Met de jacht op de zwarte zwaan die uitdraaide op een ware slapstick maakte Brugge deze week geen al te beste beurt. Dat vindt ook de Brugse ornitholoog en natuurfilosoof Jan Desmet. Drie redenen waarom hij de jacht op de zwarte zwaan onnodig vindt.
Geen invasieve exoot
“De zwarte zwaan wordt met de vinger gewezen als een invasieve exoot, maar dat klopt niet. Deze vogelsoort komt dan wel oorspronkelijk uit Australië en raakte na 1860 ingeburgerd in Nieuw-Zeeland, maar hij wordt hier al ettelijke eeuwen als siervogel getuige verschillende schilderijen vanaf de achttiende eeuw gehouden.”
Legende achterhaald
“In Brugge was er zeker al in de jaren 1500 een zogenaamde zwanendrift, een plek waar een bevoorrecht persoon, of de stad zelf, het recht had om zwanen te houden. De diverse legendes zijn er later bij gefantaseerd en hebben hier eigenlijk niets mee te maken. Omdat de dieren redelijk vrij mochten rondzwemmen, kregen ze een merkteken als eigendomsbewijs. Vaak was dat een sierlijke halsband van koper of messing. Zwanen waren voor de houders immers een kostbaar goed. Men hield ze voor hun slagpennen die gebruikt werden als schrijfgerief , hun dons, leder en vlees. Brugge is een van de weinige plaatsen in Europa waar het intussen verdwenen zwanenrecht een nieuwe invulling kreeg, net zoals in Hamburg of bij de Britse koninklijke zwanen langs de Theems. Eén of meerdere zwarte zwanen hoeven hier echt geen bedreiging voor te vormen.”
Imagoschade
“De klopjacht op de zwarte zwaan lijkt zich als een boemerang in het gezicht van de stad te keren. In Lier hebben ze al een jaar een zwarte zwaan en zij pochen nu dat zo’n dier bij hen wél welkom is. Bovendien straalt dit af op álle Bruggelingen. Overal waar we komen, krijgen we nu de vraag: Wat is dat daar in jullie stad? Ik zou het stadsbestuur dan ook aanraden om kalm te blijven en de nuja zwaan uit de boom te kijken.”
(ON – foto MVN)
Lees ook hierover in Krant van West-Vlaanderen, editie Brugsch Handelsblad
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier