Man uit Pittem krijgt alleen geldboete voor tewerkstellen van Oost-Europese arbeiders in autosector

Redactie KW

De twee hoofdverdachten van de grootschalige sociale dumping, waarbij volgens het arbeidsauditoraat meer dan 300 Oost-Europese arbeiders voor toeleveringsbedrijven in de Gentse autosector werkten als zogenaamde zelfstandigen voor ongeveer 4,5 euro bruto per uur, krijgen alleen geldboetes opgelegd.

Dat heeft de Gentse correctionele rechtbank maandag beslist. De verdachten zijn schuldig aan het niet betalen van het minimumloon, maar niet aan mensenhandel en criminele bendevorming, omdat het openbaar ministerie slechts voor 20 van 316 arbeiders kan bewijzen dat ze schijnzelfstandigen waren.

De verdachten werden beschuldigd van het aanleveren van 316 werknemers van Roemeense, Bulgaarse of Tsjechische nationaliteit voor tewerkstelling in de autosector. Via bedrijven onder de naam IDC Europe Belgium en later IAA Autoxellence gingen ze aan de slag bij onder meer Johnson Controls en Faurecia, toeleveringsbedrijven van Volvo Cars Gent. De werknemers werden door administratieve constructies formeel als zelfstandigen bestempeld en verdienden 4 tot 4,5 euro per uur, aldus de tenlasteleggingen.

46-jarige man uit Pittem

De rechtbank achtte het bewezen dat de twintig Oost-Europeanen die verhoord werden, als valse zelfstandigen werkten. Omdat 296 andere arbeiders niet allemaal individueel verhoord werden, waren er volgens de rechtbank “geen concrete vaststellingen” en “geen voldoende gegevens” om er ook voor hen vanuit te gaan dat het schijnzelfstandigen waren.

De twee hoofdverdachten, een 46-jarige man uit Pittem en een 52-jarige man uit Beringen, kregen elk een geldboete van 72.000 euro opgelegd. De arbeidsauditeur had drie jaar gevorderd en had de sluiting van hun ondernemingen gevraagd. De verdachten werden echter vrijgesproken voor mensenhandel en criminele bendevorming, maar schuldig bevonden aan illegale tewerkstelling en niet betalen van het minimumloon. Vijf van hun bedrijven moeten elk een boete van 360.000 euro betalen, voor twee van de ondernemingen voor de helft met uitstel. Het openbaar ministerie had de verbeurdverklaring van een bedrag van meer dan 6 miljoen euro gevraagd, maar de rechtbank wees dat volledig af.

Openbaar ministerie nog in beroep?

“Het openbaar ministerie levert niet het bewijs van de fraude met A1-formulieren (een verklaring betreffende de sociale zekerheidswetgeving bij werkzaamheden in meer dan één EU-lidstaat, nvdr.)”, stelde rechtbankvoorzitter Jos Decoker. “Het staat echter zonder twijfel vast dat IDC personen heeft tewerkgesteld als schijnzelfstandigen en hen fundamentele sociale rechten heeft ontnomen. Uit winstbejag werd het minimumloon niet betaald. Er werd zelfs geen serieuze poging gedaan om op legale wijze te werken.”

Het openbaar ministerie kan nog in beroep gaan tegen het vonnis.

(Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier