OPEN BOEKJE (7) De Heuvel van Willy Spillebeen over Hill 60 in Zillebeke

Redactie KW

Elke week duiken we in de bibliotheek om er een boek van een West-Vlaamse auteur van onder het stof of van op het schap te halen. We blijven ook van de week in oorlogsgebied. In 2002 verscheen bij het Davidsfonds De Heuvel van Willy Spillebeen. Het leek ons passend om het boek van de week nog eens boven te halen.

De Heuvel uit de titel van het werk dat Willy Spillebeen (Menen) in 2002 bij het Davidsfonds publiceerde, staat voor Hill 60. Voor wie wat vertrouwd is met de Eerste Wereldoorlog in de Westhoek is Hill 60 een vertrouwde naam, die meteen de gruwel van die Eerste Wereldoorlog oproept.

Hill 60 is een heuvel langs de spoorlijn Ieper-Kortrijk, nabij Zillebeke. Het is een ‘onnatuurlijke’ heuvel, aangelegd met aarde die vrijkwam bij de aanleg van de spoorweg.

Hill 60 werd in december 1914 veroverd door de Duitsers. De heuvel was een belangrijke strategisch punt langs de frontlijn. Vanop de heuvel hadden de Duitsers vrij zicht over Ieper.

De Britten probeerden de heuvel te heroveren op de Duitsers door tunnels te graven naar en onder de heuvel. Voor het maken van die tunnels deden de Britten een beroep op mijnwerkers uit Manchester. Toen de tunnels klaar waren, plaatsten de Britten mijnen onder de heuvel en lieten die ontploffen. De hele Duitse stelling werd vernietigd en de Britten konden de heuvel innemen. Korte tijd later kwam de heuvel weer in handen van de Duitsers en na een nieuwe Britse aanval – de Britten hadden versterkingen aangevoerd, veroverden de Britten weer de heuvel.

Van de heuvel restte niet veel meer. Het was een krater geworden, waarin veel Duitse en Britse soldaten de dood vonden.

In dat schrikwekkend decor plaatst auteur Willy Spillebeen zijn oorlogs- en familieverhaal ‘De Heuvel’. Aanvankelijk heet de heuvel nog de ‘vrijersberg’: een “heuveltje van niemendal”, begint Willy Spillebeen het boek. “Dat de paartjes uit de verre omtrek al jaren langs de spoorweg dat heuveltje opklommen, waarna ze door hun ouders werden uitgescholden en door de buurt met de vinger werden gewezen, was nog geen reden om over een echte naam te spreken. Die ‘vrijersberg’ lag in een gehucht van enkele kortwoonsten en een boerderij. Zwarteleen noemde het gehucht. De straat van Hill 60 is overigens de Zwarteleenstraat.

We zien hoe de familie op Zwarteleen de komst van de Duitsers in oktober 1914 ondergaat. Toevallig zijn twee kinderen – Bruno en Lucia – er niet als de Duitsers arriveren. De rest van de familie slaat op de vlucht en belandt in Normandië. Bruno en Lucia komen in Roeselare terecht en zijn zo voor de hele oorlog door de frontlinie van de rest van de familie afgescheiden. Een van de kinderen is trouwens als soldaat aan het front.

Maar Willy Spillebeen voert in het boek ook Duitsers en Britten op die hij volgt in die waanzinnige strijd om de Heuvel, Hill60 of – voor de Duitsers – Höhe 60. Aan Duitse zijde volgen we Otto Peterson, een kolonel, die zichzelf meer dan eens afvraagt hoe zinloos al dat lijden aan het front wel is. Maar… de plicht roept en hij luistert meer naar die roep dan naar die van zijn geweten. Ook wanneer zijn studiegenoot, de dikkige, wat amechtige chemicus professor Haber plannen voor de eerste aanval met gifgas (chloorgas) op tafel legt.

Aan Britse zijde volgen we majoor Norton Griffiths. Hij is het die op het idee komt om mijnwerkers in te zetten om de heuvel te ondertunnelen en zo letterlijk te ondermijnen.

Als de familie na de oorlog terugkeert naar het Zwarteleengehucht treffen ze dodenakker na dodenakker aan, en is alles wat er was voor ze vertrokken, vernield, platgeschoten en kapotgebrand. De oorlog blijft ook na de oorlog voor verschrikking zorgen, ondervindt Bruno al gauw.

Willy Spillebeen schreef met De Heuvel een aangrijpend familie- en oorlogsverhaal, waarin de waanzin en de gruwel van de oorlog haast elke bladzijde tekenen. Het loont de moeite om dit boek, zo vlak voor de grote herdenkingen rond 100 jaar Eerste Wereldoorlog, nog eens boven te halen. Om vervolgens, na het lezen, Hill 60 en de frontlinie in Ieper nog eens te bezoeken. Alleen… vrijblijvend rondtoeren in de frontstreek kan dan zeker niet meer.

(Jan Gheysen)

De Heuvel van Willy Spillebeen telt 419 bladzijden en is in 2002 uitgegeven door het Davidsfonds.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier