenvoudige dingen, maar die maken wel een wereld van verschil om dit alles vol te houden. Plannen maken is zeker belangrijk, ook dat geeft hoop op wat komt. Ooit gaat dit eindigen. We zullen zien hoe de nieuwe werkelijkheid na covid-19 eruit zal zien. Maar het komt goed. Het wordt anders, maar wel goed.”