Frans bouwt vliegtuig zestig jaar na z’n vader

Aan de grote vleugel is wel nog wat werk. (Foto RVL)
Redactie KW

Frans Nouwynck is al zes jaar bezig met het herstellen van de Pou du Ciel, het vliegtuigje dat zijn vader in de jaren veertig heeft gebouwd. Hij hoopt deze zomer ermee te kunnen vliegen.

Frans (74) wijdt veel van zijn vrije tijd aan het restaureren van de Pou du Ciel, het eenpersoonsvliegtuigje dat zijn vader in 1947 heeft gebouwd. De Pou du Ciel werd ontworpen in 1933 door de Fransman Henri Mignet. Mignet wou dat amateurs zijn vliegtuig zouden nabouwen. “Het enige dat mijn vader Marcel kreeg, waren de bouwplannen op schaal”, zegt Frans. “Alles moest tot in het kleinste detail worden nagemaakt. Meer dan een jaar is mijn vader eraan bezig geweest.”

Brokken maken

Om het vliegtuig uit de hangar te krijgen, moesten brokken worden gemaakt. “Mijn vader had geen rekening gehouden met de spanwijdte van de grootste vleugel, die mat zes meter. Eens het vliegtuig was afgewerkt kreeg hij het vliegtuig de hangar niet meer uit. In plaats van het weer uit elkaar te halen, brak hij een venster uit.”

De eerste testvlucht van de Pou du Ciel vond plaats in 1948, op een vliegveldje tussen Vlamertinge en Dikkebus, dat door de Duitsers was aangelegd tijdens de Tweede Wereldoorlog. De testvluchten gebeurden niet zonder slag of stoot. Frans: “Tijdens een van de eerste testvluchten belandde een wiel in een waterput, waardoor het vliegtuig kantelde en de schroef afbrak. Na de herstelwerken lukte het mijn vader wel om op te stijgen, maar ik zie nog steeds voor me hoe hij plots ondersteboven vloog.”

In de stoet

Hoger dan de huizen is Marcel nooit gevlogen. “Hij had niet de durf om door te trekken”, vertelt Frans. “Mijn vader had het vliegtuig gemaakt van ijzer, enkel de vleugels waren in onverwoestbaar cederhout. De motor had ook niet voldoende paardenkracht om het vliegtuig echt hoog te doen opstijgen. Maar andere dergelijke vliegtuigen zijn, volgens het internet, wel hoog geraakt.”

Frans heeft nog een leuke anekdote over het vliegtuig. “In de jaren vijftig, tijdens de inhuldiging van burgemeester René De Meester, deden we met het vliegtuigje mee in de stoet. Mijn broer Denis en ik moesten het vliegtuigje tegenhouden terwijl mijn vader gas gaf, om ervoor te zorgen dat mijn vader niet plots boven de stoet zou uitvliegen…”

Restauratie

Toen Marcel in 1968 stierf, kreeg Frans meermaals de vraag of hij het vliegtuigje wilde verkopen. Maar Frans heeft het nooit willen wegdoen. “Intussen ben ik al 6 jaar bezig met het restaureren van de Pou du Ciel. De motor heb ik vervangen door een motor uit een Citroën, en ik heb het aantal pk’s opgedreven. De motor heb ik al eens laten draaien en die marcheert alleszins”, glundert Frans. “De vleugels ben ik opnieuw aan het overtrekken. De kleine vleugel is al klaar, nu moet ik nog de grote vleugel van zes meter doen.”

De Pou du Ciel heeft al verschillende opslagplaatsen gehad. Zo hing het vliegtuig een tijdje aan het plafond van Frans’ atelier, waardoor hij na verloop van tijd minder stevig werd. De grote vleugel van het vliegtuig is beschadigd geraakt. “Die vleugel staat in ons zaaltje, waar soms kinderen rondlopen. Ze botsen er dan tegen of er vliegt een bal tegen. Aan die vleugel is er hier en daar wat hout aan vervanging toe. Eens ik de vleugel met doek kan overtrekken is ze klaar. Maar eerst heb ik nog spanvernis nodig, want blijkbaar is dat nergens meer te vinden. Wie mij daaraan kan helpen, zou ik erg dankbaar zijn.”

Frans hoeft dan enkel alles aan elkaar te monteren om de Pou du Ciel vliegensklaar te maken. Hij heeft alleen nog een goede plek nodig met voldoende aanloopruimte om het vliegtuig te laten opstijgen.

“Eigenlijk moet je niet ver zoeken naar een geschikte plaats hé, Frans”, komt vrouwlief Jenny tussen. “Hier achter in de tuin heb je voldoende ruimte, tot aan het nieuw kerkhof. Je moet wel zorgen dat je tegen dat je aan het kerkhof bent al in de lucht hangt, zodat ze hier in Oostvleteren niet moeten zeggen dat je recht je graf bent ingevlogen…” (lacht, red.)

Frans heeft nog nooit gevlogen. “Buitenvliegen van mijn vrouw, dat wel! (lacht, red.) Maar nee, in een vliegtuig heb ik nog nooit gezeten. Hopelijk komt het er deze zomer eens van.”

(Nele Delva)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier