Vrijwillige neuzen snuiven stinkende stallucht in varkensbedrijven

Redactie KW

In hoeverre zorgt een varkensstal voor geurhinder? Twintig vrijwilligers van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek zullen dat onderzoeken. Ze zullen de komende maanden aan stalen stallucht snuffelen en bepalen vanaf wanneer je van stank kunt spreken. Minister Schauvliege wil van die bevindingen gebruik maken om de geurhinder van lanebouwbedrijven tegen 2020 te drukken.

De onderzoekers hebben in een West-Vlaams varkensbedrijf verschillende geurstalen genomen. Die worden aan 20 neuzen aangeboden, eerst in verdunde vorm, en dan telkens in sterkere concentraties. De vrijwilligers geven aan vanaf wanneer ze een geur als hinderlijk ondervinden. “We vullen een zak met lucht uit de stal en dat kunnen we die binnen de 24 uur liefst gaan verwerken in het geurlab. We gaan daar een score aan toekennen en dan kunnen we dus weten hoeveel geur er uit een stal komt”, zegt Greet Riebbels van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek.

Twijfels

De vrijwilligers bepalen zo de norm die als stank kan worden beschouwd. En die norm kan dan weer helpen in de strijd tegen geurhinder en het verbeteren van ventilatiesystemen. Die zijn al langer verplicht, zegt varkenshouder Marino Huyghe uit Oudekapelle bij Diksmuide. Of het onderzoek van het landbouwinstituut echt iets zal opleveren en mee de norm zal bepalen voor geurhinder, dat betwijfelt Marino Huyghe. Buiten, rond zijn bedrijf, is er bijna nu al niets te ruiken, en zelfs binnen in de stal valt het volgens hem allemaal best mee.

(B.S./A.D.)

Meer vanavond op Focus en WTV vanaf 18u00

Vrijwillige neuzen snuiven stinkende stallucht in varkensbedrijven

Bekijk hier de reportage

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier