Beroepsmilitair kwam tussenbeide in vechtpartij op tram

Redactie KW

Twee Oostendenaars staan terecht voor een hele reeks geweldplegingen. Op een Oostendse tram liepen ze echter tegen de vuist van beroepsmilitair Erik Windey, die tussenbeide kwam toen ze een jongen molesteerden.


Beroepsmilitair Erik Windey (46) uit Nieuwpoort had op 9 september vorig jaar zijn terugkeer na een vakantie in Rome ongetwijfeld anders voorgesteld. Na de landing op de Oostendse luchthaven namen Erik en zijn gezin het openbaar vervoer naar huis. Maar op de tram waren ze plots getuige van een laffe vechtpartij. Oostendenaars Rémy H. (24) en Peter L. (22) troefden een jongen af en bedreigden hem met een mes.

“Na een slag of vijf op mijn gezicht haalde ik zelf uit en liepen ze weg ze de stilstaande tram”

Terwijl de overige passagiers toekeken, aarzelde Erik Windey geen moment en sprong hij tussen de jongen en zijn belagers. “Ik kon niet lijdzaam toekijken,” vertelt adjudant Erik Windey, die op de militaire basis van Lombardsijde werkt. “Ik had het mes niet meteen gezien, maar dat speelde geen rol. Ik vertrouwde op mijn militaire training en mijn 27 jaar beroepservaring. Ik duwde hen weg, maar kreeg meteen zelf klappen te incasseren. Na een slag of vijf op mijn gezicht haalde ik zelf uit en liepen ze weg van de stilstaande tram. Mijn wenkbrauw diende achteraf wel genaaid te worden.”

“Ik heb missies in Kosovo en Afghanistan achter de rug, maar met een dergelijke agressiviteit ben ik zelfs daar niet geconfronteerd geweest”

Velen zouden zijn ingrijpen als een heldendaad beschouwen, maar Erik denkt daar anders over. “Ik beschouw dit als mijn burgerplicht,” zegt hij bescheiden. “Ik heb een zoon in dezelfde leeftijd als het slachtoffer en ik zou ook niet graag hebben dat er niemand tussenbeide zou komen mocht hij slaag krijgen. Maar ik moet toegeven dat de feiten wel indruk hebben gemaakt. Ik heb missies in Kosovo en Afghanistan achter de rug, maar met een dergelijke agressiviteit ben ik zelfs daar niet geconfronteerd geweest. Ook in mijn jarenlange carrière als brandweerman, ambulancier en buurtbemiddelaar heb ik nooit met zo’n vechtersbazen te maken gekregen. Het is schrijnend dat ik dit in Oostende heb moeten meemaken.”

Dankzij drie bewakingscamera’s op de tram konden Rémy H. en Peter L. geïdentificeerd worden. Rémy H. staat naast de feiten op de tram ook terecht voor een reeks andere feiten, onder meer aan het Oostendse café Cap Horn op 22 mei dit jaar. Daar gooide hij de ruiten stuk en ging hij een klant te lijf. Voor H. eist het openbaar ministerie tien maanden voorwaardelijke celstraf. Voor Peter L., die als enige van de twee persoonlijk aanwezig was in de rechtbank, wordt 50 uur werkstraf gevraagd. “Over de gevraagde straffen spreek ik me niet uit, want het is aan de maatschappij om daarover te oordelen,” besluit Erik Windey. Een vijftal slachtoffers, onder wie Erik Windey, stelden zich burgerlijke partij en eisen een schadevergoeding. De rechter doet uitspraak op 9 december.

(AF)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier