INSPECTEUR JPT (2) : Vinkenier uit Houthulst begraaft vermoord ex-liefje in volière

Patrick D. GF
Redactie KW

Houthulstenaar Patrick D. werd in september 1999 door het assisenhof veroordeeld tot 25 jaar cel in de volièremoord op Kathleen V. uit Boezinge, zijn ex-liefje en collega bij Westvlees in Westrozebeke. Patrick D. kwam na acht jaar vrij.

Elke week blikt onze redacteur rechtbanken alias Inspecteur JPT terug op een van de spraakmakendste gerechtelijke affaires in onze provincie.

In de avond van 18 september 1997 zocht vleesversnijder en ploegchef bij Westvlees Patrick D. (toen 33 jaar) uit Houthulst nog een keer de jonge, alleenwonende Kathleen V. in haar woning in Boezinge op. Hij wist dat ze alleen thuis was. Haar zoontjes waren bij haar ouders, want Kathleen, inpakster bij Westvlees, had de ochtendshift en moest vroeg uit de veren.

Roddels op de werkvloer

De vleesversnijder, verwoed vinkenier in zijn vrije tijd en vader van een dochtertje kwam er niet meer zo veel langs. Patrick en Kathleen hadden hun relatie al op een heel laag pitje gezet. De breuk was nakend. Bovendien zette de Houthulstenaar zijn zinnen meer en meer op zijn nieuwe lief, de hoogblonde Lilla uit Geluveld, deelgemeente Zonnebeke. Hij had haar ook op de werkvloer bij Westvlees leren kennen. Lilla bleek meer in haar mars te hebben. Ook Patrick D. was afkomstig van Zonnebeke. Zijn vader was er bierhandelaar, zijn moeder baatte er een herberg uit.

Kathleen V. (28) was door Patrick D. gedegradeerd tot zijn reservelief. Die avond zocht hij haar op onder het mom dat hij het kotsbeu was dat ze op het werk almaar over hem roddelde.

Wurgdood

Patrick D. voelde zich door de kwaadsprekerij in zijn eer gekrenkt. Hij zou Kathleen eens duidelijk zeggen waar het op staat. Het kwam tot een woordentwist, maar die escaleerde niet. Patrick D. veranderde van houding en wou best wel inbinden als ze zich een allerlaatste keer aan een vrijpartij zouden overgeven. Kathleen V. wees dat af. Omdat ze niet inging op zijn voorstel en integendeel te kennen gaf om definitief met hem te breken, sloegen bij Patrick D. plots de stoppen door.

“Patrick D. veranderde in een moordmachine”, zei mr. Herman Baron uit Ieper, een van de twee advocaten van de burgerlijke partij op assisen. In de slaapkamer greep Patrick D. Kathleen bij de keel en kneep tot ze haar laatste adem uitblies. “Ze stierf een zachte dood door verstikking”, stelden de advocaten.

De vleesversnijder herwon na de wurging vrij vlug zijn koelbloedigheid. Hij laadde het stoffelijk overschot in de koffer van zijn rode Toyota Celica en vervoerde het naar zijn woning in Houthulst om het daar in een put – 80 centimeter diep – in de volière achter het huis te begraven.

Alibi?

Kathleen V. werd de dag na de feiten als vermist opgegeven. De toenmalige Ieperse procureur des Konings Jean-Marie Coppens had het over een onrustwekkende verdwijning. Patrick D. was van meet af aan verdachte nummer een. Aanvankelijk ontkende hij ook maar een vinger naar Kathleen V. te hebben uitgestoken. Dagen naeen hield Patrick D. de schijn van de verbaasde onschuld op.

Haast een week na de verdwijning vonden de speurders tijdens een huiszoeking bij hem in Houthulst het stoffelijk overschot. De rechercheurs stelden vast dat de vrouw met geweld om het leven kwam. Patrick D. werd opnieuw aan de tand gevoeld, maar diste op een alibi te hebben. Hij had zijn nieuwe vlam Lilla nog ‘s nachts opgezocht en ze hadden gevrijd. Lilla was de kroongetuige op het assisenproces.

Vogelpoep

Toch viel de vleesversnijder door de mand. Patrick D. biechtte op dat hij Kathleen V. op een ongelukkige manier de keel dichtkneep. Aanvankelijk werd hij beschuldigd van moord, een passionele moord. Later werd dat doodslag. De assisenjury dacht er anders over en redeneerde dat de vleesversnijder uit Houthulst met voorbedachte rade handelde. Met 25 jaar lag de strafmaat hoger dan in het geval van doodslag. Patrick D. had de put onder de vogelkooi voordien gegraven. “Om er de vogelpoep in op te vangen”, probeerde hij nog onderuit te komen.

Patrick D. zat acht jaar uit. Hij kwam vrij onder voorwaarden. Zo werd hem onder meer verboden op het grondgebied van Ieper te komen. Patrick D. verhuisde naar het Brugse. Hij ging terug aan de slag in de vleesverwerkende nijverheid.