West-Vlaanderen opent innovatief onderzoekscentrum voor eetbare paddenstoelen

© Getty Images/iStockphoto
Redactie KW

Op de terreinen van het kennis- en onderzoekscentrum voor land- en tuinbouw Inagro in Rumbeke is vrijdag een gloednieuw onderzoeksinfrastructuur geopend.

Met de investeringen wil Inagro verder inspelen op de groeiende vraag naar onderzoek om de concurrentiepositie op vlak van eetbare paddestoelen in België te verstevigen. Het project kwam mede tot stand door de steun van de Provincie West-Vlaanderen en de Vlaamse Overheid, die op deze manier ook hun vertrouwen in de champignonsector bevestigen.

De vorige onderzoeksafdeling dateerde van 1972 en was toonaangevend voor de groei en bloei van de sector in de jaren ’70 en ’80. Tot hun kerntaken behoren onderzoek naar teelttechniek, mogelijks verkorten van de teeltduur en gewasbescherming. Door technologische ontwikkelingen voldeed de bestaande infrastructuur echter niet meer aan de eisen op vlak van duurzaamheid en functionaliteit.

Ook de sector kwam de laatste 10 jaar in nauwe schoentjes te staan. Onder druk van goedkope import verdwenen ruim 100 Belgische champignonteeltbedrijven, waarbij 17 van de overgebleven 33 bedrijven zich in West-Vlaanderen bevinden. “Vooral het nabijgelegen Polen legt onze sector het vuur aan de schenen.”, verduidelijkt Bart Naeyaert, gedeputeerde voor Landbouw en Visserij in West-Vlaanderen. Het aantal compostbedrijven, noodzakelijk voor het groeien van de champignons, daalde van acht naar drie.

Stilstaan is achteruitgaan

Met een 15.500 ton per jaar zijn de West-Vlaamse champignontelers verantwoordelijk voor 51,4% van de totale jaarlijkse champignonproductie in België. Telers en compost producenten zijn dus nog steeds gebaat met innovatief onderzoek zoals dat van Inagro. “De voorbereidingen van het project gebeurden dus in samenspraak met de sector”, vertelt Patrick Sedeyn, onderzoeker in de afdeling. Daaruit kwamen drie grote thema’s naar voren.

“Ten eerste zal de strijd tegen ziekten en plagen opgevoerd moeten worden, bij voorkeur op een biologische manier. Daarnaast is er meer kennis nodig om de kwaliteit van de compost te verbeteren. Ten slotte vragen de evoluties in de volledige land- en tuinbouwsector de nodige flexibiliteit bij het zoeken naar mogelijke oplossingen.” vat Patrick samen. Onder het motto stilstaan is achteruitgaan kwam de modernisering van de onderzoeksinfrastructuur ter sprake.

Tijdens de opbouw van de nieuwe infrastructuur werden bestaande teeltcellen voorzien van een nieuwe klimaatinstallatie. Drie nieuwe proefcellen daarentegen zijn uitgerust met een sas dat de onder- en overdruk reguleert. “Zo kunnen we, zonder risico op besmetting, testen op een staaltje van de gezonde teelten uitvoeren.” aldus Patrick.

Dat het onderzoekscentrum in het verleden reeds baanbrekend werk leverde, werd bekrachtigd door de internationale opkomst op de officiële opening van de infrastructuur op 18 november.

(AM)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier