Stefaan Decoene is voorzitter bij toneelvereniging De Verbeelding

© STEFAAN BEEL
Redactie KW

Vanaf volgende week brengt De Verbeelding het toneelstuk Martha en Mathilda in zaal OCAR.

Voor voorzitter Stefaan (49) is toneel spelen de perfecte uitlaapklep naast zijn job als verpleegkundige. “Ik denk dat we ondertussen met De Verbeelding ons mannetje kunnen staan tussen de andere toneelverenigingen”, aldus Stefaan. Hij woont samen met zijn vrouw Kristin Leleu in de Vijfwegenstraat. Beroepsmatig is hij actief als verpleegkundige, in zijn vrije tijd is hij voorzitter en spelend lid bij toneelgroepering De Verbeelding uit Rumbeke. “Ik ben opgegroeid in Ledegem waar mijn familie erg sterk actief was in het verenigingsleven, een engagement dat ik overgenomen heb. Ik zat in de Chiro en heb ook nog muziek gespeeld. Toneel is er pas later gekomen. Zo’n twintig jaar geleden werkte ik bij het OCMW, meer bepaald in het Stedelijk Ziekenhuis waar ze met Priktheater een toneelvereniging hadden. Ik had op dat moment een echtscheiding achter de rug en was op zoek naar een hobby om mijn tijd nuttig in te vullen, zo ben ik bij de toneelgroep beland en uiteindelijk speelde ik mee in een vijftal stukken.”

Gemiddeld 600 toeschouwers per voorstelling

“Daar heb ik de toneelmicrobe te pakken gekregen en dat kreeg een achttal jaar geleden een vervolg toen we met een paar freelance acteurs het stuk Huis te koop speelden. Dat viel enorm goed mee, maar daarna vielen we plots allemaal in een zwart gat. Toen heb ik mee het initiatief genomen om samen met nog enkele mensen een toneelgroep op te richten, met De Verbeelding als resultaat. Niet vanzelfsprekend in een regio waar er al heel wat toneelverenigingen zitten, maar ik denk dat we ondertussen zeker ons mannetje kunnen staan. We spelen ieder jaar een stuk in het najaar en ontvangen gemiddeld 600 toeschouwers, wat zeker niet slecht is.”

“Dit jaar speel ik de mannelijke helft van een wielrennerskoppel dat in het café komt logeren, zogezegd om de Ronde van Vlaanderen voor wielertoeristen te rijden. Maar ondertussen wordt er ook een wietplantage ontdekt en gebeurt er nog vanalles en nog wat. Eddy De Vlaeminck, want zo heet mijn personage, is een echte blaze, iemand met een groot gedacht van zichzelf. Het is altijd wat zoeken om de rol eigen te maken, maar dat lukt vrij vlot, ik probeer er ook altijd wat van mezelf in te steken. Ik voel me het best in de komische stukken, zeker als je een typetje kunt neerzetten, dan kun je echt eens in de huid van iemand anders kruipen.”

(Thomas Dubois)

Lees hierover ook in Krant van West-Vlaanderen, editie De Weekbode Roeselare

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier