Lucien Van Kersschaever: “Eén van de drie grootste patrons van het Belgische basketbal”

Redactie KW

Lucien Van Kersschaever is net als Rudolf Vanmoerkerke een monument van het Belgische basketbal. “Het was een plezier om met hem samen te werken,” stelt coach ‘Van Kers’.

Rudolf Vanmoerkerke, in een omhelzing met Lucien Van Kersschaever: de twee konden het erg goed met elkaar vinden.

“Het was een grote meneer, een van de drie grootste patrons in het Belgische basketbal met wie ik gewerkt heb, naast Maes van Mechelen en Bisschops van Lier. Hij deed ontegensprekelijk veel goed werk, ook al had hij zijn eigen manier van werken en zijn eigen idee over veel zaken. Maar een patron mag dat hebben, misschien moet dat wel. Als Oostende nu zo’n topploeg is, dan is dat op de grondvesten van zijn werk gebouwd. Hij maakte fouten in de eerste jaren, maar leerde eruit en bouwde rustig verder aan het Oostendse basketbal.”

“Met het geld van mijn verkoop haalden ze de eerste Amerikaan”

Vaak wordt Vanmoerkerke in één naam genoemd met de eerste Amerikanen in België, maar dat is niet zo. “De eerste Amerikaan was bij Ieper. De Ieperse coach werkte voor Picanol en die had in Amerika een werknemer die ook baskette. Indertijd gingen we met René Mol op zoek naar goede Amerikanen, maar wij konden die niet betalen. Toen VG Oostende mij verkocht aan Mechelen hebben ze met dat geld de eerste Amerikaan van Oostende gekocht.”

“Hij had het plan om me sportief directeur te maken”

“Ook als coach keerde ik nog in Oostende terug om met meneer Vanmoerkerke te werken”, vervolgt hij. “Dat waren vijf mooie jaren, met vallen en opstaan, maar ook de tijd dat we Rik Samaey klaarstoomden. Later, toen ik coach was van de Nederlandse ploeg, kwamen zijn zonen Marc en Bernard me met een heel aantrekkelijk aanbod weghalen. In die tijd nodigde hij me vaak uit over de middag om te gaan eten in Nieuwpoort of in de Langestraat in Oostende. Dan filosofeerden we over basketbal en de toekomst. Hij had het plan om me sportief directeur te maken, maar dat is er nooit van gekomen. Hij stapte op als voorzitter in samenspraak met andere mensen van het bestuur. Omdat hij zijn invloed zag zakken en anderen de hoofdrol wilden overnemen. Ik zal zijn woorden van toen nooit vergeten: ‘Er kunnen geen twee hanen op één mesthoop zitten!””

(BV)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier