“Dat underdoggevoel ben ik eindelijk kwijt”

© Benny Proot
Nancy Boerjan

Piv Huvluv staat 20 jaar op het podium en bewijst in zijn nieuwe show ‘Zijn er nog vragen?’ dat hij daar op zijn plaats is. In zijn eigenzinnige stijl, geestig grappend, beeldend vertellend, houdt hij de aandacht van een zaal moeiteloos vast. “Ik ben content met waar ik op vandaag sta.” Er mogen er voor zijn part nog 20 bij, “maar als ik het gevoel krijg dat ik begin te sukkelen, hou ik ermee op.”

Twintig jaar comedy levert Piv Huvluv, het alter ego van Oostendenaar Jan Cattrijsse (53), op zijn site een lijvige bio op. Maar daar moeten we volgens hem niet ál te veel ijver achter zoeken. “Periodes waarin ik op tournee ben zijn intensief, maar dat voelt niet als ‘werken’. Ik treed enorm graag op. Die drive om op een podium te staan, heeft er altijd in gezeten.”

Piv wilde al vroeg ‘iets’ doen voor een publiek, al was het hem niet meteen duidelijk wat dat kon zijn. Hij bleek geen zanger of muzikant te zijn, maar stak niettemin samen met drie vrienden straatacts in elkaar. Zes jaar lang traden ze op als – zoals het op hun flyer stond – een kwartet van een circusartiest, een poppenspeler, een muzikant en een nietsnut. “Ik was de nietsnut, bij gebrek aan zichtbare talenten”, lacht hij. Toch kreeg Jan toen al het gevoel dat zijn sterkte in het verbale school, een publiek toespreken en entertainen ging hem goed af, maar daarvoor bleek in de acts die ook een toeristenpubliek moesten aanspreken geen plaats te zijn.

Het straattheater deemsterde weg, Jan broedde op een eigen programma en zag in een comedywedstrijd die Humo in 1997 uitschreef de kans om te tonen wat hij in zijn mars had. Hij haalde de finale en zag zijn humorcarrière vertrokken. Sindsdien timmerde hij zich gestaag een reputatie bijeen, die zeker in West-Vlaanderen op vandaag de theaterzalen laat vollopen.

Tevreden met waar je nu staat?

“Er waren ups en downs, maar ik heb de tijd gehad om te groeien. Dat lijkt me in het comedylandschap van vandaag niet meer zo vanzelfsprekend, nieuwkomers die niet meteen scoren, worden sneller afgebrand. Het is pas de laatste zes jaar dat ik zelf echt tevreden ben met wat ik breng. Ik heb het gevoel dat ik er nu sta. Maar ik ken mijn beperkingen heel goed. En ik heb dat zelfvertrouwen ook wel een beetje moeten aanleren. Vroeger had ik de neiging om mezelf naar beneden te halen, ‘Ik ben écht geen groot talent, hoor’. Tot collega’s me zeiden dat ik daarmee moest ophouden. ‘Spéél nu toch gewoon,’ zeiden ze, ‘het publiek zal wel beslissen of je goed genoeg bent of niet‘. Dat underdoggevoel ben ik eindelijk kwijt. Ik heb mijn plek gevonden, ik weet nu wat ik waard ben.”

Zit er nog groeimarge op het publiek?

“Ik denk het wel, toch zeker buiten West-Vlaanderen. En dat heeft dan weer te maken met populariteit. Een Wim Helsen of Wouter Deprez zijn populairder dan ik, maar zijn ook wel mediagenieker. Ik heb ook al kansen gekregen op tv, maar ik val op de een of andere manier minder op, spring minder uit de band… Maar goed, ik vind het tegelijk belangrijk om mijn authenticiteit te bewaren. Ik wil mezelf niet anders voordoen om toch maar meer op te vallen. Mijn sterkte is dat ik een publiek kan meenemen in mijn verhaal, zonder dat dat geforceerd lijkt. Zelfs wie niet meteen voor mijn humor valt, zal veelal wél graag naar mij luisteren…”

Ben je ambitieus?

“Te weinig. Wim Helsen zei me ooit letterlijk dat ik te weinig ambitie heb. Maar het is zo met alles in mijn leven: ik relativeer te veel. Ik doe heel graag wat ik doe, en tegelijk loop ik constant te denken dat het allemaal ook weer niet zó belangrijk is. (lacht) Ik vul nu 25 culturele centra en dat vergelijk ik dan graag eens met de agenda van andere comedians. Er zijn er die meer optreden, en dat zou ik ook willen, maar alweer ben ik éígenlijk al blij dat ik er 25 heb. Zo zit ik in elkaar. Ik ben niet de man die dan op tafel klopt en roept dat hij er volgende keer 50 gaat vullen.”

© Benny Proot

Wat vind je het moeilijkst aan jouw vak?

“De discipline hebben om nieuw materiaal te schrijven. Ik verzamel graag ideeën, maar op een bepaald moment moet ik mezelf dan dwingen om te gaan zitten en daar een show rond te schrijven. Dat, en nieuw materiaal voor het eerst voor een publiek brengen. Eens ik weet hoe het publiek de nieuwe show ontvangt, valt de stress weg. Maar die eerste keer sta ik steevast te sterven.”

Je vertelt graag over mensen – jezelf niet in het minst – en hun kleine kantjes. Hoe kijk jij naar mensen?

“Ik vind het fascinerend om te zien hoe de mens als sociaal wezen moet functioneren, en hoe dat niet altijd even vlot gaat. Om het even tegen wie ik begin te praten, altijd heeft die man of vrouw een leven waarin van alles gebeurd is en gebeurt… In mijn ogen is elke mens een wandelend boek.”

Om welke comedian lach jij het hardst?

“Mijn nummer een is Piet Depraitere. Hij beantwoordt niet aan het cliché van de perfecte comedian, daarvoor is hij veel te non-conformistisch. Maar ik bewonder zijn onvoorspelbaarheid en creativiteit. Maar Wim Helsen en Wouter Deprez vind ik ook fantastisch.”

Muziek speelt ook altijd een rol in je shows. Welke plaat uit je collectie neem je mee naar een onbewoond eiland?

“Mocht je me dat morgen vragen, dan kies ik vast een andere dan vandaag. Muziek heeft alles te maken met je gemoedstoestand. Maar mocht ik vandaag vertrekken… Doe dan maar Exodus van Bob Marley.” (lacht)

En wie mag jou op dat onbewoond eiland zeker geen gezelschap komen houden?

“Verzuurde mensen, mensen die over alles klagen… Daar kan ik echt niet tegen. Ik vind dat je elke mens moet benaderen als een gelijke. Ik ben niet de meest sociaal geëngageerde mens, maar als ik me ergens over kan opwinden dan is het de vluchtelingenproblematiek en armoede. Hier in Oostende lopen zo veel sukkelaars rond… Ik weet ook niet hoe dat allemaal opgelost moet worden, maar je zou denken dat we als maatschappij intussen verder zouden moeten staan.”

Hoelang zou je overleven op dat eiland?

“Niet lang! Ik ben graag eens alleen, maar heb ook sociaal contact nodig. Dingen delen met iemand, daar gaat het toch om? Dat hele idee van een onbewoond eiland staat me sowieso niet aan eigenlijk…”

Tot in de theaterzaal dan maar!

De speellijst van ‘Zijn er nog vragen?’ door Piv Huvluv vind je op www.pivhuvluv.be en www.xlp.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier