AZW en KKS met ambitie naar Vlaams kampioenschap

De delegatie van AZW met v.l.n.r. Timo Nuyttens, Elisa Desmet, Tiemen Lemey, Sofie Van De Velde, Robbe Desimpelaere, Julie Vandoorne, Robin Demeestere, Michiel Vanhuysse, Margot Gotelaere en Kevin Demeestere. © ELD
Redactie KW

Op dinsdag 15 augustus staat in Brugge het Kampioenschap van Vlaanderen voor cadetten en scholieren geprogrammeerd. Atletiek Zuid West en Kortrijk Sport vaardigen heel wat atleten af met kans op eremetaal.

Een grote kanshebber op het goud is Kortrijkzaan Tiemen Lemey. De tweedejaars cadet van AZW heeft met een sprong over 3,63 meter de beste jaarprestatie in het polsstokspringen achter zijn naam staan. “Dat het zo goed zou lopen, had ik eerlijk gezegd niet verwacht”, opent de 14-jarige student industriële wetenschappen aan het VTI. “Normaal gaat er nog één atleet hoger, maar dit seizoen kwam hij nog niet in actie. Voor mijn deelname aan het Kampioenschap van Vlaanderen moet ik het Chirokamp onderbreken. Na de wedstrijd keer ik echter terug. (lacht)”

“Vorig jaar liet ik het aan mij voorbijgaan, maar in samenspraak met mijn coach hebben we beslist dat ik deze unieke kans op eremetaal moest grijpen. Ik wil vooral een goede hoogte halen. We mogen nu met langere stokken springen en dat gaat heel goed. Momenteel train ik twee keer per week onder leiding van Christophe Labeeuw. Andere disciplines doe ik voorlopig niet omdat ik door groeipijnen gevoelig ben aan de knieën en hielen.”

Podiumplaats

Ook Robin Demeestere (14) behoort tot het kransje podiumkandidaten. Op de 1.500 meter steeple staat de Anzegemnaar van AZW met de tweede tijd genoteerd. “Dat ik voor de steeple koos, is simpel uit te leggen: op dat nummer maak ik het meest kans op een podiumplaats”, opent Robin, die economie-wiskunde studeert aan het OLV Hemelvaart in Waregem. “Dit seizoen loopt het best wel lekker voor mij. Ik verbeterde al mijn persoonlijk record op de 1.500 meter en bracht mijn tijd naar 4’25″87. Voor de gelegenheid liep ik tijdens de Beker van Vlaanderen de 300 meter horden. Dat ging me echter niet zo goed af. (lacht) Momenteel trek ik vier keer per week de loopschoenen aan onder leiding van Marc Desmet. Een podiumplaats op het Vlaams kampioenschap zou dan ook een mooie beloning zijn.”

De Harelbeekse Elisa Desmet (AZW) waagt haar kans op de 100 en 200 meter. “Dit jaar is de concurrentie echter moordend“, opent het 14-jarige sprinttalent. “De eerste week van augustus ben ik nog op trainingsstage geweest met de Vlaamse Atletiek Liga (VAL) in Herentals. Daar kon ik tweemaal per dag trainen en leerde ik heel veel bij. Tot dusver verloopt mijn zomercampagne goed. Ik verbeterde mijn besttijden op de 100, 200 en 400 meter. Ik hoop vooral op de 200 meter op eremetaal, want op de 100 meter zal dat lastiger worden.”

Liefst zevenkamp

Bij KKS is het uitkijken naar Line en Wout De Waegenaere. De broer en zus uit Kuurne gaan echter zonder veel ambitie van start. Line (16) neemt de 400 meter horden voor haar rekening. “Op dat onderdeel train ik echter niet zoveel”, verduidelijkt de meerkampster, die onder leiding van Wouter Decraene traint. “Wat ik ervan moet verwachten, is dan ook koffiedik kijken. Mijn prioriteiten liggen op de zevenkamp. Enkele weken geleden werd ik negende op het Vlaams kampioenschap. Dat was voor mij ontgoochelend. Ik verwachte 3.900 punten, maar strandde op 3.679.”

Wout en Line De Waegenaere delen dezelfde passie.
Wout en Line De Waegenaere delen dezelfde passie.© ELD

Haar drie jaar jongere broer Wout staat aan de start van de 1.500 meter steeple. Hij begon met atletiek door zijn zus. “Mijn doel is mijn tijd te verbeteren“, zegt de student economie-wiskunde aan het Spes Nostra in Kuurne. “Het zal mijn tweede wedstrijd op deze discipline zijn. Dit seizoen loopt alles prima. Ik verbeterde al mijn persoonlijke records van bij de cadetten. Tot vorig jaar combineerde ik atletiek trouwens met voetbal, maar nu concentreer ik mij alleen nog op atletiek.”

“We moedigen elkaar altijd aan tijdens de wedstrijden”, gaat Line verder. “Met elkaar trainen zit er echter niet in, want we zitten in een andere trainingsgroep.” “Thuis wordt er niet veel over atletiek gepraat“, pikt Wout weer in. “We zijn bijna nooit samen thuis, maar in het weekend gaan we naar dezelfde meetings.” (ELD)