“Zeker dat ook deze mensen dit budget zullen aanwenden waarvoor het bestemd is?”

Annelies Lambert
Annelies Lambert De Hoge Kouter

Annelies Lambert is directielid van De Hoge Kouter, een voorziening voor jongeren met een mentale beperking, en richt zich tot minister Vandeurzen. Deze open brief schrijft ze in eigen naam.

Geachte heer minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,

Beste heer Vandeurzen,

Onlangs was ik nog op een lezing van professor Ignaas Devisch die aangaf dat het goed was om ons te bemoeien. Met deze voorzet in gedachten, wil ik schreeuwen om wat aandacht. Als directielid van De Hoge Kouter, een voorziening voor jongeren met een mentale beperking, zit ik met de handen in het haar.

Ik kwam als leek terecht in de sector voor personen met een beperking en om die wat te leren kennen, kreeg ik meteen Perspectief 2020 voorgeschoteld. Zorg op maat, een inclusieve maatschappij, geen wachtlijsten meer, mensen kunnen zelf hun budget beheren en de zorg inkopen waar ze nood aan hebben… Kortom, allemaal zaken waar je niets op tegen kunt hebben. Wel integendeel, daar aan mogen meewerken is een eer.

Bent u zeker dat ook deze mensen dit budget zullen aanwenden waarvoor het bestemd is?

Dat er moet veranderd worden is wel duidelijk: we moeten steeds meer doen met minder middelen, de vraag naar zorg is niet meer de vraag van pakweg tien jaar geleden, maar is veel zwaarder en complexer geworden… En dat we ook moeten durven de hand in eigen boezem steken en met een kritische blik kijken naar de werking binnen onze organisatie, lijkt mij evident. Ik hoef je natuurlijk niet te zeggen dat dit niet voor alle medewerkers even evident is en dat niet iedereen staat te springen om op een andere manier te werken. Maar mijn mening is en blijft nog steeds dat als iets kan verbeterd worden, dit moet verbeterd worden. Het is immers onze taak vanuit de directie om onze medewerkers op een positieve manier te laten meestappen in dit verhaal en hun ervaring en deskundigheid mee te nemen om er een succesverhaal van te maken.

Maar toch moet me iets van het hart. Hoe hard we ook bezig zijn met onze organisatie onder de loep te nemen, in te spelen op de vraag van de klant en ons aan het voorbereiden zijn voor wat komen zal, met name de persoonsvolgende financiering,… toch heb ik het met een paar dingen moeilijk. Twee om precies te zijn.

Bent u er zeker van dat ook die jongeren de zorg zullen krijgen die hen toekomt?

Als eerste. Noem me misschien naïef maar ik zie in alle personen het goede en geloof in de eerlijkheid van de mens. Er huist een torenhoog geloof in het feit dat alle ouders hun kinderen onvoorwaardelijk graag zien en er alles voor doen. En gelukkig geldt dit ook voor de overgrote meerderheid. Zij hebben het beste voor met de jongeren, en zullen hoe dan ook de nodige zorg voor hen voorzien. Dit zal gebeuren gelijk op welke manier dan ook, met of zonder persoonsvolgende financiering. Helaas, en dat weet u zelf ook wel, of je het nu wil of niet, je wordt geconfronteerd met hartverscheurende verhalen. En ook al heb je een gevoel van onmacht, tegelijkertijd ben ik altijd blij dat ze hier nog de nodige zorg krijgen. Bent u er echt van overtuigd dat ook deze mensen dit basisondersteuningsbudget zullen aanwenden waarvoor het bestemd is ? Bent u er zeker van dat ook die jongeren de zorg zullen krijgen die hen toekomt? Om eerlijk te zijn, ik hou mijn bloedend hart een beetje vast. Gelukkig is er zoiets als de overheid die geld geeft aan voorzieningen zodat deze jongeren toch een opvangnet hebben. En persoonlijk ben ik heel tevreden dat het geld dat ik als werkende mens afsta, voor dergelijke solidariteit kan gebruikt worden. Ik weet immers dat het goed besteed is aan mensen die minder geluk hebben dan ikzelf. Maar als dat budget rechtstreeks naar het gezin gaat, dan ben ik niet meer zo zeker dat iedere euro van het overheidsgeld even goed gespendeerd zal worden en al helemaal niet meer zo zeker dat er veel naar zorg zal gaan. En waar is de solidariteit gebleven?

Als tweede. Hoe graag ik ook mensen motiveer, overtuig en meeneem; hen overtuigen om minder zorg aan te bieden, enkel paraat te staan voor degenen die ervoor betalen en niet meer daar waar nodig, dat wringt. Het doet pijn dit te moeten zeggen en het strookt niet met mijn eigen overtuiging. Als alles doorgaat zoals het er nu uitziet, zullen heel wat van onze jongeren (OV2 fase 2) geen beroep meer mogen/kunnen doen op het MFC. Zelfs voor ons is het niet altijd evident om vat te krijgen op hun mentale beperking, om in te schatten wat ze gewoonweg niet kunnen omdat ze niet in de mogelijkheid verkeren het ooit te kunnen. Zelf ooit al eens een blok van 100 kg proberen te dragen? Voor velen van onze jongeren is alleen en op tijd medicatie nemen al een blok van 100 kg. Maar net zoals je niet ziet dat dit pilletje voor hen 100 kg weegt, staat hun beperking niet op hun gezicht te lezen. Ze worden constant verkeerd ingeschat, door iedereen en nu vallen ze met de PVF misschien ook uit de boot door een inschattingsfout. Hopelijk zal het geen zo’n vaart lopen. En nu we het toch over boten hebben. Hier zitten heel wat jongeren ondertussen al niet meer op de grote boot die rondvaart, maar worden ze opgevangen door de reddingsbootjes. Het is immers zo dat onze opvoeders een grote beroepseer hebben en helpen waar ze zien dat het nodig is. Bij de ene al meer dan andere en in de ene periode al eens wat meer dan in een andere. En dit kan allemaal onder de mantel der liefde en een vleugje solidariteit waar we ervan uitgaan dat die er is. Maar nu zal alles afhangen van het geld en degenen waar we vroeger onze reddingsbootjes voor uithaalden, zullen we nu moeten laten verdrinken. Ooit al eens geproefd van liefde tegen betaling?

En neen, ik ben niet een persoon die zomaar roept dat alles slecht is en kritiek spuwt. Veeleer zit ik graag samen om haalbare oplossingen aan te reiken en te kijken hoe het wel kan. Misschien weten wij niet altijd de basis waarop iets beslist wordt en bekijken wij het te veel vanuit onze drang om zorg te geven aan iedereen. Aan de andere kant is het voor jullie wellicht ook niet altijd evident om beleid te koppelen aan praktische organisatie. Is de werkelijkheid toch anders en meer divers dan gedacht. We willen een brug slaan en nodigen jullie graag uit om een dag onze werking te bekijken, te zien wat hier dagdagelijks gebeurt. Aan de andere kant zijn we ook bereid om eens stil te staan bij jullie kant. Welke grootste zaken wij allemaal over het hoofd zien en waar er rekening mee gehouden moet worden.

Ik vernam dat u op donderdag 15 juni al in Kortrijk bent voor een bezoek aan het prachtige project D’oede Doze van Mentor. Spring gerust eens binnen in De Hoge Kouter om onze werking van dichtbij mee te maken.

Onze doelstelling is immers om ons beroep alle eer aan te doen, de solidariteit die er tot op heden is, te laten bestaan en die te gebruiken voor de nodige zorg aan de jongeren en hun context die we lief hebben.

Vriendelijke groeten,

Annelies

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier