Oostduinkerkse paardenvissers ontvangen Unesco-oorkonde

© Fernand Schreel
Redactie KW

De paardenvissers hebben zo officieel een stekje op de lijst van het Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid van Unesco.

Op 4 december, na een procedure die bijna acht jaar aansleepte, verwierven de garnaalvissers te paard in Oostduinkerke hun plaatsje op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Het garnaalvissen te paard staat sinds 2009 op de Inventaris Vlaanderen voor Immaterieel Cultureel Erfgoed en werd in 2010 door minister Schauvliege, op voordracht van de expertencommissie Immaterieel Cultureel Erfgoed (ICE), ingediend als kandidatuur bij Unesco. Midden juni 2013 kreeg de garnaalvisserij nog een duwtje in de rug van koning Albert II. Het bezoek aan de garnaalvissers was de laatste officiële visite van Albert als staatshoofd.

Eeuwenoude traditie

Garnaalvissen te paard is een eeuwenoude traditie. Waarnemend burgemeester Jan Loones dook maar wat graag even in de geschiedenisboeken. “De eerste schriftelijke vermeldingen van de visserij met een paard in het strandwater zijn te vinden in rekeningen van de Duinenabdij, en dateren uit de 16de eeuw, meer bepaald 1563”, wist hij.

Dinsdagavond kregen de garnaalvissers te paard officieel hun oorkonde. “Wanneer een erfgoedelement zoals de paardenvissers wordt opgenomen op de representatieve lijst van Unesco, dan zijn we daar met zijn allen bijzonder trots over. En terecht, het is een erkenning, een hele eer, maar het is geen eindpunt. Integendeel: het is een nieuwe stap in het engagement van deze erfgoedgemeenschap om het immaterieel erfgoed een toekomst te geven, erover te waken dat het blijft bestaan en doorgegeven wordt aan volgende generaties.”

(BELGA)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier